Gelezen in de New York Times van 11 september 2016:
Zin in positief nieuws? Op 11 september 2016 berichtte de New York Times over een fantastisch project in Atlanta, Georgia. Het gaat over de Beltline, een netwerk van fiets- en wandelpaden in een stedelijk parklandschap, een project vergelijkbaar met de High Line in New York, maar dan groter, ambitieuzer, want op een voormalige ringspoorlijn binnen de uitgestrekte stad, die in onbruik was geraakt en die nu wordt omgetoverd in een langgerekt openbaar park. De eerste twee mijl – Eastside Trail – kwamen in 2012 gereed en zijn nu al een doorslaand succes. De volgende drie mijl komen binnenkort gereed en voeren langs de westzijde, waar de Afro-Amerikaanse gemeenschap van Atlanta woont. Atlanta is, zoals waarschijnlijk bekend, een extreem gesegregeerde stad die al decennia geteisterd wordt door een ‘witte vlucht’ en een heel ongezonde suburbanisatie. Terwijl veel Amerikaanse steden de laatste jaren moeizaam herstelden en hun centrum weer zagen opbloeien, verliest Atlanta nog altijd bevolking. Met de Beltline lijkt aan die vlucht naar buiten een einde te komen. Burgers en stichtingen hebben al 54 miljoen dollars opgehaald om de parkaanleg te bekostigen. Dit heeft voor 3 miljard dollar investeringen in vastgoed – woningen en winkels – langs het nieuwe park gezorgd. Betrokkenen denken zelfs dat Atlanta de komende 15 jaar in omvang kan verdubbelen (van 463.000 naar 900.000 inwoners). Noem het een megasucces.
Het allermooiste van de Beltline-geschiedenis is dat nota bene een masterstudent, Ryan Gravel, dit alles in gang heeft gezet. Gravel studeerde een tijdje in Parijs, waar hij onder de indruk raakte van de parken, waaronder de Promenade Plantée over de voormalige Bastille spoorlijn. Door hem werd een proces ontketend van hoop en initiatief en zo startte hij, eenmaal terug, in zijn geboortestad een burgerbeweging. Op dit moment is er een professionele organisatie werkzaam die de aanleg van het park stipt regelt. Wanneer in 2030 de gehele spoorlijn tot park zal zijn getransformeerd, zal de droom van Gravel de stad een waardestijging van 4,8 miljard dollar hebben opgeleverd en 45 buurten – rijk en arm, wit en zwart – met elkaar hebben verbonden. Nog zoiets moois: in Atlanta is inmiddels een discussie op gang gekomen over de nadelen van gentrificatie – de opwaardering en waardestijging van oude buurten – als gevolg van de Beltline en de noodzaak om ook weer sociale woningen te gaan bouwen. Dat hele programma was door de stad in de crisis juist stilgelegd. Gravel is tegenwoordig planoloog in Atlanta. Voor mijn studenten planologie een regelrechte opsteker!
Read in ‘Our kids’ (2015) of Robert Putnam:
Robert Putnam’s latest book is on American kids, their lives, their future. The social landscape in the land of opportunity is changing rapidly, that’s for sure. The sociologist teaching at Harvard University compares it with his own youth in hometown Port Clinton, Ohio, in the fifties. In half a century time it got a lot worse in terms of social mobility. He thinks it is now “a split-screen American nightmare, a community in which kids from the wrong side of the tracks that bisect the town can barely imagine the future that awaits the kids from the right side of the tracks.” The chapters are on families, parenting, schooling, community. The chapter on families is situated in Bend, Oregon; the one on parenting in Atlanta; the one on schooling in Orange County, California; the last one, on community, in Philadelphia. Then he focuses on what is to be done. Let’s study Atlanta.
