Nomadisch poëtisch leven

Over wandelen gesproken. Nog voor het voltooien van zijn studie archeologie schreef de jonge, getalenteerde Brit Bruce Chatwin een boek dat wegens onleesbaarheid helaas nooit werd uitgegeven. Titel: The Nomadic Alternative. Dat was in 1975. Daarop besloot hij zijn studie niet af te maken en op reis te gaan naar Patagonië, misschien om zijn teleurstelling te verwerken maar vooral om zijn gelijk te bewijzen. Tot aan het zuidelijke Vuureiland – Tierra del Fuega – reisde hij, want waar hij naar op zoek was, vermoedde hij te vinden in het verste uithoeken van de wereld. Het boek dat hij erover schreef werd zowaar een bestseller: van In Patagonië (1977) werden 6.000 exemplaren verkocht. Schrijven kon hij dus wel. Daarop besloot hij een bezoek te brengen aan Australië. Ook van die reis schreef hij een verslag, getiteld The Songlines (1987). Of dat boek nou ook zo’n succes werd, betwijfel ik. Anders dan In Patagonia moet je als lezer flink je best doen om het helemaal uit te lezen. Dat komt doordat Chatwin stiekem alsnog grote delen van het door de uitgever afgewezen The Nomadic Alternative in The Songlines verwerkte, kennelijk zonder dat zijn eindredacteur dat heeft opgemerkt. Of was het omdat hij als gevierd schrijver zich dit nu kon permitteren? Hoe dan ook, ik heb het uitgelezen. Spijt heb ik allerminst.

Waarom is The Songlines zo interessant? Omdat Chatwin aan de hand van een studie naar de cultuur van de Australische Aboriginals een zoektocht onderneemt naar de natuurlijke staat van de mens. Door Arkady Volchok, zoon van een Russische migrant, wordt hij ingewijd in de oeroude cultuur van jager-verzamelaars die het afgelegen continent sinds mensenheugenis bevolken. Dat brengt hem bij de vraag of de mens van oorsprong wreed of juist vredelievend is. Door steeds verder terug te gaan in de tijd komt hij uit bij het oerverhaal van Kaïn en Abel. De twee broers raken slaags en Kaïn doodt Abel; Abel is een schaapherder die trekt, Kaïn een gevestigde landbouwer. De landbouwer vestigt zich na het begaan van de broedermoord ten oosten van Eden. De mens, concludeert Chatwin, is een Homo habilis: als nomade is hij van nature vredelievend, maar de vaste verblijfplaats heeft hem oorlogszuchtig gemaakt. Hetzelfde bespeurt hij in het dierenrijk. “As a general rule of biology, migratory species are less ‘agressive’ than sedentary ones.” Waarom dit zo is? “The migration is a hard journey: a ‘leveler’ on which the ‘fit’ survive and stragglers fall by the wayside.” In de gezongen paden van de Aboriginals ziet hij een oude hoogstaande cultuur waarin lopen gewoon is en poëzie en muziek de mens leiden. Door zich een weg te zingen door het landschap organiseren de Aboriginals hun eigen sociale leven en eren zij hun voorouders èn hun fysieke omgeving. Dat poëtische leven is een leven in vrede en harmonie. De moderne Westerse mens daarentegen is sedentair. Die is in staat de ander uit te moorden, het landschap te vernietigen, de wereld te gronde te richten.


Posted

in

, ,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *