Gelezen in The Jakarta Post van 6 november 2019:
Bron: New Straits Times
Afgelopen zomer maakte president Joko Widodo van Indonesië bekend dat de hoofdstad van zijn land zal worden verplaatst van Jakarta, Java, naar Oost-Kalimantan, een verplaatsing over een afstand van liefst 1.000 kilometer. In de loop van 2020 zal het masterplan worden gepresenteerd. Afgelopen week sprak hij bij de opening van Indonesian Construction Expo over zijn gedroomde project en lichtte hij al een tipje van de sluier op. De nieuwe stad, zei hij tegenover The Jakarta Post, wordt veel meer dan een tweede regeringscentrum. Ze wordt ‘het beste op aarde’, beter nog dan Dubai en qua onderwijsinstellingen en leefkwaliteit vergelijkbaar met Silicon Valley. Een nieuwtje had hij ook: Google Global Talent zal een vestiging beginnen in de nieuwe hoofdstad. Zo zal jong tech-talent uit de hele wereld naar Borneo getrokken worden. “Once again, we are not only going to move, but we are also moving to a new system.” De techstad wordt opgetrokken op een landoppervlak van tenminste 180.000 hectare, dat is zo groot als de IJsselmeerpolders inclusief niet gerealiseerde Markerwaard (Jakarta is 70.000 hectare, Groot-Jakarta 400.000 hectare). De meeste grond is in handen van de regering. De bouwkosten worden geschat op circa 33 miljard US dollar.
Ruim zestig procent van het beoogde bouwterrein bestaat uit oerwoud. Climate Watch Indonesia rekende begin oktober voor dat 48 miljoen ton CO2 vrijkomt in de atmosfeer als 100.000 hectare bos zou worden gekapt, dat is vergelijkbaar met de uitstoot van 9,3 miljoen auto’s per jaar. De rest van het gebied is nu nog in gebruik bij palmolieplantages en houtindustrie. Verplaatsing van concessies landinwaarts zal leiden tot aanzienlijke houtkap elders. Ook wordt het gebied regelmatig geteisterd door verstikkende rook als gevolg van bosbranden. Ten slotte bestaat de kustlijn hier voor een belangrijk deel uit natuurlijke mangrove bossen. Voor de lokale bevolking vormen dit de visgronden waarvan ze voor haar bestaan in hoge mate afhankelijk is. Het World Resources Institute Indonesia publiceerde daarom vijf kaarten waarmee ze de gevoeligheid van de gekozen locatie duidelijk probeerde te maken (The CityFix 1 oktober 2019). Haar belangrijkste tegenwerping is echter dat de verplaatsing de problemen van Jakarta niet zal oplossen. Maar dat blijkt ook niet het doel. Dit is Azië. De herkozen president wil een beter Dubai, hij wil zich meten met Singapore, Shenzhen, Seoul, Taipei. Hij wil een nieuw systeem, hij droomt zich een ultramodern land.
Gehoord in CREA, Universiteit van Amsterdam, op 19 februari 2018:
Hij was wel klaar met leuke rubriekjes en onschuldige foto’s in kranten en magazines. ‘Wastelands’ is een fotografieproject dat hij samen met The Washington Post initieerde. Ook daar, op de redactie, ervoer hij nieuw engagement. Wat te denken van de slogan van The Post: ‘Democracy dies in darkness’? Die was door eigenaar Jeff Bezos al gekozen voor de komst van Trump. Sindsdien is het alleen maar activistischer geworden. De Amsterdamse fotograaf Kadir van Lohuizen vertelde afgelopen maandagavond hoe hij op het idee was gekomen om afval in zes wereldsteden te fotograferen. Op het grote scherm in de zaal projecteerde hij zijn foto’s, films en dronebeelden van vuilnisbelten en verbrandingsinstallaties in Jakarta, New York, Tokio, Sao Paulo, Lagos en Amsterdam. Voor zijn project, zei hij, had hij naar een ‘mondiale balans’ gezocht. Het zag er fantastisch en tegelijk luguber uit. Het idee was ontstaan toen hij in de Stille Zuidzee plastic had zien ronddrijven. Waar komt al dat plastic toch vandaan? Een paar maanden later liet hij zijn drone op boven de grootste vuilnisbelt ter wereld, in de periferie van Lagos. Het Afrikaanse Lagos noemde hij de spannendste en meest apocalyptische stad op aarde. Het afval stonk daar trouwens minder dan in Jakarta. Dat kwam doordat de Afrikanen geen voedsel weggooien. Wat de mensen daar niet zelf eten, voeren ze aan de varkens en kippen. Trouwens, van alle afvalstromen bestaat nauwelijks een overzicht.
