Egalitair Tokio

On 26 juni 2017, in hoogbouw, wonen, by Zef Hemel

Gelezen in The Tokyo Files 2016 van Clark Parker:

 

Afgelopen woensdag presenteerde de Urban Planning Group van de Universiteit van Amsterdam zijn lopende onderzoeken aan de gemeente. Ook mijn eigen vergelijkende onderzoek naar ‘Smart Communities in Amsterdam+Tokyo’ werd met PhD’s en studenten uit de Research Master besproken. Daar kwam de vraag op of niet ook Tokio veel gated communities kent. Op mijn ontkennende antwoord werd met ongeloof gereageerd. Hoe kan een Aziatische megastad met meer dan 35 miljoen inwoners geen gated communities tellen? In The Tokyo Files geeft Clark Parker een verklaring. Tokio kent overal een relatief hoge dichtheid, alle woningbouw is sterk op metro en trein gericht, de criminaliteit in Tokio is laag, ook de inkomensongelijkheid is er gering. Niet vergeten moet worden dat Tokio uit een zeer omvangrijke middenklasse bestaat die in de naoorlogse periode vanuit het egalitaire Japanse ideaal van de ‘100 miljoen middenklasse’ werd opgekweekt. Dat ideaal kwam neer op een hecht gezinsleven, hard werken, sobere huisvesting, speeltuinen voor kinderen en voor iedereen een fiets.

De belangrijkste reden voor het ontbreken van afgeschermde woongebieden voor de rijken in Tokio schuilt in de Japanse regelgeving. In ‘Vertical Gated Communities in Tokyo’ (2007) schrijft Junko Abe-Kudo, verbonden aan Sugiyama Jogakuen University, dat het Japanse Bouwbesluit geen wegen toestaat die uitsluitend eigendom zijn van en onderhouden worden door bewoners zelf of door gemeenschappen van bewoners. Alle wegen moeten vrij toegankelijk zijn. “Therefore, at present in Japan, we do not have any American style gated communities which are physically isolated from the neighbouring area with gates, fences around estates, and roads possessed communally and privately among the residents.” Gewoon een kwestie van wetgeving dus.  Kan elke stad doen. Het resultaat is een reusachtige, zeer leefbare megastad waar mensen van allerlei slag elkaar dagelijks op straat tegenkomen. Maar waterdicht is het niet. Want wat gebeurt er op dit moment in Tokio? De wens om je als rijke af te zonderen is kennelijk zo sterk dat men de laatste tijd zijn toevlucht zoekt in hoogbouw. Het verklaart deels waarom hoogbouw aan een stevige opmars bezig is in Tokio. Hoogbouw, wel te verstaan, voor de rijken.

Tagged with:
 

Welvaart als probleem

On 26 oktober 2016, in sociaal, wonen, by Zef Hemel

Gelezen in ‘The Uses of Disorder’ (1970) van Richard Sennett:

 

De chaos van de metropool achtte de Amerikaanse socioloog Richard Sennett een belangrijke conditie in het volwassen worden van mensen: door de vele ongezochte contacten en daarmee ook conflicten leren stedelingen elkaar te verdragen en op een bepaalde manier ook voor elkaar te zorgen. Groeiende welvaart is in die zin een hindernis op de weg naar een volwassen democratie omdat mensen met geld geneigd zijn zich af te zonderen. Vroeger was dat alleen weggelegd voor de rijken, maar nu kan vrijwel iedereen zijn eigen isolement kopen. Met zijn gezin hebben de meesten zich teruggetrokken in de bossen, buiten de stad, ze vestigden zich in villadorpen, met gelijkgezinden namen ze hun intrek in ‘gated communities’ of kozen voor frisse nieuwe buitenwijken. In hun afzondering koesteren ze de mythe van de eensgezinde gemeenschap. Welkom in de VINEX-wijk: eindelijk verlost van vreemde, afwijkende, veelal armere buren. Zo is de illusie ontstaan van een harmonieuze samenleving in eigen kring, maar met een gevaarlijke wereld daarbuiten.

Arme mensen hadden die mogelijkheid van afzondering niet. Die woonden nog gedwongen bij en door elkaar. Over veel spullen beschikten ze ook niet, dus die moesten ze met elkaar delen en dus deden ze een beroep op de ander; het was een soort van gedwongen solidariteit. Nu is dat anders. Daarom predikte Sennett een terugkeer naar de chaos van de grote stad.  Maar hoe moeten die welvarende steden dan worden vormgegeven? In grote steden, aldus Sennett, zou de piramidale vorm van de overheidsbureaucratieën in ieder geval moeten worden afgebroken, (maar niet de bureaucratie zelf). Voorts zou elke wens tot ruimtelijke orde en bestemming vooraf moeten worden opgegeven. “Instead of this idea, whose basis is found in mechanical ideas of production, the city must be conceived as a social order of parts without a coherend, controllable whole form.”  Bewoners zouden de ontstane ruimte weer zelf moeten mogen invullen. Juist in de confrontatie met elkaar zou weer een rijker leven kunnen opbloeien. Echter, angst voor conflicten weerhoudt de autoriteiten nog altijd van dergelijke experimenten, ook in onze grote steden. En naar de belangrijkste oplossing die Sennett noemde wordt, althans in Nederland, nog helemaal niet gehandeld: onze grote steden moeten veel groter en veel dichter worden bebouwd. De afgelopen eeuw werden ze juist verdund, ze zijn ijl van structuur geworden, in new towns en zogenoemde ‘stedelijke netwerken’ werden ze opgedeeld, alles in de ruimte verstrooid, veel te veel gespreid. Niet goed voor de democratie en voor een volwassen en verdraagzame omgang met elkaar. Wat riep onze premier laatst ook alweer? ‘Pleur op!’ Zelfs hij. Nu weet u waar dat vandaan komt.

Tagged with:
 

Istanbul, Istanbul

On 10 mei 2010, in demografie, by Zef Hemel
Gehoord op 7 mei 2010 in Istanbul:
 
Istanbul groeit uit tot een van de grootste metropolen ter wereld. In omvang en groei evenaart ze nu al Mumbai en doet ze nauwelijks onder voor Shanghai. Een groot deel van de bevolkingsgroei wordt opgevangen in zogenaamde gecekondu’s: slums oftewel de Turkse variant van de Latijns-Amerikaansef favella’s. Wie ‘s nachts ergens een hutje bouwt, mag zich bij het ochtendgloren vestiger beschouwen. Deels heeft dit ‘recht’ te maken met het feit dat in Turkije bijna alle grond in handen is van de overheid (in het Ottomaanse rijk behoorde alle grond toe aan God en was privébezit vrijwel non-existent). Deels betreft het grond van het Turkse leger, deels van de staat, deels de metropool, deels de gemeente. Maar echt eigenaar van de grond worden de mensen dus niet. Intussen breidt het privébezit zich uit als gevolg van een opkomende Turkse middenklasse. En dan is er ook nog zoiets als een nieuwe bovenklasse die, rijk als ze is, grootschalig grond opkoopt. Populair zijn de gated communities – omheinde, beveiligde woningcomplexen met voorzieningen op eigen terrein, waar de bovenlaag van de samenleving zich verschanst. De grootste bedreiging van de gecekondu-bewoners is echter de TOKI, de grote woningbouwcorporatie, die in recente jaren grote bevoegdheden heeft gekregen en op steeds grotere schaal woningbouwcomplexen bouwt en daarbij er niet voor terugdeinst gecekondu’s te laten ontruimen en slopen. Datzelfde TOKI bouwt zelfs het nieuwe stadion van Galatarasaray, de voetbalclub van de Istanbulse slumbewoners.
Op dit moment bestaat Groot-Istanbul voor 80 procent uit ‘illegaal’ gebouwde gecekondu’s. De vraag is wat er met deze berooide mensen en hun zelfgebouwde woningen gaat gebeuren. De middenklasse beschouwt ze als profiteurs die op goedkope en illegale wijze hun woonbehoefte bevredigen en ziet ze graag verwijderd worden. Niet aflatend worden ze zwart afgeschilderd in de pers. Het onbegrip groeit. Het hoeft nauwelijks betoogd dat men neerkijkt op deze onderklasse. Ondertussen voelt deze snel groeiende stedelijke onderklasse zich in haar bestaan bedreigd.
 
De oplossing van het vraagstuk van de gecekondu’s zou vrij eenvoudig moeten zijn. De overheid hoeft de woningen slechts te legaliseren. Maar zo eenvoudig is het dus niet. De middenklasse verzet zich hier tegen. Bovendien kan de overheid goed verdienen aan de verkoop van de grond. Naarmate de metropool groeit, stijgt ook de grondwaarde en neemt de druk op de ruimte toe. Een ordelijke stedenbouw vraagt bovendien om infrastructuur, parken en voorzieningen. Daarover beschikken de gecekondu’s niet. Shopping malls, flats en kantoren verdringen ondertussen de bouwsels van de slumbewoners. De stedelijke onderklasse wordt steeds verder naar buiten gedreven, waar ze de kostbare bossen, berghellingen en waterreservoirs bedreigt. Ziedaar het grote sociaal-ecologische vraagstuk van Istanbul. Wat hieraan te doen? Dat is de opgave waar we ons de afgelopen week voor zagen geplaatst.
Tagged with: