Gelezen in ‘Atlas Shrugged’ (1957) van Ayn Rand:
Ayn Rand schetst in haar roman ‘Atlas Shrugged’ (1957) een ontluisterend beeld van een failliete wereldeconomie waarin sociaal overheidsbeleid het ondernemen geleidelijk aan onmogelijk maakt. Een aantal ondernemers die in opstand komen tegen dit gruwelijke staatssocialisme met zijn belastingen en hoge regeldruk blijken doelbewust aan te sturen op de ontwrichting van de economie. Een van hen start een nieuwe gemeenschap ergens hoog in de Amerikaanse Rocky Mountains – ‘Galt’s Gulch’, vernoemd naar de oprichter John Galt -, waar ondernemers niets in de weg wordt gelegd en waar zij eindelijk eerlijk hun geld kunnen verdienen (en ook houden). De filosoof Hans Achthuis noemt deze heilstaat de utopie van de vrije markt. Rand zelf trekt de vergelijking met Atlantis – de stad waar heldengoden vredig samenleefden, maar die sinds lang verloren wordt gewaand en waarvan het bestaan zelfs in twijfel wordt getrokken. Amerikaanse neo-conservatieven zweren erbij en hopen dat John Galt hen komt redden.
Mij bekroop eerlijk gezegd het gevoel dat Rand hier gewoon de idylle van een ruimtelijk gesegregeerde gemeenschap schetst, niet zozeer een sekte, maar een groep gelijkgestemden die alle andersdenkenden rigoureus afwijzen en die voor zichzelf een ‘gated community’ beginnen waar ze in afzondering ongestoord kunnen genieten van hun eensgezindheid. Ze bewaken streng hun grenzen, hebben alle toegangswegen op een na afgesneden en laten niemand met afwijkende opvattingen tot hun territorium toe. Alle huizen lijken op elkaar, iedereen heeft dezelfde smaak. Diversiteit en pluriformiteit worden verafschuwd en daarin vinden alle ingezetenen elkaar. Feitelijk schetst Rand hier de Amerikaanse droom die later werkelijkheid zou worden en die ook in ons land de laatste tijd in opmars is: woonbuurten waar men elkaar op leefstijl uitzoekt en dan gezellig in afzondering samenwoont. Zelfs woningcorporaties in Eindhoven zwichten ervoor. Mensen willen niet meer samenleven, ze verdragen elkaar niet langer. Een gevaarlijke utopie. Lees Ayn Rand!
Gelezen in ‘Atlas Shrugged’ (1957) van Ayn Rand:
Eerder al schreef ik over Ayn Rand’s ‘Atlas Shrugged’, naar aanleiding van Hans Achterhuis’ ‘De utopie van de vrije markt’. Deze zomer las ik dan eindelijk de dikke pil die in mijn geboortejaar verscheen en die nog altijd tot de meest gelezen boeken behoort in Amerika. En ik moet toegeven, het is een indringend verhaal over een aantal meedogenloze ondernemers. Deze dystopie schetst precies de ondergang van Amerika die wij op dit moment beleven. Autofabrieken zijn op de fles gegaan, de Amerikaanse Oostkust is verworden tot een ‘Rustbelt’, New York wankelt, de financiele crisis heeft de meeste mensen verarmd, mensen met talent zijn gevlucht naar de ‘Sunbelt’. Het sombere beeld dat Ayn Rand bijna zestig jaar geleden schetste van een toekomstige Amerikaanse economie is juist nu werkelijkheid aan het worden. Geen wonder dat de roman aan de andere kant van de oceaan een ware revival beleeft. Alleen de oorzaak van de huidige crisis is een volstrekt andere dan die Rand indertijd schetste: niet de weke sociaal-democratie van Barack Obama, maar juist het keiharde, niets ontziende neoliberalisme van zijn voorgangers drijft de Verenigde Staten op dit moment naar de ondergang. Ik vrees echter dat Amerikanen dit heel anders zien. ‘Atlas Shrugged’ is de bijbel van de ultraconservatieven. Trouwens, van zo’n roman kan geen econoom het winnen.
