Gelezen in Egypt Today van 14 juli 2018:
Bron: Egypt Today
Let op de grootste stad van Afrika, Caïro, de hoofdstad van Egypte. Volgend jaar opent daar het Grand Egypt Museum, ontwerp van het Ierse architectenbureau Henegham Peng. Het nieuwe museum ligt op twee kilometer afstand van de piramides van Gizeh en werd gefinancierd met Japans kapitaal. De Egyptische regering verwacht hier jaarlijks drie miljoen toeristen. Een nieuw vliegveld aan de westkant van de megastad dat onlangs werd geopend, moet het toeristenverkeer van en naar Gizeh soepel afwikkelen. Toeristen die landen op Sphinx Airport hoeven straks het hectische Caïro niet meer in. Daar komt bij dat de Egyptische regering vijfenveertig kilometer oostelijk van Caïro een compleet nieuwe hoofdstad bouwt, groot 700 vierkante kilometer (dat is twaalf maal zo groot als Manhattan). Het complete regeringscentrum zal hier naartoe worden verplaatst, evenals de studio’s van de Egyptische televisie. De nieuwe stad krijgt circa zeven miljoen inwoners, anderhalf miljoen banen en wordt voorzien van alweer een nieuw vliegveld. Geschatte kosten: 45 miljard dollar (maar sommigen denken eerder dat het 300 miljard wordt). De vastgoedportefeuille is voor vijftig procent in handen van het Egyptische leger. Een Chinese aannemer bouwt het eerste deel. De Chinese ambassadeur in Egypte verklaarde dat de nieuwe stad deel zal uitmaken van het ‘One Belt, One Road’ initiatief van president Xi Jingping.
De nieuwe stad krijgt volgens de plannen 1.250 moskeeën, 2.ooo scholen en 600 ziekenhuizen. De ambitie en de krankzinnige omvang doen vermoeden dat Egypte hier niet minder dan een nieuw Dubai wil bouwen. Zelf spreekt de regering van een tweede Singapore, want het wordt een ‘smart city’. Zijn de plannen werkelijk megalomaan? Wie de congestie van Caïro kent, zal verlangend uitkijken naar de uitvoering. Op termijn moet de drukte in de oude stad minder worden als de nieuwe stad verrijst. Nu nog telt Caïro 18 miljoen inwoners, in de hele metropolitane regio leven 24 miljoen zielen, maar rond 2050 verwachten demografen een verdere groei naar 40 miljoen. Iedereen begrijpt dat de bestaande stad deze verdubbeling niet zal overleven. Overigens maakte de Egyptische regering onlangs bekend dat zij nog eens twintig nieuwe steden elders wil bouwen, goed voor nog eens dertig miljoen inwoners. Binnenkort verrijst de eerste wolkenkrabber aan de Egyptische horizon: 345 meter hoog wordt ze. Daarmee wordt ze het hoogste gebouw van heel Afrika. Het moet president Trump als muziek in de oren klinken. De Egyptische president was afgelopen week voor de tweede keer bij hem op bezoek.
Gelezen in The Guardian van 16 maart 2015:
Op 2 april 2015 start een nieuwe editie van ‘Cities in Transition’, een minor Urban Studies in het bachelorprogramma die ik vanuit mijn leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam verzorg. Dit jaar gaan we de casus Moskou verbreden en meer inbedden in een globale context. Istanbul en Toronto komen erbij. Maar nu las ik afgelopen week over twee andere metropolen. Tegenover Moskou, met zijn geplande dubbelstad van twee miljoen Moskovieten in het zuidwesten, zouden zij evengoed Jeddah en Caïro kunnen worden geplaatst. Ten noorden van het Saoedische Jeddah bouwt de koning een compleet nieuwe stad, King Abdullah Economic City (KAEC), in de woestijn. Eind dit jaar rijdt daar de eerste hogesnelheidstrein naar de heilige steden Mekka en Medina. De andere metropool – Caïro – lanceerde afgelopen week een plan om oostelijk van de bestaande stad in de woestijn een nieuwe stad te bouwen. In zeven jaar tijd wil men daar vijf miljoen Egyptenaren huisvesten en alle regeringsgebouwen naartoe verplaatsen. Het oppervlak van de nieuwe stad wordt zo groot als de stadstaat Singapore. De geprognotiseerde bevolkingsomvang van Caïro in 2050 is 40 miljoen zielen. Nu al leeft 96% van de bevolking van het land op slechts 4% grondoppervlak. De congestie is er enorm. Het bouwen van een nieuwe stad moet daarin verlichting brengen. Zo is het ook in Moskou.
Hebben deze dubbelstadplannen werkelijk toekomst? Zullen ze ooit werken? En wat doen al die presidenten met die architecten, bouwers en ontwikkelaars in dat maagdelijke gebied? Vanwaar die krankzinnige maquettes van compleet nieuwe steden in woestijnen? En in hoeverre bieden die presidenten tegen elkaar op? Antwoorden mogen de studenten zelf verzinnen. Ik hoop dat ze daarbij zullen putten uit hun eigen geschiedenis. Want het is nog niet zo lang geleden dat de Nederlandse regering de bouw van een nieuwe stad beval ten oosten van de hoofdstad, in een diepe lege polder. De premier achtte Amsterdam te druk en te vol. Hij rekende op twintig miljoen Nederlanders rond het jaar 2000. Almere kreeg de forse groeitaakstelling van liefst 300.000 inwoners. Haar geplande oppervlak was groter dan van moederstad Amsterdam. Met de stichting van Almere werd voorkomen dat Amsterdam in 2000 zou uitgroeien tot een metropool als Londen of Parijs. Die steden vond de regering onleefbaar. Wat een vergissing. Maar het idee was simpel, de grond was er goedkoop en voor de bouwwereld was de deal buitengewoon lucratief.
Gelezen op Aljazeera van 24 september 2008:
Op 24 september 2008 kwamen 82 mensen om in de reusachtige sloppenwijk Manshiyet Nasser te Caïro, Egypte, en raakten nog eens honderden mensen dakloos. Stenen vielen van een berghelling op de woningen en vermorzelden de bewoners die binnen lagen te slapen. Een aardbeving bleek het niet te zijn. De oorzaak was menselijk falen. “The area is full of densely-packed informal housing with no central sewer system. When the sewage touches the fragile surface of the limestone, it changes its consistency into a flour-like paste.” In 1994 gebeurde hetzelfde. Toen kwamen 30 mensen om het leven. Manshiyet Nasser is een van Caïro’s oudste sloppenwijken, gebouwd eind jaren ‘60 op een braakliggend terrein, aan de voet van het Moquattam plateau. “As housing costs forced many Egyptians to become squatters, wooden shacks and shoddy brick apartments spread over the hill between unstable cliffs, heaps of garbage and an unused railroad track.” Op slechts vijf vierkante kilometer wonen in Manshiyet Nasser, bijgenaamd Garbage City, liefst 1,2 miljoen mensen dicht opeen gepakt, te midden van het vuilnis. Hoe reageerden de autoriteiten? De overheid beweerde de bewoners te hebben gewaarschuwd, de bewoners beschuldigden de overheid niets aan hun erbarmelijke leefomstandigheden te hebben gedaan. De overheid wil sindsdien de bewoners herhuisvesten, maar de bewoners kopen, beweert men, de ambtenaren om om te kunnen blijven.
Het zijn niet altijd stenen die de woningen verwoesten. Op 28 maart 2010 kwam een 35-jarige man om het leven toen een bulldozer illegale woningen in dezelfde sloppenwijk probeerde weg te vagen. De woningen stonden in de buurt van de verblijven van Suzanne Mubarak, de vrouw van de president. Een jaar later, op 10 februari 2011, protesteerden negentig families uit Manshiyet Nasser tegen de afbraak van hun huizen door de autoriteiten. Ze gebruikten afval uit de straten, waarop ze leuzen tegen de regering hadden geschreven. Waarom afval? Vrijwel alle inwoners van de Manshiyet Nasser verdienen de kost met afval. Ze verzamelen het, sorteren het, recyclen het en verkopen het weer door. Iemand noteerde eens, bij het zien van de sloppenwijk: “At every angle, Garbage City feels like what the world would look like if someone grabbed it by the corner and shook it.” Zomaar wat aantekeningen in de marge van de Egyptische revolutie die vanavond vreedzaam is uitgelopen op het vertrek van dictator Mubarak. De foto is overigens van Nate. (Doet me denken aan werk van Bas Princen).
