Gehoord in Şişli, Istanbul, op 14 november 2018:
In 2011 gewerkt in Saryer, dit jaar in Şişli, twee gemeenten binnen Istanbul. Welkom in de uitgestrekte gecekondu’s van de Turkse metropool, onderwerp van mijn collegereeks Cities in Transition op de Universiteit van Amsterdam (Gecekondu is het Turkse woord voor een woning die illegaal is gebouwd). Kuştepe is een dichtbevolkte achterstandswijk direct achter de Trump Towers in Şişli, het zakenhart van Istanbul. Vanaf 1950 raakten de heuvels hier bezet met illegale woningen van mensen die moesten vluchten omdat de gecekondu’s van Zincirlikuyu, Vefa en Esentepe werden ontruimd. De nieuwkomers hergroepeerden zich, vanaf 1953 werd een verordening van kracht die gemeentegrond beschikbaar stelde voor behoeftigen, er werden vanaf dat moment rechten aan bewoners gegeven. Roma’s met verschillende achtergronden vestigden zich in Kustepe. Inmiddels vormen deze Roma’s de meerderheid. Vaak zijn zij rechteloos. Er is veel armoede. Van onderlinge solidariteit, zelfs binnen de Romagemeenschappen, is nauwelijks sprake. De situatie is complex, bijna uitzichtloos. Het gemeentebestuur van Şişli besloot onlangs tot een nieuwe aanpak van de ernstige achterstandsproblemen. In plaats van ontruimingen en plannenmaken zoekt ze het gesprek op met de bewoners en bouwt ze aan vertrouwen. Midden in de wijk is een buurthuis geopend waar jonge planologen van de gemeente, ondersteund door sociologen en antropologen, de lastige situatie in kaart proberen te brengen. We waren er te gast.
In 1997 werd boven op de heuvel, midden in Kuştepe, een universiteit geopend. De gedachte was dat deze private Bilgi Universiteit een gunstige uitwerking op de wijk en haar arme bewoners zou hebben. Aanvankelijk was dit ook het geval. Vanuit de universiteit werd sociologisch onderzoek naar Kustepe gestart, er werd zelfs een schooltje voor Romakinderen geopend dat met enkele successen zelfs toeleidde naar het universitaire milieu. Maar in 2006 kwam een meerderheid van de aandelen in handen van een Amerikaanse onderneming die weinig ophad met filantropie. De meeste faculteiten verhuisden naar elders. Het allergrootste probleem van Kuştepe is dat de bewoners zich nauwelijks hebben georganiseerd. Hun achtergronden verschillen te sterk, er is wedijver, onbegrip, de problemen zijn ernstig. Wel is er elektriciteit en er is stromend water, maar veel bewoners leven een illegaal bestaan, zijn arm, werken in de informele economie, hebben nauwelijks rechten. Met hulp van het Nederlands consulaat in Istanbul presenteerde een klein team van Amsterdamse planologen methoden van co-creatie aan hun Turkse collega’s. De vraag werd gesteld: waarom nu al een plan? Elementen van een plan zullen zich op den duur vanzelf aandienen. Eerst investeren in open gesprekken. Neem daarvoor de tijd. Maar hoeveel tijd is de planologen gegeven? Eind maart 2019 zijn er weer gemeentelijke verkiezingen. Het was leerzaam, nee indrukwekkend.
Gehoord van Hans Luiten op de Universiteit van Amsterdam op 13 februari:
Met name de geschiedenis van het twintigste eeuwse Istanbul, zoals verwoord door historicus Hans Luiten afgelopen maandag op de Universiteit van Amsterdam, bleek verhelderend. Na de vrijheidsstrijd die losbarstte na afloop van de Eerste Wereldoorlog transformeerde dictator, tevens vader des vaderlands Atatürk het moderne Turkije in een agrarisch land van overwegend dorpen. Boeren waren de Turken met het hoogste aanzien, niet stedelingen. Mensen werd zelfs verboden om naar het verre Istanbul te migreren; ze moesten op het platteland blijven wonen. Eind jaren dertig was Istanbul door de regering vrijwel opgegeven. Anders dan wat de Franse architect Le Corbusier de dictator midden jaren dertig suggereerde – het oude Istanbul als een museum bewaren en de rest afbreken en opnieuw in moderne stijl opbouwen –, koos Atatürk voor het plan van een andere Fransman, Henri Prost, die een aantal grote boulevards wilde aanleggen en daartoe delen van de binnenstad wilde afbreken. Echter, nog voordat zijn plan gereedkwam stierf Atatürk, in 1938.
Zijn naoorlogse opvolger Menderes koos in de Koude Oorlog voor de kant van de Verenigde Staten en wendde de Marshallgelden voor Turkije aan voor de modernisering van de landbouw, opnieuw niet voor de grote stad. De contouren van het plan-Prost werden alsnog gevolgd: brute doorbraken door de oude binnenstad. Ditmaal mochten de overbodig geworden landarbeiders wel naar Istanbul migreren. Vanaf de jaren ‘70 neemt deze toeloop van een straatarme plattelandsbevolking uit het oosten naar de verarmde en slecht onderhouden stad aan de Bosporus omvangrijke vormen aan. In de randen vormen zich uitgestrekte sloppenwijken, de zogenoemde gecekondu’s. Istanbul, dat op die toeloop totaal niet was berekend, groeit in korte tijd uit tot een metropool van liefst zes miljoen inwoners. Dertig jaar later is dit al gegroeid tot twintig miljoen, ze is een van de snelst groeiende steden op aarde. Deze beknopte geschiedenis toont opmerkelijke overeenkomsten met wat elders in de wereld in de twintigste eeuw gebeurde: platteland dat eerst door regeringen werd ontwikkeld ten koste van de stad. Dit gebeurde in de Sovjet Unie, in de Verenigde Staten en in alle Europese landen, Nederland niet uitgezonderd. Uiteindelijk won toch de metropool, ook al was er in de grote stad decennialang niet of nauwelijks geïnvesteerd. Nog altijd worstelen de grootste steden met een achterstand in infrastructurele investeringen. De afkeer van de metropool zit diep.

reacties