In het Amsterdamse Scheepvaartmuseum zag ik op zolder de tentoonstelling Food for Thought van de fotograaf Kadir van Lohuizen. Zijn beelden van de mondiale voedselindustrie vond ik bizar, en sommige waren ronduit schokkend. Hoezo schokkend? Omdat het voedsel industrieel wordt geproduceerd en duizenden kilometers aflegt voordat het op ons bord belandt? Vervreemding is misschien een beter woord. De hoeveelheden benodigde fossiele energie en drinkwater zijn trouwens zorgwekkend, de uitbuiting van migranten een regelrechte schande. Het plezier in eten verging me. Beelden uit China, Kenia, de Verenigde Staten, het Midden-Oosten, ze deden me denken aan die andere tentoonstelling, Countryside, the Future van Rem Koolhaas in het Guggenheim. Ook al zo’n omineuze tentoonstelling over het platteland. Misschien was Food for Thought wel beter, want indringendender. Amper een week later betreed ik de Woldtuin aan de Wolddijk, even boven de stad Groningen, waar Leonie Venema mijn gids is. Het is stralend weer. Leonie, die me schreef dat ze een betere wereld wil, stelt voor om van hieruit samen te gaan lopen. Al snel is mijn eetlust terug.
Halverwege de Wolddijk, midden in het voedselbos van Savanneboerderij Verbaarum, bevindt zich de Woldtuin. Vier jaar geleden zijn hier door de nieuwe eigenaren Remco en Christa de eerste fruit- en notenbomen in lange rechte rijen geplant. Tussen de bomen bleek voldoende ruimte voor langgerekte groentebedden; de planten profiteren van de luwte en het bijna subtropische klimaat. Quinten en Jildau, die dit ook zagen, zijn hier twee jaar geleden hun regeneratieve tuin begonnen, dus op het land van Remco en Christa. Quinten is bioloog, Jildau therapeut. Hun eerste stroken staan vol groenten, afgewisseld met bloemen. Afhankelijk van het aantal vrijwilligers zullen ze op termijn alle stroken tussen de bomen productief maken. Want arbeidsintensief is het. Binnen tien minuten sta ik met aubergines in mijn handen en krijg ik van Jildau een heerlijke wortel om op te kauwen. Meer dan veertig leden halen hier wekelijks hun verse groenten. Er is zelfs een wachtlijst. De meesten komen uit de stad. Ver is het niet. Vanuit de wijk Beijum zou je hier naartoe kunnen lopen. Overal om me heen zie ik vlinders. De boeren in de omtrek, licht Quinten toe, werken biologisch. Geen angst voor overwaaiende bestrijdingsmiddelen. Hier, op het Hogeland even boven Groningen, is een alternatieve wereld in de maak. Die wekt vertrouwen in de toekomst. Ik blijf in het Noorden lopen.
Geef een reactie