Gelezen in The Iranian van 11 februari 2000:
Tweeëneenhalve maand verbleef de Iraniër Dokhi Fassihian in Caïro. Als inwoner van Iran werd hij als een prins behandeld door de Caïrezen. Klaarblijkelijk adoreren de Egyptenaren de Iraniërs. (Het graf van de Shah bevindt zich eveneens midden in Caïro, in de Ar-Rifai moskee.) Dokhi wilde wel eens de slums zien van de Egypische hoofdstad. Niemand echter wilde hem ernaartoe brengen. “Wat zoek je er? Wat zou je er willen doen?”, vroeg men hem niet aflatend. Tot hij uiteindelijk een inwoner van een van de slums, Imbaba, ontmoette, die bereid was hem mee naar zijn huis te nemen. “Imbaba was about an hour away. We drove through the choking pollution, through deserted dry plots of land littered with all sorts of trash. Kids played soccer barefoot among the labrynth of hard dirt and garbage. Factories bellowed huge amounts of black smoke into the air.” Misprijzend sprak de chauffeur over de erfenis van president Nasser, die de fabrieken dicht op de huizen had gebouwd, om er zeker van te zijn dat hij greep hield op de bevolking. “I had never seen anything like it. How was it possible for people to live like this, I thought. The dejection was unbearable. The area was completely neglected by government authorities, to the point that Imbaba must not have even existed in urban plans or received any municipal services.” Overal om hem heen zag hij afval, de huizen waren opgetrokken uit aarde en klei. “Then I noticed the ground was moving beneath me. A closer look revealed millions of flies, flies as far as my eyes could see, swarming on the ground. Horrified, I got back in the car.”
Degene die Fassihian begeleidde bleek een generaal te zijn uit het Egyptische leger. Waarom woonde hij in zulke erbarmelijke omstandigheden? “I reflected on Imbaba’s history — it was the stronghold of the Muslim Brotherhood or Game’ah Islamiyya, and at one point the self-declared Republic of Imbaba. This was the breeding ground of the Islamic movements which spread through the Middle East in the 70s and 80s.” En ineens drong het tot onze Iraniër door: “Mubarak’s Egypt reminded me of the Shah’s Iran. Income disparity was huge. Across the river on the west bank, Imbaba was laced with refuse, rodents, and trash. It was a place where children, donkeys, and sheep drank from open sewers at night. During that trip, I read about a funeral for two children eaten alive by rats. Its population density was 105,000 people per 2.2 square miles; an average of 3.7 people lived in every room. On our side of the Nile, the level of literacy was among the highest in the world; in Imbaba, the average income was thirty dollars a month and residents could only afford to buy camel meat.” Welkom in Caïro! Welkom in het neoliberale paradijs van Hosni Mubarak. Fassihian: “Political Islam wasn’t such a mystery after all. It arose from abject poverty and despair. No wonder Egyptians loved Iranians so much.”
Gelezen in The city in time and space (2000) van Aidan Southall:
Hoe moet het verder met Caïro? Oppositieleider en Nobelprijswinnaar Mohamed El Baradei stelde afgelopen weekeinde in Het Parool dat Egypte onder dertig jaar Mubarak is afgedaald naar een bedroevend peil. “Ooit was Caïro het culturele en economische centrum van de regio. Daar is niets meer van over.” Is dit politieke retoriek van een getergde oppositieleider? De Amerikaanse etnograaf Aidan Southall, hoogleraar aan Princeton University, beklemtoont in zijn meeslepende studie over de verstedelijking van de wereld door de eeuwen heen dat Caïro van oudsher een veerkrachtige stedelijke cultuur kent die de tijden goed heeft doorstaan. De huidige crisis, denk je dan, zal hij ook wel te boven komen.
Southall is op zijn best als hij een studie uit 1995 aanhaalt van collega-antropoloog U. Wikan, getiteld ‘Sustainable development in a Mega-City”. Wikan heeft gedurende lange tijd honderd inwoners van Caïro gevolgd. In 1969 begonnen in kelderruimten zonder licht of in kamers met drie bedden, kon de helft van hen zich in 1994 al eigenaar noemen van een eigen woning. De gemiddelde opleiding was gestegen van 3,6 jaar naar 9,8 jaar. De mensen aten en kleedden zich beter, hoefden minder hard te werken en keken Egyptische televisie, en dat alles ondanks toenemende bevolkingsdruk en economische neergang. Doorzettingsvermogen en behendige omgang met een groot relatienetwerk lagen aan de basis van hun succes. Het gemiddelde aantal kinderen dat de honderd kregen daalde: van 8 tot 9 kinderen per vrouw naar 3 tot 4. De mannen zorgden voor de inkomens en hadden vaak meerdere banen, die ze via netwerken van vrienden, familie en relaties wisten te bemachtigen, deels werden die banen gevonden in het informele circuit. Vrouwen gingen over het geld en pasten thuis op de kinderen. Huren bleken stabiel, maar kinderen moesten, wanneer ze eenmaal op zichzelf gingen wonen, dikwijls het vijftienvoudige betalen. Ze waren gedwongen om voor huisvesting door te schuiven naar de Caïrese periferie. Lange busreizen verwijderen hen sindsdien van hun familie, die hen bijstaat in hun dagelijks overleven. Religie eist dat de vrouwen binnen blijven en niet werken, tenzij ze geletterd zijn en kans maken op een goede baan. They huddle in dark inner rooms with only neon lights. Kinderen moeten naar scholen en dagopvang, wat relatief veel geld kost, maar de mannen zijn daartoe bereid en ook in staat. Bruidschatten raken uit de gratie en mannen verwerven het recht op echtscheiding. Ofschoon de Egyptische man streng toeziet op de kledingkeuze van zijn vrouw en elk detail van haar leven, wordt hij van lieverlee een echte huwelijkspartner. Het resultaat van deze langzame vooruitgang, aldus Southall, is een maatschappij met weinig misdaad en een bescheiden verzorgingsstaat die eigenlijk alleen voedsel subsidieert, een stabiel familieleven zonder echtscheiding en een grote veiligheid. Southall: Despite warnings that Caïro may be an ever growing mass of underemployed , disaffected wretches in one of the world’s largest slums, it is a mega-city monster drowned in air pollution and congestion but with remarkable human features.
Gelezen in Planet of slums (2006) van Mike Davis:
In Egypte is opstand uitgebroken, of beter: in miljoenenstad Caïro zijn de mensen massaal de straat opgegaan. Iedereen schrijft over Egypte en over het regime van Mubarak, maar Egyptische revoluties voltrekken zich altijd in Caïro, dus het is de stad die hier in de eerste plaats om aandacht vraagt. De stad aan de Nijl telt op dit moment zeker 8 miljoen inwoners, de metropolitane regio niet minder dan 18 miljoen. Daarmee is Caïro veruit de grootste stad van Afrika en het Midden-Oosten, zes keer zo groot als Johannesburg en drie keer Lagos. Caïro ontwaakte pas midden 19e eeuw, tijdens de bouw van het Suezkanaal, uit een diepe slaap. De echte stedelijke groei deed zich voor tussen 1974 en 1990. Toen begon de olie-boom, waardoor massa’s jonge mensen in het Midden-Oosten naar de grote steden trokken. Die groei vertaalde zich in uitgestrekte informele buurten, ook rond het van oudsher proletarische Caïro. Ziedaar de opkomst van de neoliberale slums, na de voorbeeldige massawoningbouw van de socialist Nasser. Geld stroomde de uitdijende stad binnen via de talrijke Egyptische emigranten in de Perzische Golf die in de olie-industrie en op de bouwplaatsen van de sjeiks waren gaan werken. Overal waren de slums de geboortegrond van islamitische revoluties, maar in Egypte werd dit fel onderdrukt. Berucht is het neerslaan van de opstand door Sadat in 1977, toen zijn neoliberale politiek op de klippen liep en Egypte door het IMF gedwongen werd de schuldenlast te verlichten. Sadats tegenstanders waren toen nog vermeende ‘communisten’, woonachtig in de slums van Bulaq. De inwoners van dit Caïrose district werden door Sadat gedwongen te verhuizen naar de periferie. Hun buurt veranderde hij in een reusachtig parkeerterrein.
Bulaq, aldus de Amerikaanse stedenbouwkundige Mike Davis, was voor president Sadat, die Amerika zeer bewonderde, de opmaat naar een groots plan om Caïro volledig te herbouwen naar het voorbeeld van Los Angeles en Houston. Om zogenaamd de misdaad te bestrijden moesten de sloppenwijken worden opgeruimd. Davis: “It should not be surprising that some poor youth on the outskirts of Istanbul, Caïro, Casablanca or Paris embrace the religious nihilism of al Salafia Jihadia and rejoice in the destruction of an alien modernity’s most overweening symbols.” Kortom, het gaat om economische uitsluiting van jonge mannen, een haperende grootstedelijke economie, een op destructie gerichte stedenbouw, een monetaire preoccupatie van macro-economen en een op bestrijding van misdaad en opstand gerichte politiek. De woede in het Midden-Oosten is een stedelijke uitbarsting en een reactie op een verkeerde nationale politiek.
reacties