Winnen of verliezen

On 5 september 2016, in economie, politiek, by Zef Hemel

Gelezen in The Economist van 16 juli 2016:

 

Het is opletten geblazen. Wie niet de trends volgt is verloren. In The Economist afgelopen zomer meldde Schumpeter dat ‘de monding van de culturele rivier is verlegd van New York en Los Angeles naar San Francisco’. Dat stelde althans Chris Dixon, CIO van een venture capital-onderneming in Silicon Valley. Van het observeren van wat slimme jonge mensen in het weekend doen heeft hij zijn beroep gemaakt. De bankier werd trendwatcher. Op deze manier denkt hij uit te kunnen maken wat over tien jaar de dominante beweging zal zijn. Veel van zijn observaties hebben betrekking op voedsel en gadgets. Maar dus ook de beweging van de ene stad naar de andere stad. In hetzelfde nummer van het Londense zakenblad wordt door een andere redacteur opgemerkt dat alle grote en succesvolle firma’s in de wereld – Lego, Airbus, Google, Apple, Siemens, Adidas, Amazon – dure nieuwe hoofdkantoren bouwen. Al die kantoren hebben één ding gemeen: met hun architectuur en inrichting willen ze creatieve, jonge techies behagen. Vooral in Europa, waar de beroepsbevolking snel veroudert, is het zaak om jong talent aan zich te binden, dus gebouwen en interieurs moeten frisheid, openheid en innovatie uitstralen.

Veel van die nieuwe hoofdkantoren in Europa bevinden zich overigens op het platteland: Lego bouwt in Jutland, Airbus ontwikkelt buiten Toulouse, Adidas spendeert 500 miljoen euro in de bossen rond Herzogenaurach. Terecht stelt The Economist de vraag of die ruimtelijke strategie houdbaar is. Amazon heeft zich in het hart van Seattle genesteld, Google en Apple bevinden zich in San Francisco Bay Area. “For European firms in out-of-the-way company towns such as Billund or Herzogenaurach, it might be hard to compete, however appealing the minigolf course.” Die waarschuwende woorden las ik ook in een politieke analyse aan de vooravond van de Franse presidentsverkiezingen rond de figuur van Emmanuel Macron, minister van Economische Zaken. Opvallend in het Franse landschap is de scherpe scheiding tussen succesvolle kosmopolitische steden als Parijs, Lyon, Grenoble en Bordeaux, met hun aangename voetgangersgebieden, tech hubs en voedselhallen, en kwijnende industriesteden met hun gokhallen, parkeerterreinen en leegstaande winkelstraten. Politici die, net als CEO’s van topondernemingen, willen blijven groeien, zullen zich op de eerste categorie moeten richten, niet op de tweede. Ze zullen de grote, trendy stad in hun armen moeten sluiten. Doen ze dat niet, dan zullen ze uiteindelijk verliezen.

Tagged with:
 

Olympische ‘legacy’

On 7 februari 2011, in sport, stedenbouw, by Zef Hemel

Gelezen in Het Parool van 19 juli 2010:

Binnenkort start voor de tiende keer de tweejaarlijkse Masterclass Stedenbouw, georganiseerd door de Amsterdamse DRO. Ditmaal betreft het de legacy van de Olympische Spelen in Londen 2012. Stedenbouwkundige Anna Vos is de master. Haar programma omvat niet alleen een analyse van de verwachte legacy van de spelen komend jaar in Londen, maar ook die van andere Europese Olympische steden uit het recente verleden. Op haar lijstje staat, naast Helsinki (1952) en München (1972), het Franse Genoble. In 1968 werden daar de Olympische winterspelen georganiseerd. Het Olympische dorp, Villeneuve genaamd, kwam afgelopen zomer negatief in het nieuws. Het bleek, veertig jaar na dato, in een probleemwijk te zijn veranderd, vergelijkbaar met de ergste banlieus van Parijs. Nadat de 27-jarige inwoner, Karim Boudouda, een casino had overvallen was hij in een wilde achtervolging door de straten van Grenoble door de politie gedood. Uit woede hadden jongeren daarop zestig auto’s in brand gestoken en had de politie met scherp terug geschoten. De incidenten voedden de vrees bij de Franse autoriteiten dat de grootschalige rellen in de Parijse voorsteden van 2005 zich vijf jaar later in Grenoble zouden herhalen.

Sinds 2005 investeert de Franse overheid jaarlijks 3 miljard euro in de verbetering van de leefomstandigheden in de 751 Franse stadsbuurten die als problematisch te boek staan. Ze zijn verspreid over zo’n veertig steden. Grenoble is daarvan één. Toevallig betreft het precies de legacy van de Olympische Spelen. Villeneuve is een modernistische woonwijk van overwegend hoogbouw, ontworpen door Prix de Rome-winnaar Henri Bernard, door Le Monde in 2009 uitgeroepen tot le symbole décrépi du socialisme municipal. Volgens Yazid Sabeg, ruim twee jaar geleden door president Sarkozy benoemd tot projectminister voor verscheidenheid en gelijke kansen, is veranderen moeilijk. “Frankrijk is een conservatief land, waar alles wat men zou wensen op de samenleving wordt geprojecteerd: gelijkheid, solidariteit, vrijheid. De werkelijkheid is anders.” In het interview dat de Volkskrant kort vóór de rellen in Grenoble met hem voerde, repte hij niet van stedenbouwkundige problemen. Hoogstens wilde hij kwijt dat rijke gemeenten niet willen delen met armlastige als het om huisvesting van allochtonen gaat. Opmerkingen over stedenbouw liet hij liever over aan zijn collega, Fadela Amara, Franse minister van Stedelijke Ontwikkeling. Maar die lag afgelopen zomer politiek onder vuur vanwege de uitzetting van de Roma uit Frankrijk. Ben benieuwd hoe de Masterclass straks de legacy ‘Villeneuve’ ondergaat.

Tagged with: