Het scheve wonen

On 25 september 2012, in wonen, by Zef Hemel

Gelezen in Het Parool van 4 juli 2012:

Afgelopen zomer bracht het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor het eerst een kaart naar buiten waarop het aantal scheefwoners per Nederlandse gemeente stond afgebeeld. Hoe blauwer, hoe meer scheefwonen. Voor de goede orde, scheefwoners zijn mensen die corporatiewoningen bewonen, maar die daarvoor eigenlijk een te hoog salaris hebben. Het is een typisch Nederlands fenomeen. Van de 2,2 miljoen sociale woningen in Nederland worden er 609.000 scheef bewoond. Landelijk gemeten wordt 28 procent van de sociale huurwoningen scheef bewoond. Wat blijkt? Het Westen van het Land kampt het meeste met scheefwoners, met blauwe uitstralingsgebieden langs de kust, richting de Veluwe en het noorden van Noord-Brabant, de rest van het land is met het fenomeen veel minder vertrouwd. Nog een opvallend feit: anders dan je zou verwachten weten de grote steden het aandeel scheefwonen aardig in te tomen. Het blauwst zijn de gemeenten in het zogenaamde Groene Hart. De onderzoekers hadden geen duidelijke verklaring en minister Spies waarschuwde in haar brief aan de Tweede Kamer van 5 juli dat uit het onderzoek geen conclusies mochten worden getrokken.

Het kaartbeeld deed me sterk denken aan het rapport van de Werkcommissie Westen des Lands uit 1958. Daarin werd voor het eerst de Randstad als een probleem getypeerd. Omdat de staatscommissie meende dat bevolking, welvaart en inkomen moesten worden gespreid, werd er door de regering een beleid ontwikkeld om de grote steden in het westen te ‘ontlasten’. Hele contigenten sociale huurwoningen werden vervolgens jarenlang door het Rijk naar de omgeving van de steden gedirigeerd, tot op grote afstand. Dit zogenaamde ‘uitstralingsbeleid’ heeft in die zin gewerkt, dat de meeste goedkope woningen zich tegenwoordig in een royale straal rond de grote steden bevinden; nabij de steden zelf gold een beschermingsbeleid, met het Groene Hart als pièce de résistance. De erfenis hiervan zag ik fraai in het kaartbeeld terug. Ook na vijftig jaar spreidingsbeleid is de druk op de grootstedelijke woningmarkt nog erg hoog. Met scheefwonen tot gevolg.

Tagged with:
 

Een bak grind

On 26 augustus 2009, in ruimtelijke ordening, by Zef Hemel

Gelezen in de Volkskrant van 26 augustus 2009:

Voorpaginanieuws. Komkommernieuws? De omwonenden van het nieuwe HSL-tracé in het Groene Hart klagen massaal over geluidsoverlast nu de eerste treinen over het nieuwe tracé rijden. ‘Alsof een bak grind wordt uitgestort’. Bestuurders roepen nu om het hardst dat de Minister van Vekeer en Waterstaat moet ingrijpen. Ze hebben allemaal boter op hun hoofd.

Opvallend is dat alle klagers in de provincie Zuid-Holland wonen. De klachten komen vooral uit twee gemeenten: Kaag en Braasem respectievelijk Lansingerland. Uitgerekend in deze twee gemeenten is de afgelopen jaren flink bijgebouwd. In Lansingerland – bestaande uit de kernen Bleiswijk, Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek – is zelfs extreem veel bijgebouwd. In dit zogenaamde ‘Tussengebied’ heeft de provincie de woningbehoefte van Rotterdam en Den Haag laten neerdalen in zelfs voor VINEX-begrippen zeer lage dichtheden. Anders gezegd, wat eens agrarisch land was heeft men doelbewust laten vollopen. Ik schrijf het nog maar eens: onder uitdrukkelijke goedkeuring van de provincie Zuid-Holland. Maar ook toegelaten door de Minister van Ruimtelijke Ordening die op een steenworp afstand kantoor houdt. En dat alles terwijl men al midden jaren ’80 wist dat hier een Hogesnelheidstrein zou kunnen komen. Kunnen, want de verschillende varianten van het HSL-tracé, waaronder de illustere variant-Bos, bleven nog vrij lang onderwerp van politiek gesteggel. Maar begin jaren ’90 was hierover dan toch een besluit genomen. Ondertussen werden de woningbouwplannen in de provincie Zuid-Holland niet aangepast. Men bouwde lustig door, wel wetende dat er een trein met een snelheid van 300 kilometer door dit gebied zou gaan rijden. De Nieuwe Kaart van Nederland registreerde het, maar niemand kwam in verzet. En nu maar klagen! Het is weer een voorbeeld van hele slechte ruimtelijke ordening in dit land. Nee, het is geknoei.

Helder advies II

On 23 februari 2008, in ruimtelijke ordening, by Zef Hemel

Gelezen in Bestuur en ruimte: de Randstad in internationaal perspectief (2008) van het Ruimtelijk Planbureau:

Er staan nog meer behartigenswaardige zaken in het pasverschenen aanvullende advies van het Ruimtelijk Planbureau. Inderdaad, opnieuw is de conclusie: ‘Vele steden maken nog geen Randstad’. Zo worden naast de bestuurlijke context ook regionale railsystemen en het openruimtebeleid in de vier onderzochte verstedelijkte gebieden van Groot-Londen, Vlaamse Ruit, Rijn-Ruhrgebied en San Francisco Bay Area doorgelicht op overeenkomsten cq. verschillen met de Randstad. Wat die railsystemen betreft valt er in geen van de onderzochte gebieden "een regelrecht succesverhaal" te vertellen, aldus het planbureau. Nergens is een regionaal systeem gerealiseerd dat zich laat vergelijken met iets als het Parijse RER. Wel kan rond Brussel en in het Ruhrgebied gebruik worden gemaakt van dichte spoorwegennetten die daar in de negentiende eeuw werden aangelegd. Zo’n dicht netwerk ontbreekt echter in de Randstad. "Die aanpak is daarom niet zonder meer in de Randstad te kopiëren," merken de onderzoekers droogjes op.

En wat de open ruimte betreft is het beeld sterk wisselend. Openruimtebeleid hangt voornamelijk af van het wel of niet bestaan van maatschappelijk draagvlak. Dat roept de vraag op of er een dergelijk draagvlak bestaat ten aanzien van het Groene Hart. Maar daarover laten de onderzoekers zich niet uit. Wel merken ze op dat in alle onderzochte gebieden naar vernieuwing van het beleid wordt gezocht, waarbij een ontwikkelingsgerichte inslag een opvallende constante is. Echter, wordt daaraan toegevoegd: hoe krachtiger het ruimtelijke concept, hoe meer het deze innovatie remt. Dat geldt in de eerste plaats voor de Green Belt rond Londen. "De parallel met de Nederlandse Groene Hart-discussie dringt zich duidelijk op." Kortom, ontwikkelingsgericht beleid ten aanzien van de open ruimte is lastig als je het Groene Hart zo duidelijk als concept blijft hanteren. Nogal wiedes, zou je zeggen. Maar in Nederland is dat allesbehalve een notie die onder beleidsmakers en bestuurders beklijft. Conclusie: zijn de bestuurders en ambtenaren niet wat overambitieus als ze zo sterk inzetten op de Randstad? Het mag allemaal wel wat minder, realistischer dus.

Tagged with: