Online stedenbouw

On 7 maart 2012, in innovatie, participatie, politiek, technologie, by Zef Hemel

Gelezen in ‘Together’ (2012) van Richard Sennett:

Kan internet ons helpen bij het samenwerken? Bijvoorbeeld om samen een stad te bouwen? De Amerikaanse socioloog Richard Sennett stelt zich die vraag in ‘Together’, zijn nieuwste boek. Om de vraag te beantwoorden beschrijft hij het experiment van Google Wave. Die software was precies bedoeld om mensen bij het samenwerken behulpzaam te zijn. Bij Google Wave ging het niet om ‘sociale networking online’ waarbij mensen vooral vol zijn van hun eigen ego en aandacht vragen met hun oneliners. Google Wave moest juist ‘online conversatie’ mogelijk maken, het liefst ook over politiek gevoelige onderwerpen. Doorgaans betreft het dan al snel vuilspuiterij en grove beledigingen, dus de vraag was of de software dit gedrag kon ombuigen naar een meer open gesprek: “only a dialogical, exploratory conversation could help us gain insight into the complex issues we faced.” Sennett nam als gebruiker deel aan het kortstondige experiment. Google Wave werkte slechts één jaar, tussen 2009 en 2010. Daarna werd het door de producent uit de lucht gehaald. Sennett weet achteraf ook waarom. De programmeurs meenden te weten hoe een goed gesprek verloopt. Ze hadden er weinig van begrepen.

De softwareontwikkelaars bouwden een website met een veelheid van schermen, met op het middenscherm een verhaal dat geleidelijk werd gedistilleerd uit alle deelgesprekken – een soort van consensusbuilding waarbij zijwegen in de gesprekken werden gedempt, irrelevant verklaard of gewoon vastliepen in cul-du-sacs. Dat laatste was goed te zien omdat de geschiedenis van de gesprekken nauwkeurig werd vastgelegd en het verloop ervan kon worden getraceerd. Men beweerde dat dit een efficiënte manier was om samen te werken. Maar met efficiency, aldus Sennett, heeft samenwerking niets te maken. “Its dialectical, linear structure failed to account for the complexities which develop through cooperation.” Echte open gesprekken doen je dingen vinden die je mischien niet had gezocht, bijvoorbeeld door vergelijkingen en associaties van anderen die je op het spoor zetten van zaken waaraan niemand had gedacht. Die rijkdom bood Google Wave je niet. “Because complex layers of meaning did not seem to build up, dealing with neither our social nor technical issues, enthousiasm in our group began to wane as we followed the dialectical narrative envisioned by the program.” In plaats van online te gaan, besloot de groep toch maar weer het vliegtuig te nemen om bij elkaar op bezoek te gaan. Inderdaad, ook wat niet gezegd wordt, behoort tot het domein van de nuttige conversatie. Daarvoor moet je mensen zien.

Tagged with:
 

Food, fun and friends

On 20 januari 2012, in participatie, planningtheorie, by Zef Hemel

Gelezen in ‘Odyssey’ (1987) van Johan Sculley:

Een stad is geen bedrijf. Toch kan een planoloog veel leren van een onderneming als Apple. John Sculley, destijds topman van het Californische computerbedrijf, beschrijft in ‘Odyssey’ hoe de onderneming na de moeilijke beginjaren ‘80 weer overeind krabbelt. De Macintosh slaat eerst niet aan, de markt laat het afweten, het product wordt niet ondersteund door andere bedrijven en het personeel verliest alle vertrouwen in de leiding. Steve Jobs wordt door Sculley aan de kant gezet en Steve Wozniak verlaat het bedrijf. Echter, Wozniak wordt later weer door Sculley teruggehaald. Samen met Alan Kay gaat Hij de wereld over om presentaties over Apple te geven. In een half jaar tijd vertellen de twee ruim tachtig keer over Apple een geloofwaardig toekomstverhaal. Sculley: “Woz’ homecoming was momentous.” Het verhaal over Apple dat Steve Wozniak keer op keer vertelt slaat aan. “Happiness is the only thing life’s about,” stelde Wozniak. “You don’t buy a computer unless you think it’s a road to greater happiness. You don’t do anything in life unless it’s for happiness. That’s the only way you can measure life, by the number of smiles per day. It’s food, fun and friends.” Het verhaal gaat over zingeving en wat de producten van Apple kunnen betekenen voor gewone mensen. Die gaan daardoor weer geloven in Apple. Woz probeert ze niet te overtuigen, maar inspireert. Wozniak blijkt ook geen nerd, maar iemand die werkelijk communiceert.

Het succes deed me denken aan een klein boekje dat ik met de jaarwisseling van Han Admiraal kreeg. Admiraal ontmoette ik in China. Mijn verhaal over ‘Wikicity’ sloot aan bij zijn aanpak. Uit een oplage van 150 boekjes stuurde deze managementconsultant van Emprodes uit Rotterdam een genummerde exemplaar naar mijn werkadres. In ‘Over dialoog gesproken’ zet hij zijn managementfilosofie uiteen. Participatie van burgers in beleidsprocessen, schrijft hij, is niet meer weg te denken. Bestuurders kunnen geëmancipeerde burgers niet meer overreden met overtuigingskracht alleen. Dialoog is onderdeel van hoe mensen zich in de postmoderne samenleving met elkaar willen verstaan. Vervolgens citeert hij Harry Kunneman, docent aan de school voor de Humanistiek in Utrecht, die aansprekende verhalen ziet als enige wat bestuurders en ambtenaren nog rest. “Geen grote verhalen, wel kleine, persoonlijke verhalen. Verhalen over hoe mensen de wereld beleven, hoe zij tegen nieuwe ontwikkelingen aankijken. Verhalen die tot verrijking leiden en tot besluitvorming waar iedereen zich in kan herkennen.” Admiraal besluit met de opmerking: “Alleen een samenleving die zelf verantwoordelijkheid neemt, heeft toekomst.” Een ‘civil society’ wordt, stelt hij, juist door persoonlijke verhalen geschraagd. Met andere woorden, planologen moeten toekomstverhalen gaan vertellen, niet over wat dreigt, wat mooi of onvermijdelijk is, maar verhalen met betekenisgeving. Ze moeten mensen niet willen overtuigen, maar de dialoog aangaan. Admiraal: “’Ik heb daaraan bijgedragen’ geeft iedereen een beter gevoel dan ‘ik heb me weer laten overreden’.”

Tagged with: