Afgedwongen door de staat

On 9 februari 2019, in duurzaamheid, economie, by Zef Hemel

Gehoord in het Universiteitstheater te Amsterdam op 18 januari 2019:

Gerelateerde afbeelding

Bron: Castellers de Barcelona

Groei is meer van hetzelfde, krimp is minder van hetzelfde. Die opening koos Giacomo Dalisa voor zijn lezing tijdens de masterstudio ‘The Post-Growth City’ aan de Universiteit van Amsterdam. Dalisa is duurzaamheidseconoom en postdoctoraal onderzoeker aan de University of Coimbra, Barcelona. Groei, zei hij, is de oorzaak van een groot aantal problemen, krimp juist de oplossing. Nu lijkt het alsof iedereen steeds meer moet hebben om op hetzelfde peil te blijven. Zo kunnen we niet doorgaan. Hij riep de hulp in van de staat om het dominante groeidenken te keren. In een groene groei geloofde hij niet. Er is nog niets circulair aan de huidige economie. Er staat een olifant in de kamer. Hoe kunnen we de olifant veranderen? Dalisa gaf een aantal richtingen: terug naar het land, schulden-audits houden, werk eerlijk verdelen, stadslandbouw bedrijven. Mensen moeten hun leefstijl ingrijpend veranderen, lokaal geld in omloop brengen, progressieve belastingen invoeren, de werktijd verminderen, een basisinkomen uitkeren, zware belasting op CO2 heffen. Hij pleitte voor een ‘integrale staat’ zoals de Marxistische Italiaan Antonio Gramsci die had bedoeld en die deze alternatieve leefwijze bij de burgers afdwingt. Door consensus, zei hij, gaat het niet lukken.

Na afloop vertelde hij dat hij die avond in Barcelona werd verwacht. Zijn dochtertje zou die zaterdag deelnemen aan de bouw van een enorme menselijke toren, een van de ‘castells’ die in Catalonië in grote sporthallen onder toeziend oog van een enorme mensenmassa gebouwd worden. ‘Castells’ vormen een groot spektakel, typisch voor de streek aan de oostkust van Spanje, waarvan de vorming met opwindende muziek gepaard gaat en waarbij verschillende buurten het tegen elkaar opnemen. Zijn dochtertje zou, in kleurrijke kleren gestoken, de hoogste top van de toren uitmaken die door middel van een uitgekiende choreografie door een vijftal buurtbewoners was bedacht. Dalisa sprak verrukt. Als Italiaan, zei hij, bestudeerde hij al enige tijd het fenomeen van de ‘castells’: mensen werken hier samen, iedereen vertrouwt elkaar, de opbouw kan soms uren duren, mensen oefenen hun uithoudingsvermogen, jong en oud, man en vrouw, iedereen doet mee. Was het vroeger een typisch volksvermaak, tegenwoordig is het een traditie die sterk leeft in de brede middenklasse. Dalisa zag er alles in wat met niet-groei te maken heeft: elkaar helpen, gemeenschapszin oefenen, schoonheid ervaren, verbonden raken met de eigen streek. Dit was niet afgedwongen door de staat. Integendeel.

Tagged with:
 

Roerig Barcelona

On 27 januari 2019, in bestuur, internationaal, by Zef Hemel

Gehoord in het Universiteitstheater te Amsterdam op 14 januari 2019:

Afbeeldingsresultaat voor barcelona sprawl map

Bron: Arlina Garcia-Coll, Christina López-Villanueva, 2018

Verwacht geen trendbreuken, denk liever in lange lijnen. Dat advies gaf de Spaanse sociologe Marisol García, University of Barcelona, aan de deelnemers van de Masterstudio ‘The Post-Growth City’ aan de Universiteit van Amsterdam. Steden kennen een sterke padafhankelijkheid. Wat steden daarom vooral nodig hebben is politieke stabiliteit. Continuïteit in het bestuur is de basis voor ordentelijke stedelijke planning. In Barcelona, een gemeente van 1,6 miljoen inwoners, is de politiek sinds de financiële crisis echter hevig in beroering. In 2011 kwamen de conservatieven aan de macht na decennia van sociaal-democratie. Vier jaar later sloeg de slinger door naar de andere kant. Sinds 2015 regeert een minderheid van radicaal-linkse partijen. Binnenkort, in mei 2019, zijn er opnieuw verkiezingen in de Catalaanse hoofdstad. Garcia verwacht dat de partij En Comú Podem (‘In Common We Can’) van de jonge activistische burgemeester Ada Colau dan het onderspit zal delven. Barcelona kampt met ernstige governance problemen. Waardoor wordt die instabiliteit veroorzaakt?

Het is de dominantie van de Spaanse staat die heeft geleid tot een gevaarlijke financialisering van de nationale economie. Steden werden door haar beschouwd als vastgoedobjecten. Woningbouw werd aangejaagd met goedkope hypotheken. Het aandeel de bouwindustrie in de totale Spaanse economie groeide uit tot liefst 22 procent. En er waren allerlei belastingvoordelen. Ondertussen werden de steden in hun gemeentefondsuitkeringen gekort. In deze periode van kunstmatige hoogconjunctuur dijde Barcelona enorm uit. Overal in de wijde omtrek werd driftig gebouwd en ontwikkeld. Maar toen kwam de crisis. Mensen verloren hun woning. Het drama van meer dan 30.000 leegstaande woningen veroorzaakte de politieke turbulentie waar Barcelona tot op dit moment nog in verkeert. Gelukkig is de sprawl niet zo erg als in en rond Milaan, maar het fileleed is ernstig en de ruimtelijke planning is gefragmenteerd, waarbij 164 gemeenten moeten samenwerken. Ondertussen groeit het internationale toerisme. En dat terwijl Barcelona ooit beroemd was om haar compacte stadsontwikkeling. Het gepolariseerde politieke klimaat, aldus García, werkt verlammend. En de linkse actievoerders die nu een minderheidscoalitie vormen, hebben geen contact met het bedrijfsleven. Wat ze doen is het uit de kast halen van het oude ‘the better districts program’ uit de periode 2004-11. Zonder instemming van de bevolking durven ze niets. Als grote kanshebber voor de komende verkiezingen werpt zich een jongere broer van de vroegere Olympische burgemeester Pasqual Maragall op als aanvoerder van een onafhankelijke beweging. En vergeet ook niet de opmerkelijke kandidatuur van Manuel Valls. García is somber.

Fearless Cities

On 14 september 2018, in participatie, politiek, by Zef Hemel

Gelezen in ‘Common dreams’ van 3 juni 2017:

Gerelateerde afbeelding

 

Er waait een frisse wind door de wereld. Hij komt uit Barcelona. Barcelona werd, net als de rest van Spanje, door de financiële crisis hard geraakt. Sindsdien is het er onrustig. Toen in de zomer van 2015 de burgerbeweging Barcelona En Comú in de Catalaanse hoofdstad de lokale verkiezingen won, werd er door de nieuwe machthebbers stevig ingegrepen. De vrouwelijke burgemeester Ada Colau, die kort daarvoor nog actievoerder was, leidt een heuse ‘municipalistische beweging’. Sinds haar aantreden investeert Barcelona vanuit het stadhuis substantieel in politieke burgerparticipatie, met een sterk feministische inslag. Het ‘commons-begrip’ speelt daarbij een belangrijke rol: burgers bezetten gebouwen, straten en pleinen en knappen deze gezamenlijk op, geprivatiseerde energie- en andere nutsbedrijven gaan terug in handen van de gemeente, enzovoort. Wat de Amerikaanse Nobelprijswinnaar Elinor Ostrom ooit aanduidde als ‘commons’ wordt nu uitdrukkelijk naast publiek en privaat als mogelijkheid geplaatst. ‘Urban commoning’ wil zoveel zeggen als: de schaarse hulpbronnen gezamenlijk beheren in voortdurend open overleg met het doel overexploitatie te voorkomen. In 2017 startte vanuit Barcelona zelfs een internationale beweging die zich ‘Fearless City’ noemt. Ze probeert alle stedelijke burgerrechtenbewegingen te verenigen. Binnenkort houdt ze een conferentie in Brussel, waar sympathisant-steden uit Noord-West Europa de beginselen van de municipalistische beweging zullen onderschrijven. Amsterdam zal ook aanwezig zijn.

Ik las een gids van Barcelona En Comú die een handleiding wil zijn voor andere steden in ‘het terugveroveren van de stad’. Kern is een stappenplan voor het bouwen van een burgerplatform. Zo mag er per stad slechts één platform zijn waar alle groepen samenkomen. Het platform schrijft een manifest dat in een grote open bijeenkomst aan alle burgers wordt gepresenteerd, inclusief een tekst met principes en afspraken. Daarnaast dient een ethische code te worden afgesproken die door alle bestuurders wordt onderschreven. Alle financiële middelen die worden ingebracht dienen helder te worden verantwoord. Vervolgens wordt een politiek programma opgesteld, dat concrete maatregelen bevat. Deze wordt voorbereid door talrijke beleidsgroepen. Voor elke buurt worden bovendien de eisen van bewoners geïnventariseerd. Dan pas kunnen vertegenwoordigers worden aangewezen. “We try to seek a balance between horizontality and effectiveness, while maintaining a firm commitment to internal democracy and gender equality. This commitment implies ensuring that everyone feels comfortable in debate and decision-making spaces, that people can combine their activity in the platform with work and caring responsibilities, and that digital tools do not become a barrier to participation due to age or income.” Het geheel doet sterk denken aan het oude gemeente-socialisme van de legendarische wethouder Floor Wibaut gemengd met een vleugje stadsvernieuwingssocialisme van wethouder Schaefer. Fearless betekent radicaal van onderop. Ook in Amsterdam gaan we het meemaken.

Tagged with:
 

Superblocks in opmars

On 2 juni 2018, in stedenbouw, by Zef Hemel

Gezien in Barcelona op 30 mei 2018:

Afbeeldingsresultaat voor superblocks barcelona

 

Barcelona, met 1,6 miljoen inwoners tweemaal zo groot als Amsterdam, dringt de auto effectief terug uit de stad. Uit het historische centrum met zijn nauwe straatjes is de automobiel al grotendeels verdwenen. Nu volgt de negentiende eeuwse gordel – de Eixample. De strategie gaat uit van zogenoemde ‘Superblocks’. Binnen het grid van stedenbouwkundige Cerda worden telkens negen blokken bij elkaar gevoegd en autovrij gemaakt. In totaal wordt er aan het autovrij maken van liefst negen van deze ‘Superblocks’ tegelijk gewerkt, elk in een ander tempo, in totaal gaat het om 81 blokken van de in totaal 520 blokken. Elk blok meet 113 meter bij 113 meter, de straten zijn 20 meter breed. Het is een kwestie van experimenteren en uitproberen en de bevolking raadplegen – sommige autorijders verzetten zich hevig -, maar uiteindelijk zal een groot deel van Barcelona van autoverkeer worden bevrijd. Een fijnmazig bussysteem over de hoofdaders komt ervoor in de plaats. We bezochten er afgelopen week de eerste, in de buurt van Poblenou, aan de zeekant van Avenida Diagonal. Ik bevond me in een denktank van experts uit de Nederlandse zorgsector en wonen die zich buigen over de toekomst van het zorglandschap in een vergrijzende samenleving: Archizorg. Dit was een model dat ons aansprak. Terwijl de dichtheid in elk van de blokken stevig wordt opgevoerd tot een formaat en hoogte die onze Nederlandse steden helaas niet kennen, kwamen we een uur lang bijna geen auto meer tegen. Onvoorstelbaar, maar het kan.

Van degene die ons rondleidde begreep ik dat het autovrij maken van zo’n stadsdeel gepaard gaat met verhevigde gentrificatie en snelle grondwaardestijging. Kennelijk zijn er ontzettend veel mensen die graag in de grootstad willen wonen en werken, maar die ervan afzien omdat ze het drukke autoverkeer niet verdragen. Ineens is er speelruimte voor de kinderen, worden er parken aangelegd, wandelen drommen mensen ongehinderd door de stedelijke ruimte. De stadsgeluiden zijn ook anders, veel prettiger, het autolawaai is teruggedrongen naar de achtergrond, je kunt gewoon een straat oversteken. Nog even en 7 van de 13,8 miljoen vierkante meter asfalt tussen de blokken is voor de bewoners, niet langer voor het blik. Sinds de invoering is het autoverkeer met 26 procent afgenomen, wandelen met 10 procent toegenomen, fietsen met 30 procent gegroeid, het busvervoer toegenomen met 5,5 procent. En de grondwaardestijging? Die leidt tot meer hoogbouw en verdichting, dus stelt de gemeente vooraf eisen aan de private grondeigenaren binnen elk blok: ze mogen ontwikkelen mits 10 procent sociale woningen, 10 procent nieuwe parkruimte, 10 procent extra publieke voorzieningen: scholen, winkels, zorgvoorzieningen, moeten worden toegevoegd. Ze dienen ook bij te dragen aan de herinrichting van het asfalt. Marktpartijen betalen zo mee aan de verdichting en het leefbaar maken van de stad. Ook voor ouderen is dit de oplossing. Een mooi model voor de uitbreidingsgebieden buiten de Amsterdamse ring A10. Iets voor het nieuwe gemeentebestuur?

Nederland aan de Middellandse Zee

On 29 november 2017, in infrastructuur, politiek, by Zef Hemel

Gelezen in NRC Handelsblad van 27 september 2017:

Afbeeldingsresultaat voor gdp catalunya

Bron: Marisol Soana 2012

Barcelona wil een stadstaat worden. Ik sprak erover met verscheidene Barcelonezen. Jaren van opgekropte woede jegens Madrid blijken er achter hun Catalaanse referendum-initiatief schuil te gaan. De tweede stad van Spanje voelt zich achtergesteld door het regeringscentrum. Deels gaat de woede terug op de besluitvorming rond de aanleg van de eerste hogesnelheidstrein in Spanje. Die voerde van Madrid naar Sevilla, en niet naar de tweede stad van Spanje: Barcelona. De Spaanse regering koos voor het kleinere Sevilla vanwege de Wereldtentoonstelling van 1992, maar in datzelfde jaar organiseerde Barcelona nota bene de Olympische Spelen, dus met evenveel reden zo niet met meer reden had men voor haar kunnen kiezen. De verontwaardiging in Catalonië was groot.  Pas in 2008, dus 16 jaar later, kwam het traject Madrid-Barcelona gereed. Toen bleek dat op dit traject niet de maximale snelheid van 350 kilometer kon worden bereikt, doch ‘slechts’ 300. De snelle verbinding Valencia-Madrid bestaat sinds 2010, maar  Barcelona wil graag een snelle spoorverbinding met het zuidelijk gelegen Valencia. Echter, alle lijnen van het uitgebreide hogesnelheidsnet in Spanje voeren naar Madrid.

Het goederenspoor langs de oostkust van Spanje via Barcelona moet nodig opgeknapt worden. Ook de haven van Barcelona wacht met smart op overheidsinvesteringen. De luchthaven van Barcelona is sleets vergeleken met de Madrileense hub. Vergeleken met Madrid is eigenlijk alle infrastructuur rond Barcelona flink verouderd. De Spaanse president Rajoy beloofde Barcelona in maart dit jaar een extra bedrag van 4,2 miljard euro voor infrastructuurinvesteringen, waarvan 3,0 miljard voor de trein en 200 miljoen voor een verbinding met de El Prat-luchthaven. Het was te laat. In Barcelona geloofde men hem niet meer. Let wel, met een Bruto ‘Binnenlands’ Product van 215 miljard euro is de economie van de metropoolregio Barcelona even groot als die van een land als Finland of Ierland. Catalonië wil heel graag ‘een Nederland aan de Middellandse Zee’ worden. Waarom Nederland wel en Catalonië niet, is haar redenering? Catalonië is 32.113 km2 groot, Nederland meet 41.500 km2. Zo heel vreemd is die gedachte niet. Barcelona zou economisch veel beter kunnen presteren als ze de infrastructuur kreeg die ze verdiende.

Tagged with:
 

Profiteren van Barcelona

On 5 november 2017, in politiek, sport, by Zef Hemel

Gelezen in NRC Handelsblad van 1 augustus 2017:

Afbeeldingsresultaat voor barcelona 1992

Terwijl Catalaanse ministers in de gevangenis zijn gezet en de Catalaanse president Carles Puigdemont hals over kop is gevlucht naar Brussel, herlees ik een krantenbericht van afgelopen zomer. Toen – amper drie maanden geleden nog maar – vierde de Catalaanse hoofdstad Barcelona dat zij vijfentwintig jaar geleden de Olympische Spelen organiseerde. De Spelen van 1992 staan nog altijd te boek als de succesvolste aller tijden. “De Spelen van 1992 hebben de Catalanen met trots vervuld. Die hebben voor een blijvende mentaliteitsverandering gezorgd. Alleen als je in jezelf gelooft dan kun je beste ergens in zijn,” aldus voormalig proftennisser Jordi Arrese in NRC Handelsblad van 1 augustus 2017. En volgens Puigdemont zelf kon je gerust spreken van een tijdperk vóór en ná die Zomerspelen. “Barcelona liet zien dat de stad zich kon meten met andere wereldsteden. We plukken daar nu nog de vruchten van.” Opvallend is dat er destijds sprake was van een zeer goede samenwerking tussen de centrale regering in Madrid, het regionale bestuur van Catalonië en de stad Barcelona. Door alle betrokkenen werd ingezien dat dit een historisch evenement zou kunnen zijn. Historisch werd het inderdaad. Dankzij het model-Barcelona.

Wat was het model-Barcelona? De investering van 6,5 miljard euro moest blijvende waarde opleveren voor de Catalaanse stad, dat stond bij iedereen voorop. Voor de stedenbouwkundigen was het een ideale mogelijkheid om de krakkemikkige stad grondig te moderniseren. Vliegveld, ringweg en jachthaven werden gekoppeld aan het idee van een wereldstad aan zee. De stinkende rivieren werden schoon gemaakt en langs de kust verscheen een nieuw strand. De oude structuur van dorpen binnen de stad werd versterkt door de sportaccommodaties in vier verschillende delen aan te leggen, waardoor de hele stad opveerde. Industriestad Barcelona werd omgetoverd in een mondaine badplaats aan zee. Spanje heeft enorm meegeprofiteerd van de Catalaanse Spelen. Het land is sindsdien een kampioen in topsport geworden. Maar de uitstraling van de krachtige metropool Barcelona strekte verder: tal van zwakke regio’s binnen Spanje worden op dit moment met Barcelonees geld op de been gehouden. Dus waarom deze politieke crisis? Arrese heeft gelijk. Het door de financiële crisis geplaagde Spanje gelooft niet meer in zichzelf. Ondertussen dreigt het zelfbewuste Barcelona aan zijn eigen succes ten onder te gaan.

Tagged with:
 

De vorming van een stadstaat

On 20 oktober 2017, in politiek, sport, by Zef Hemel

Gelezen in Vrij Nederland van 27 oktober 2015:

Afbeeldingsresultaat voor map barcelona catalunya

 

Catalonië telt in totaal 7,5 miljoen inwoners. Barcelona is hoofdstad van Catalonië en telt op tot 1,6 miljoen inwoners. Maar het inwonertal van de metropolitane regio als geheel nadert nu al de 6,3 miljoen. Dat staat gelijk aan vrijwel de gehele Catalaanse bevolking. De naderende afscheiding van Catalonië komt dus neer op de vorming van een heuse stadstaat, ze lijkt minder een uiting van regionaal separatisme dan van globalisering en de vorming van een wereldstad waar overigens opvallend veel Andalusische migranten wonen en werken. Barcelona is sinds 1975, na de val van Franco, inderdaad een wereldspeler geworden, misschien wel meer dan Madrid, dat zich nog altijd gedraagt als de hoofdstad van een traditionele natiestaat. Wie Barcelona frequenteert weet ook dat de stad aan de oostkust van het Iberische schiereiland internationaal van steeds grotere betekenis is als handelsmetropool. De neiging tot afscheiding is dus, nog afgezien wat het Spanje van Franco er heeft aangericht en de diepe wonden die dit heeft geslagen, een volstrekt begrijpelijke. Barcelona wordt een soort van Europees Singapore. Gek dat dit nergens in de pers wordt opgemerkt.

Wie herinnert zich niet de Olympische Spelen van Barcelona 1992? Kort na het Franco-regime, in 1985, wisten de Catalanen de Olympische Spelen naar hun hoofdstad te halen, ten koste van de kandidatuur van Amsterdam. De spelen waren een mega-succes en betekenden in de stedenbouwkundige ontwikkeling van de ontluikende metropool een ware renaissance. Vanaf dat moment koos Barcelona voor het wereldtoneel door oude industrieterreinen aan de haven om te toveren in buitengewoon aantrekkelijke woon- en werkgebieden, iets wat Amsterdam langs het IJ sindsdien ook probeert te doen, maar waarvoor het dertig jaar langer heeft moeten uittrekken. Barcelona is dan net ook zo groot als de hele Randstad. Samen met het Australische Sydney wist ze door het organiseren van de Olympische Spelen veel respect in de wereld te winnen. De huidige strubbelingen met Madrid kunnen volgens mij dan ook alleen maar uit deze unieke historische gebeurtenis worden verklaard, die tal van nieuwe internationale initiatieven heeft ontketend en die mijns inzien vooral zijn aan te merken als globalisering. Wat zei de linkse burgemeester Ada Colau na het militaire ingrijpen door de Spaanse regering? Premier Rajoy is een lafaard die moet aftreden. Colau, die na de financiële crisis van 2008 actie voerde tegen huisuitzettingen, staat dicht bij de stedelingen en begrijpt hun diepste gevoel. Ze noemde zich ‘een wereldburger’ die ‘tegen alle grenzen is.’