Putnam describes Atlanta as an affluent, sophisticated, and global metropolitan area, the ninth largest in the USA. The city has a strong, diversified economy, with headquarters of CNN, Delta Airlines, UPS and Coke. Its history is one of racial division. In black residents, Atlanta is second to New York City. The city is being confronted now with a rapidly growing gap between rich and poor. Over the last ten years some half million new black residents entered the city. They all came from the North. Many of them have college degrees. But Putnam adds that the blacks in Atlanta itself are desperately poor. “Large swaths of southern and western Atlanta itself are over 95 percent black, with child poverty rates ranging from 50 percent to 80 percent.” So the black community is segregated along economic lines. He concludes that Greater Atlanta has the second-lowest rate of intergenerational social mobility of all major American cities – a great contrast with his own youth in Port Clinton, where poor kids and rich kids lived near one another. Wealth is accumulating in Atlanta, but many kids have no opportunities to do better. He thinks America is moving towards two countries: one rich, one poor.
Gelezen in NRC Handelsblad van 9 augustus 2013:
Afgelopen zomer schreef Sjoerd de Jong in NRC Handelsblad een boeiende recensie over ‘Killer On The Road’ van Ginger Strand. Het nieuwste boek van Strand gaat over de aanleg van het snelwegennet in de Verenigde Staten. Vanaf 1953 werden daar voor meer dan 43.000 mijl aan nieuwe autosnelwegen geasfalteerd, om steden en staten met elkaar te verbinden. Iedereen juichte en nog steeds noemen mensen dit vooruitgang. “De naoorlogse bloei van de Amerikaanse economie stimuleerde vrachtvervoer en de trek van de stedelijke middenklasse naar slaapsteden die alleen met de auto bereikbaar waren.” Niet dus. De automobiliteit blijkt ook of misschien wel juist een hele duistere kant te bezitten: de interstates werden het nieuwe werkterrein van moordenaars en psychopaten, van liftende eenlingen en truckers zonder moraal die weinig goeds voorhadden met de medemens. Vooral hoertjes – lot lizards – op de ‘truck stops’ moesten het ontgelden. Strand brengt het allemaal in beeld.
De autosnelwegen genereerden niet alleen suburbs, ze vernietigden ook bestaande steden. Zo voert de sinistere blik van Strand de lezer naar Atlanta, waar in de jaren zeventig en tachtig tal van autosnelwegen dwars door arme en zwarte woonwijken werden aangelegd. “These were white men’s roads, as the Nationale Urban League put it, through black men’s bedrooms.” Vooral zwarte jonge jongens werden het slachtoffer van seriemoordenaars. Wayne Williams blijkt de grootste, hij werd opgepakt, maar de interstates, wil Strand maar zeggen, lagen in werkelijkheid aan de basis. De Jong: “De moorden op zwarte kinderen die Atlanta begin jaren tachtig in de greep hielden, vonden plaats in wijken en buurten die waren verwoest door de aanleg van snelwegen.” Of, om Strand zelf aan te halen: “Atlanta’s urban renewal and expressway construction had, at the very least, built the stage on which the tragedy in Atlanta could unfold.” Ook Amsterdam kreeg ermee te maken toen de stad midden jaren zestig koos voor het IJtunneltracé. Een snelweg midden door de arme buurten in Oost en Noord ontwrichtte daar hele gemeenschappen. Criminaliteit bereikte er begin jaren tachtig een hoogtepunt. Nog altijd werkt de ring A10 als een cesuur die vooral arme wijken en buurten verdeelt en splijt. En het opvallende is, alleen het rijke Amsterdam-Zuid kan straks rekenen op een kostbare autotunnel.
Gelezen in ‘A man in full’ (1998) van Tom Wolfe:
Ruim vijftig studenten planologie aan de Universiteit van Amsterdam werken op dit moment aan gebiedsontwikkeling vanuit een leegstaand kantoorpand op Amsterdam Sloterdijk. De twaalfde en dertiende verdieping van een van de hoogste torens in het hart van het kantorengebied stelde Bright Offices om niet beschikbaar aan de studenten om in te werken. Dat is aardig. De organisatie probeert ondertussen het pand te verhuren. Er is Wifi en er zijn tafels en stoelen, maar koffie is er niet. Het deert de studenten niet, druk als ze zijn met afspraken maken, stakeholders spreken, gastsprekers ontvangen, stukken bestuderen. Medewerkers van de gemeente Amsterdam helpen hen daarbij.