Voor Rand zijn grote steden tastbare uitingen van economische vitaliteit en kracht, het zijn producten van individueel moedig ondernemerschap, niet van cultuur en samenleving. Wanneer bijvoorbeeld twee grootindustriëlen – Dagny Taggart en Hank Rearden – elkaar op Thanksgiving Day in New York ontmoeten, zegt Rearden: “You know, Dagny, Thanksgiving was a holiday established by productive people to celebrate the success of their work.” Waarna we lezen: “The movement of his arm, as he raised the glass, went from the portrait – to her – to the buildings of the city beyond the window.” Diezelfde Rearden – uitvinder van een nieuw soort metaal – wordt even eerder in de roman door een andere grootindustrieel, Ellis Wyatt, aangemoedigd New York te verlaten wanneer de ondernemers door Washington aan banden worden gelegd: “Hank, why don’t you move to Colorado? To hell with New York and the Eastern Seaboard! This is the capital of the Renaissance. The Second Renaissance – not of oil paintings and cathedrals – but of oil derricks, power plants, and motors made of Rearden Metal. They had the Stone Age and the Iron Age and now they’re going to call it the Rearden Metal Age – because there’s no limit to what your Metal has made possible.” Vele ondernemers vluchten de bergen in maar Rearden blijft op zijn post. Het is alsof Mark Zuckerberg wordt aangemoedigd New York te verlaten en zijn geluk te beproeven in San Francisco, aan de andere kant van de Rocky Mountains. Silicon Valley opgevat als een soort Atlantis. 1957, wat een vooruitziende blik!
Gelezen in Atlas Shrugged (1957) van Ayn Rand:
Gisteren in de Volkskrant Peter de Waard over de hekel die Nederlandse bedrijven zouden hebben aan overheidsbureaucratie. “De regeltjescultuur in Nederland is een nog belangrijker reden om niet te investeren of naar het buitenland uit te wijken dan hoge belastingen, files of de lastige bonden en ondernemingsraden.” Aanleiding: de mogelijke opheffing van alle product- en bedrijfsschappen. Het deed me denken aan ‘Atlas shrugged’. Deze immens populaire Amerikaanse roman van Ayn Rand staat model voor een neo-liberale utopie waarin de overheid de economie te gronde richt door het vrije ondernemerschap in de weg te staan, dus weg ermee. Elke overheidsinterventie blijkt uit den boze. Vrij ondernemerschap maakt de wereld beter en welvarender, marktcorrecties omwille van maatschappelijke doelen vormen een rem op welvaartsgroei. Individuen moeten helemaal vrijuit met elkaar kunnen concurreren. Dat is goed in de ogen van Rand. Planners moeten het ontgelden. Die moeten worden vernietigd. Lees en huiver.
Francisco d’Anconia is een schatrijke industrieel die kopermijnen heeft gekocht in het socialistische Mexico. Dagny Taggard is de zuster van de eigenaar van de Amerikaanse spoorwegmaatschappij die in goed vertrouwen mega-investeringen heeft gedaan in de aanleg van een spoorlijn naar de kopermijnen van d’Anconia in Mexico, om in het succes van haar zakenvriend te delen. Uiteindelijk blijken de mijnen niets voor te stellen, waardoor de spoorwegmaatschappij van Dagny Taggard failliet dreigt te gaan. Dat is een groot raadsel. Hoe kan de briljante ondernemer d’Anconia nu zo’n cruciale fout maken? Ze ontmoet hem. d’Anaconia legt haar uit waarom hij haar bedrogen heeft: de Volksrepubliek Mexico had een geweldig sociaal-ruimtelijk plan, met nederzettingen en voorzieningen voor de arbeiders, alles rond de private investeringen van d’Anconia gedacht. “It seems that the copper fortune of the San Sebastian Mines was part of the plans of the central planning council.” Hiermee wilde deze council de levensstandaard van de Mexicanen verhogen. Noem het een Publiek-Private Samenwerking. In werkelijkheid was er helemaal geen koper in de wijde omgeving te vinden. d’Anconia had ze bedrogen. Wanneer Dagny Taggard dit hoort, doorgrondt ze zijn motieven nog steeds niet helemaal, maar ze is het wel hardgrondig met hem eens: “Francisco! If you see what’s happening in the world, if you understand all the things you said, you can’t laugh about it! You, of all men, you should fight them! Whom? The looters, and those who make world-looting possible. The Mexican planners and their kind.” Nee, antwoordt d’Anconia haar, zijn list was niet alleen om de Mexicaanse overheidsplanners dwars te zitten, maar ook om Taggards spoorwegmaatschappij failliet te laten gaan. Het verlies van 15 miljoen dollar op de investering in de mijnen was hem dit alles waard geweest. Dagny blijkt nu pas echt onder de indruk. Planners weg, concurrent failliet. Wat een slimme man, die d’Anconia! Begrijpt u waarom deze roman zo populair is in Amerika?
Gelezen in De utopie van de vrije markt (2011) van Hans Achterhuis:
De roman ‘Atlas shrugged’ (1957) van de Amerikaans-joodse schrijfster Ayn Rand verscheen in mijn geboortejaar. Waarom haalde filosoof Hans Achterhuis deze zwaar belegen roman onlangs uit het stof om hem opnieuw in de schijnwerpers te plaatsen? Achterhuis bespeurt een utopie en een dystopie ineen. Een rechtse utopie ditmaal. Zelf kan hij het amper geloven. Pas in 1997, dus veertig jaar na verschijnen, wees een vriend hem op het boek en leende het aan hem uit. Achterhuis stond op het punt om naar een conferentie over utopieën in Memphis te reizen. Ayn Rand interesseerde hem niet erg, maar utopieën des te meer. “Atlas shrugged kreeg mij onmiddellijk in zijn greep. Terwijl mijn vrouw en ik via New York en Washington per auto westwaarts richting Memphis trokken, zwierf ik in mijn geest samen met Dagny Taggart en Hank Rearden, de hoofdpersonen van het boek, tegelijkertijd met trein en auto door de onmetelijke ruimten van de Verenigde Staten.” Zwaar onderschat had hij het boek dus. En inderdaad, Ayn Rand’s Atlas Shrugged blijkt niet alleen een hoogst actueel boek, het is ook een van de meest gelezen boeken in de Verenigde Staten tot op de dag van vandaag. Achterhuis ontdekte dat de jonge Alan Greenspan, later, onder president Gerald Ford, de voorzitter van de Presidentiële Raad van Economische Adviseurs en uiteindelijk president van de Federal Reserve Bank, tot de kring van intimi behoorden van Rand ten tijde van het schrijven van het boek. Kennis over de staalindustrie bijvoorbeeld tapte ze rechtstreeks van Greenspan af. Achterhuis: “Dat het neoliberalisme ondanks de vele wetenschappelijke Nobelprijzen voor Chicago-economen als Friedrich von Hayek en Milton Friedman, de aartsvaders van deze stroming, toch vooral een ideologie is, wordt in Europa langzamerhand wel onderkend. Maar dat het Ayn Rand was die de ideeën van de door haar bewonderde Hayek populariseerde in de vorm van een utopie, wordt daarbij meestal over het hoofd gezien.”
In ‘Atlas Shrugged’ proberen kapitalistische utopisten op allerlei manieren de bestaande samenleving kapot te maken, te beginnen met New York. Alleen wanneer de ondergang en de vernietiging van de oude wereld volledig zijn, is het voor hen mogelijk om de nieuwe utopische economie van het vrijemarktkapitalisme op te bouwen. Achterhuis: “Het is precies dit principe van destructie, crisis en totale breuk dat Friedman en zijn Chicago Boys ook ontdekten.” Door Ayn Rand daartoe aangezet las Achterhuis de teksten van de laatsten nu met andere ogen. “Hun teksten bleken een utopisme en activisme te ademen dat ik tot nu toe alleen maar kende van Marx en Lenin en hun volgelingen.” Elders schrijft hij: “Het utopische geloof dat in de vrije markt alles vanzelf goed zou komen, kan op deze manier in democratische verhoudingen nooit echt getest worden. Daar zijn autoritaire, zo niet totalitaire overheden voor nodig.” Vervolgens verwijst hij naar het Chileense experiment uit 1973 na de putch van Pinochet zoals beschreven in ‘The Shock Doctrine’ van Naomi Klein. Hij had beter dicht bij huis kunnen blijven. In Ayn Rand’s roman is sprake van een meritocratie en komt uiteindelijk een echte Atlas, John Galt, de wereld redden. Zouden de Amerikaanse neoliberalen wachten op John Galt?
reacties