Tagged with:
 

Normaal

On 9 juli 2014, in infrastructuur, by Zef Hemel

Gelezen in ‘The Influence of Bike Share Systems on Cycling Behavior’ van Seth Lowe:

Deze week studeerde de Amerikaanse planoloog Seth Lowe af aan de Universiteit van Amsterdam op een studie naar fietsdeelsystemen in een aantal grote steden. Marco te Brömmelstroet was zijn begeleider. De gehanteerde systemen in Parijs, Rome, Melbourne en Barcelona vergeleek Lowe met elkaar. Alle vier ‘bike share systems’ vormen derde generatie-deelsystemen die door GPS-technieken voldoende vandalismebestendig zijn. De oudste zijn die van Parijs en Barcelona (2007), de jongste is die van Melbourne, Australië (2010). In zijn onderzoek richtte hij zich met name op de karakteristieken van de gebruikte fietsen. De steden koos hij om verschillende fietstypen te evalueren. Welk fiets wordt door de meeste gebruikers geprefereerd? Bijna tweehonderd personen in de vier steden interviewde hij, die hij eenvoudig kon bereiken via Facebook en Twitter. Aansluitend interviewde hij nog achttien fietsreparatiewinkels en fietsexperts in de vier steden. Wat bleek? Vrijwel iedereen wil het liefste een gewone stadsfiets van het Nederlandse type. Dat was opmerkelijk, want veel partijen meenden dat deelfietsen ultramodern en juist sportief moeten zijn.

Toch is het logisch. In het algemeen bleek dat gebruikers van de fietsdeelsystemen vooral willen dat fietsen als activiteit in hun eigen stad gewoon, normaal, wordt. Lowe: "that respondents want to seem as ‘normal’ als possible." Sterker, hun diepste verlangen is dat via de fietsdeelsystemen steeds meer mensen, net als zij, zullen gaan fietsen en dat niemand meer opkijkt als ze een fietser tegenkomen in het verkeer. Afwijkend fietsgedrag en uitgesproken fietsuitrusting (helmen) worden daarom ook niet gewaardeerd. Men wil geen subcultuur of sekte lijken. "There was a general consensus that the bikes used in different systems should stand out and be identifiable but in a tasteful way that represents the city." De geïnterviewden in alle vier steden verkozen het type fiets dat gebruikt wordt in Rome boven alle andere. Dat is overigens het fietstype in het slechtst presterende fietsdeelsysteem van alle vier steden, al schijnt Turijn, waar hetzelfde type fiets wordt gebruikt, wèl succesvol te zijn.

Tagged with:
 

Barcelona-Madrid

On 2 maart 2008, in infrastructuur, internationaal, by Zef Hemel

Gelezen in Het Parool van 20 februari 2008:

Amsterdam is twee jaar geleden van plaats vijf op de lijst van concurrerende Europese metropolen gestoten door Barcelona. Vlak achter Amsterdam, op plaats zeven, staat nu Madrid. Ook die is sterk in opkomst. Sinds vorige week rijdt er een hogesnelheidstrein tussen beide Spaanse steden: afstand 628 kilometer, duur twee uur en 38 minuten, prijs: 164 euro voor een enkele reis, amper 40 euro goedkoper dan een vliegticket. Tussen Amsterdam en Brussel rijdt nog altijd geen hogesnelheidstrein. Niet dat Amsterdam rechtstreeks concurreert met Madrid, maar het valt wel gemakkelijk te voorspellen dat Madrid binnenkort Amsterdam ook van de zesde plaats zal stoten. En dat terwijl het huidige college van Amsterdam juist de ambitie heeft uitgesproken om de Nederlandse hoofdstad weer terug te krijgen in de top vijf. Ik denk dat dat lastig gaat worden.

Toegegeven, ook de Spanjaarden hebben vier jaar langer over de bouw van het spoortraject gedaan dan begroot. Bij ons is dat niet anders. En het feit dat de kogeltrein daar nu eindelijk rijdt is vooral te danken aan de Wereldexpo die binnenkort in Zaragoza over een paar maanden zal openen, niet aan de beide steden. Zaragoza ligt aan het traject van de AVE tussen Madrid en Barcelona. Voor het succes van haar Expo is die trein hard nodig. Zelf heeft Zaragoza geen vliegveld en ook is er geen rechtstreekse autosnelweg tussen Zaragoza en de rest van Europa, hoe graag deze Spaanse stad dat ook wil. De Pyreneeën zitten in de weg. Voor haar is er dus eindelijk deze snelle trein gekomen. Barcelona en Madrid hadden niet zoveel haast. Dat klopt ook wel, want Barcelona en Madrid mogen elkaar niet. Het zijn grote rivalen. "De twee steden staan elkaar niet alleen naar het leven als het om voetbal gaat. Zover als de geschiedenis teruggaat, proberen ze elkaar de voet dwars te zetten." De regering zit in Madrid, dus dan weet je het wel.

Het is een mooi voorbeeld van irrationeel gedrag van steden. Ze concurreren verbeten met elkaar, waardoor ze zichzelf benadelen. En de regering van het land helpt maar al te graag een handje. Toch komt uiteindelijk de verbinding toch tot stand. Ik ben benieuwd wanneer de eerste hogesnelheidstrein tussen Amsterdam en Rotterdam gaat rijden. Vreemd trouwens, dat Den Haag, ons regeringscentrum, niet aan het hogesnelheidsspoor ligt. Zou het realiseren daarom zo traag bij ons gaan?

Tagged with:
 

Ildefonso Cerdà

On 11 januari 2008, in geschiedenis, stedenbouw, by Zef Hemel

Gezien in De Zuiderkerk te Amsterdam op vrijdag 11 januari 2008:

Alweer zo’n grote negentiende eeuwse naam. Ildefonso Cerdà. Catalaans wiskundige, architect en civiel ingenieur, opgeleid te Madrid, later werkzaam te Barcelona. Alweer een man die precies op het juiste moment in de geschiedenis gereed was voor het grote stedenbouwkundige werk. In 1858, tijdens een kortdurend progressief Spaans bewind, gaf de in de hoofdstad Madrid gevestigde Spaanse regering ineens toestemming aan het Catalaanse Barcelona om de vestingwallen te slechten en de stad uit te leggen. De jonge Cerdà had juist drie jaar daarvoor zijn omvattende studie met het revolutionaire, industriële grid gereed gemaakt. Die had hij overigens zelf betaald uit een omvangrijke erfenis die hem in 1848 was toegevallen.

De drang om de stad Barcelona uit te leggen was in 1858 gigantisch. De economie groeide explosief doordat de havenstad als geen ander profiteerde van de handel met het jonge Amerika. Overal in de dorpen in de omgeving van de stad ontstond industrie. Maar de stad zelf bleef de vorm houden van een citadel, omgeven door een ruim schootsveld dat op last van de Spanjaarden niet bebouwd mocht worden. Dat leidde tot een onhoudbare situatie, met volksopstanden en rumoer. Op dat moment was de dichtheid in de stad opgelopen tot liefst 700 inwoners per hectare. Vergelijk dat maar eens met Parijs op dat moment: 291 inwoners per hectare. Of Berlijn: 189 inwoners per hectare. Of Londen: 128 inwoners per hectare. Een snelkookpan dus, een mierenhoop! Geen wonder dat het door Cerdà getekende grid van Cerdà een oppervlak besloeg van niet minder dan acht maal de bestaande stad. Dat was helemaal geen uitleg meer! Dat was een metropool, ingetekend rond een provinciestad van amper 300.000 inwoners.Vergelijk dat eens met de Amsterdamse discussie in diezelfde tijd – de moeite die het Samuel Sarphati kostte om over de Singelgracht heen te bouwen. Van Niftiks plan dateerde uit dezelfde tijd als het grid van Cerdà. Ook diens plan was behoorlijk stoutmoedig. Het werd door de Amsterdamse gemeenteraad terzijde gelegd. De burgemeester deed het af als "eene phantasie van een ambtenaar."

Tagged with: