Gehoord in CREA Amsterdam op 3 februari 2014:
In haar Amsterdam Lezing richtte Isa Baud, hoogleraar Internationale ontwikkelingsstudies aan de Universiteit van Amsterdam, haar pijlen op een aantal Indiase steden: New Delhi, Mumbai en een reeks van kleinere Indiase steden. Die vormen haar wetenschappelijke onderzoeksterrein. Zeker dertig procent van de bevolking van het immense land woont in steden – de helft in steden die groter zijn dan een miljoen. India telt op dit moment zes megasteden met meer dan vijf miljoen inwoners. Effectief lokaal bestuur is hier buitengewoon belangrijk. Dat begint met goede informatie over het ophalen van vuilnis, maar ook over het repareren van stoepen, gezondheid, belasting, drinkwater- en voedselvoorziening. Door digitalisering van de informatiestromen probeert Baud met haar team het bestuur met al dit soort zaken te confronteren, waarbij burgers – de Indiase middenklasse – soms actief worden ingeschakeld. Het gaat overigens om processen van jaren waarbij geleidelijk vertrouwensrelaties met vele partijen worden opgebouwd. Ook de lokale belastinginning kan met betrouwbare informatie flink aan doeltreffendheid winnen; de winst daarvan schatte ze op liefst dertig tot vijftig procent.
De digitale informatie is overwegend ruimtelijk. Baud toonde kaarten, maar soms, zei ze, werkt ze ook met nauwkeurige satellietbeelden. Die over armoede in New Delhi waren veelbetekenend. Anders dan verwacht, vielen de grootste concentraties hier niet vast te stellen in de slums, wel in de resettlement areas. De mensen daar zouden het beter moeten hebben gekregen, maar dat bleek niet het geval. Trouwens, het bestuur ruimt de slums doorgaans het liefste op, waarbij de arme mensen naar de randen van de stedelijke agglomeraties worden verdreven. In slum clearance programma’s gaan dan ook enorme bedragen om. Baud grijnsde. Veel van dat geld, voegde ze er veelbetekenend aan toe, zie je nooit meer terug. Digitale informatiesystemen kunnen helpen de transparantie te vergroten. Is hier sprake van een grote inhaalslag? Dat ging Baud veel te ver. Het beeld is divers, verbrokkeld. Lang niet overal wordt vooruitgang geboekt. Zeker, de Indiase middenklasse wordt mondiger en de Indiase kranten zijn opvallend open, maar nog steeds kunnen de allerarmsten alleen als collectief een vuist maken. Optimistisch was ze met mate. Ze vond het vooral interessant.
Gelezen in ‘Dit verklaart alles’ (2013) van John Brockman (red.):
Wat een aardig boek! In ‘Dit verklaart alles’ zijn 156 bijdragen gebundeld van wetenschappers die een elegant wetenschappelijk inzichten in korte teksten delen. Initiatiefnemer is John Brockman, uitgever en redacteur van Edge.org. Edge is een club van Amerikaanse wetenschappers. Op de website worden speculatieve wetenschappelijke ideeën verkend en gepubliceerd. Jaarlijks verschijnt er een boek. Dit jaar werd wetenschappers gevraagd hun meest elegante, mooie of diepzinnige verklaringen in te zenden. Een selectie ervan is nu in boekvorm verschenen. Zelf heb ik er ook een geschreven (‘Hoe steden groeien’). Ze omvatten filosofie, wiskunde, economie, gedragswetenschap, geschiedenis en taalwetenschap, “met als gemeenschappelijk kenmerk dat men met een simpel en niet voor de hand liggend idee komt als verklaring voor een complexe serie verschijnselen.” De Nederlandse uitgever Maven Publishers bracht een vertaling uit.
Mijn favoriete verklaring in het boek? Ik denk die van PZ Myers, als bioloog verbonden aan University of Minnesota Morris. Zijn elegante verklaring ontleende hij aan John Tyler Bonner. Bonner bracht hem bij D’Arcy Wentworth Thompson, auteur van het klassieke ‘On Growth and Form.’ Daar vond hij zijn favoriete aforisme voor een wetenschappelijke kijk op het heelal: “Alles is zoals het is, omdat het zo geworden is.” Volgens Myers is het een subtiele manier om aan te geven hoe belangrijk voortgang en geschiedenis zijn voor het begrijpen waarom alles is zoals het is. “Je kunt wetenschappelijke concepten eenvoudigweg niet begrijpen op basis van een benadering waarbij je de onderdelen ontleedt in een statische momentopname van hun huidige toestand.” Anders gezegd, om te begrijpen hoe iets werkt, moet je eerst begrijpen hoe het zo geworden is. Dat is, dunkt mij, zeker ook relevant voor planologen. Planologen moeten historici raadplegen. Vandaag ga ik het zelf beproeven in een lezing over de Noord-Zuidlijn: een geschiedenis van liefst vijftig jaar. Nee, een mooi inzicht. Fraai, elegant en diepzinnig.
reacties