Niemandsland

On 24 maart 2014, in politiek, by Zef Hemel

Gelezen in NRC Handelsblad van 20 maart 2014:

/>De crisis werkt nu ook door in de politiek. ‘Grote verschuivingen in het politieke landschap’ kopte NRC Handelsblad daags na de gemeenteraadsverkiezingen. Welke verschuivingen? De krant doelde op de val van de PvdA, die ze als ‘historisch’ omschreef. Maar wat komt achter die val tevoorschijn? Twee kaarten van Nederland prijkten op de voorpagina (geografie wordt weer politiek relevant!). Daarop viel iets heel anders te lezen. Eerst dit. Wat vooral opviel waren de enorme afmetingen van de gemeenten in het noorden, oosten en zuiden van het land, tegenover de veelal nog kleine gemeenten in het westen, rond de grote steden. De gemeentelijke herindeling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, op veilige afstand van de grote steden zich voltrekkend, tekent zich steeds scherper af. Het effect hiervan? Lokale partijen marcheren op. Dit gaat vooral ten koste van het CDA. En de PvdA? Die is zelfs uit de grote steden verdwenen. In en rond Amsterdam triomferen nu VVD en D66.

De politieke revolutie van Nederland waar wij getuige van zijn, begon in de suburbs. Daar ontstond al vroeg een ideale voedingsbodem voor VVD, SP, GPV en PVV. De door de Nederlandse staat geleide suburbanisatie – eerst de overloop, het spreidingsbeleid, later de VINEX-operatie – heeft van Nederland een overwegend seculier-conservatief land gemaakt van forenzende woonconsumenten in een dunbevolkt niemandsland. Dit verdunde niemandsland is bewust gecreëerd, met actief ruimtelijke ordeningsbeleid. In de zogenaamde Noordvleugel van de Randstad – binnenduinrand, Gooi en Utrechtse Heuvelrug tot aan Arnhem toe (zie kaart) – zien we dit weerspiegeld in een welvarend burgerlijk milieu van tuinsteden en tuindorpen waar hoogopgeleide mensen verlicht-liberaal stemmen: ideaal voor VVD en D66. Alleen staatsonderneming Almere wijkt hiervan af. De rest van Nederland – een amorf landschap van VINEX-wijken in lage dichtheden – stemt nu conservatief, populistisch tot ultra-conservatief. In al die streken hebben de mensen veel te verliezen. Als optimistische eilanden in dit pessimistische landschap liggen de universiteitssteden met hun relatief jonge bevolking van ‘nieuwe stedelingen’, met een energieke mix van D66 en GroenLinks. Open versus gesloten. Het grootste eiland is Amsterdam, met binnen de ring A10 een extreme concentratie vrijzinnigheid. Een ideale voedingsbodem voor politieke nieuwe Wibauten.

Tagged with:
 

Gewenst: drie stadsprovincies

On 21 januari 2011, in politiek, by Zef Hemel

Gelezen in manuscript van Niek de Boer op 19 januari 2011:

Deze week een bezoek gebracht aan de provincie Flevoland. De provincie telt zes gemeenten. Met uitzondering van Urk is elke gemeente ruim bemeten en voorzien van een echte stad. In een nog niet gepubliceerd artikel van emeritus-hoogleraar stedenbouw Niek de Boer dat ik onlangs onder ogen kreeg, wordt een lans gebroken voor een gemeentelijke herindeling in Nederland. Niet de gebruikelijke herindeling die tot fusies leidt van gemeenten kleiner dan 20.000 inwoners, maar een die leidt tot ‘doeltreffende gemeenten’. Wat verstaat de hoogleraar daaronder? “We moeten de gemeente zien als een ruimtelijke organisatie gericht op de ontplooiing van de samenleving. Dat vereist meer dan een aantal inwoners met een grens eromheen.” In de ogen van De Boer zijn de huidige gemeentegrenzen nog altijd te krap. Elke gemeente zou moeten bestaan uit een echte stad met instellingen en voorzieningen en een wijde landelijke omgeving. “Het niveau van een complete gemeente wordt bepaald door het draagvlak van de centrale kern.” Bij het huidige welvaartspeil, voegt  hij daar aan toe, vereist dat een flinke stad. “Heel belangrijk is de uitstraling van het stadscentrum met zijn concentratie van voorzieningen, instellingen, attracties en activiteiten.” Een simpele fusie tussen drie, vier gemeenten levert nog geen sterk bestuur op. Kleine gemeenten zouden zich moeten aansluiten bij een grote stad. Bang om opgeslokt te worden hoeven ze niet te zijn. Grote steden waken over hen en zullen een sublokaal verzorgingsniveau nastreven. “Dan gaat het om heel wat meer dan de dagelijks boodschappen.” Alles helder.

De Boer, van huis uit een ordelijk en systematisch denker, ziet veel beknelde steden op regionaal niveau. Hun begrenzing zou veel ruimer moeten. Vaak liggen steden in elkaars nabijheid. Samenwerken is dan het motto, maar samengáán zoals bij Knooppunt Arnhem Nijmegen acht hij zinloos. Dan wordt ‘een soort chaos’ nagestreefd. Utrecht rekent hij niet bij de grote steden. Utrecht is wel de machtigste stad van het regionale niveau. Er zijn in Nederland slechts drie grote steden: Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Helaas zijn ze, zeker als je ze vergelijkt met steden als Stockholm en Kopenhagen, slecht georganiseerd. Alle drie liggen ernstig bekneld. “Vreemd genoeg werd die situatie in stand gehouden door een landelijke politiek gericht op ‘sterke randgemeenten’. In wezen waren deze parasitair.” De Boer pleit voor drie grote stadsprovincies in het Westen. “Ze worden gekenmerkt door een centrale grote stad met een gedifferentieerde city, daarnaast een stad van regionaal niveau, een satellietstad en een of twee steden van lokaal niveau.” Normale provincies zijn hier onmogelijk omdat, aldus De Boer, er sprake is van teveel secundaire steden. “Als we ingaan op de samenstelling van de drie grotestadsprovincies realiseren we ons dat er niet bewust naartoe gewerkt is.” Zullen we dit maar een eufemisme noemen?