Het treintje naar Stavoren stopt in Koudum-Molkwerum. Vroeger reed hier de trein van Amsterdam naar Leeuwarden. Die ging toen op een boot mee vanaf Enkhuizen over de Zuiderzee. Het was even de snelste verbinding met West-Nederland. Molkwerum is echter nog even groot als in 1718. Het inwonertal is zelfs flink gedaald: van 1200 naar 360. Zo’n spoorverbinding heeft dus niet geholpen, ook niet in de 19e eeuw. Ik ontmoet er Auke Bult. Hij voert mij en Geert de Vries door het dorp dat kan bogen op een bijzonder doopsgezind verleden. Graanhandel op Amsterdam, vertelt Bult, verliep in de zeventiende eeuw via Harlingen, Stavoren en, jawel, Molkwerum. Toen was dit het grootste dorp van Friesland. Het had een eigen taal en een eigen klederdracht. Het werd omringd door water. Je kunt het je gewoon niet meer voorstellen. Bult, die amateur-archeoloog is, laat Amsterdamse serviezen uit de gouden eeuw zien die hij heeft opgegraven onder oude boerderijen in de buurt. Tot aan de IJsselmeerdijk begeleidt hij ons met zijn schitterende verhalen. Daarna neemt De Vries het van hem over.
Op de dijk wandelen we in de richting van Stavoren. Veertien strekdammen passeren we onderweg. Ze blijken allemaal een naam te hebben. Ondertussen spreekt De Vries over de stormvloed van 1825, nu tweehonderd jaar geleden. Tweederde van Friesland kwam toen onder water te staan. Een van de strekdammen bestaat grotendeels uit grafzerken. Volgens Bult zouden ze afkomstig zijn van het kerkhof van Molkwerum, dat na de verwoestende storm door de straatarme dorpsbewoners voor versteviging van de strekdam werd gesloopt. Een gezeul met zerken over de dijk, misschien met behulp van paarden, ik vind het filmisch. De Vries, zelf woonachtig in het naburige Warns, heeft al dit soort gegevens vastgelegd in een Digitale Ideeenkaart (DIK). Die beslaat de hele Friese IJsselmeerkust. Daarmee wil hij gemeenten, waterschap en provincie mobiliseren. Ziet men dan niet welk een schoonheid en geschiedenis hier verborgen liggen? Hij spreekt van ‘achterstallig onderhoud’. Een wandelpad van zestig kilometer verbindt alles met elkaar. Iedereen, vindt hij, moet hier gaan wandelen. Nee, zeggen De Vries en Bult in koor, dit zal geen Giethoorn worden.
Geef een reactie