Stukken bestuderen? Er is daar op Sloterdijk veel aan de hand, maar aan papier, laat staan theorie, heb je als planoloog op dit moment weinig, tenminste als je al die ingewikkelde vraagstukken in het gebied wilt oplossen. Er moet volop worden geïmproviseerd. Beter een goede roman lezen. Bijvoorbeeld ‘A man in full’ (1998) van Tom Wolfe. Die gaat over Charlie Croker, vastgoedontwikkelaar in Atlanta, Texas. Zijn trots – een veertig meter hoge toren in de suburbs van Atlanta – staat leeg, zijn schulden bij de banken blijken torenhoog, al zijn bezittingen dreigt hij van de bank te moeten verkopen. Wolfe biedt de lezer een kijkje in de psyche van deze ontwikkelaar. Tegelijk leer je de stad Atlanta kennen. Torens verstrekken Croker eeuwige roem, de naam van de architect is snel vergeten, maar de naam van de ontwikkelaar blijft. Overmoed doet Croker menen dat het niet uitmaakt waar hij de torens neerkwakt; Joel Garreau’s ‘Edge City’ is zijn lievelingsboek. Maar uiteindelijk, als alle ellende achter de rug is, is het inzicht daar: ‘What is it you’re looking for in this endless quest? Tranquillity. You think if only you can acquire enough wordly goods, enough recognition, enough eminence, you will be free, there’ll be nothing more to worry about, and instead you become a bigger and bigger slave to how you think others are judging you.” In het boek leer je ook Conrad Hensley kennen. Die blijkt de werkelijke held in het verhaal. Hensley weet hoe je een gelukkig leven moet leiden. Ik kijk uit het raam en zie de leegstaande torens van Sloterdijk. Zo’n roman zouden de studenten moeten lezen.
Gelezen op Forbes.com van 4 september 2008:
Atlanta is dit jaar uitgeroepen tot beste stad binnen de USA voor singles om in te leven. Dat meldt Forbes. De hoofdstad van Georgia, tevens hoofdkwartier van Coca-Cola en van CNN, is verkozen vanwege het geweldige uitgaansleven, het grote aantal singles dat er woont en de waanzinnig groeiende arbeidsmarkt. De stad is daarmee San Francisco voorbijgestreefd en ook New York laat het ver achter zich. Hoewel de Big Apple nog altijd een veel beter uitgaansleven kent en ook op veel andere factoren veruit het hoogste scoort, zijn het de economische feiten die zich al jaren tegen de stad keren: New York is te duur om in te wonen. Ook de arbeidsmarkt in de metropool aan de Oostkust kan niet gunstig genoemd worden – daarin staat de stad op de 29ste plaats. Voor New York en ook San Francisco is er één troost. "Our rankings are meant to be a guide for young, ambitious singles who, in an age of techno-mobility, can live and work wherever they want. Our methodology focuses on career-minded, "never-marrieds" under the age of 35. Older singles, divorcees, widows and widowers might find slightly different criteria more relevant to them."
Atlanta telt 417.000 inwoners, dat is iets tussen Den Haag en Utrecht in. Echter, de agglomeratie telt bijna vier miljoen inwoners. Daarvan is 38,5 % eenpersoonshuishouden. En de luchthaven van Atlanta is de grootste ter wereld. Ziedaar een mix van ruimtelijke kenmerken die ook een stad als Amsterdam typeren. Echter, het succes van Atlanta wordt bij Forbes niet aan de luchthaven toegeschreven, maar aan het zinderende nachtleven. Dat zou in het Amsterdamse ook moeten gebeuren. Want wie de ambitieuze singles weet aan te trekken, is tegenwoordig de absolute winnaar.
reacties