Plastic, zei Van Lohuizen, was een onopgelost probleem. Uiteindelijk verdwijnen restanten toch in zee. In Sao Paulo had de overheid geprobeerd om de verstrekking van plastic zakjes te verbieden, maar dat bleek vergeefs. Van de zes steden produceert New York het meeste afval. Daarvan wordt veel geëxporteerd. Vuilnisbelten zijn overvol. Steden gaan hun afval nu verbranden. Tokio is daarin het verst. Meer dan twintig verbrandingsinstallaties telt deze miljoenenstad. Bij elk ervan is een zwembad waar de Japanners is het warme water van de ovens kunnen baden. China is trouwens een netto-ontvanger van afval uit de hele wereld, maar dat draaien de Chinezen langzaam terug. Afvalscheiding zou al helpen, maar elke stad staat daar anders in. In New York zijn het mannen die langs de weg de vuilniszakken nalopen, op zoek naar flessen met statiegeld, maar wat zij doen is illegaal. In Sao Paulo worden zulke mensen juist beloond en in Tokio zijn het de bewoners zelf die alle afval nauwgezet sorteren. Op het niet-scheiden staat daar een hoge boete. Veel vragen kreeg Van Lohuizen uit de zaal over waarom wij van ons afval zo vervreemd zijn geraakt. Niemand is in afval geïnteresseerd. Mensen lijken ook niet meer het gevaar te voelen, wij maken ons er totaal geen zorgen over. Misschien is dat wel ons grootste probleem.
Gelezen in NRC Handelsblad van 8 oktober 2016:
NRC-correspondent Melle Garschagen verlaat zijn post Jakarta. Jammer is dat. Afgelopen weekeinde publiceerde hij zijn laatste lange bericht. In ‘Jij bent arm, ik ben rijk. Hier is alles verdeel en heers’ schreef hij nog één keer over de ‘rattenstraatjes’ van Zuid-Jakarta, waar hij navigeerde op de woontorens, anders zou hij er zeker verdwalen. Over het smalle bruggetjes van ijzerplaat over het snelstromende riviertje bereikte hij er op een van zijn laatste tochten ‘de wereld van Udin’: de straatarme Udin, wiens grootvader meer dan twintig jaar geleden zijn rijstveldjes verkocht aan een grote projectontwikkelaar. Honderd roepia per vierkante meter. Een schijntje. Tien jaar later werd hier begonnen met de bouw van een aantal luxe woontorens. Vlakbij is het nieuwe winkelcentrum, Lippo Mall. Buiten staan er porsches voor de deur. Garschagen laat doorschemeren dat de grootvader destijds door de autoriteiten, de politie of de preman – knokploegen die op bestelling werken – gedwongen moet zijn geweest zijn land te verkopen. De nieuwe president van Indonesië, Joko Widodo, in 2014 aan de macht gekomen, zou aan dit soort praktijken een einde maken. Het is nog niet gebeurd.
Garschagen vestigt zijn hoop op de komende gouverneursverkiezingen begin volgend jaar. Basuki ‘Ahok’ Tjahaja Purnama is de belangrijkste kandidaat; hij schoof door op de post die Widodo na de verkiezingen achterliet. Een christelijke chinees aan het hoofd van een islamitische stad van 10 miljoen inwoners! Durft hij tegen de gevestigde belangen in te gaan? Garschagen betwijfelt het. Jokowi dan toch maar? Die bouwt zijn macht op de nieuwe middenklasse van Jakarta en zegt dat hij de armoede zal bestrijden. Maar zijn beloftes klinken hol in de schaduw van de woontorens van Lippo Mall. “Alles is alleen maar duurder geworden. De rivier overstroomt nog steeds.” Udin en zijn twaalfjarige neefje vinden het in ieder geval moeilijk. “Dit is het land van Lippo. Wij mogen hier gratis wonen, maar er gaan geruchten dat ze gaan bouwen. Dan moeten wij weg.” Wat Garschagen noteert speelt in eindeloos veel megasteden in voorheen de Derde Wereld. Hoe kunnen deze arme migranten en landlozen rechten krijgen en zich voegen bij de snel groeiende middenklasse? Alleen op lokaal niveau zijn deze kwesties op te lossen. Arm en rijk leven er pal naast elkaar; rijk moet iets doen voor arm. Begin 2017 zijn er weer verkiezingen. Garschagen wacht er niet op; hij vertrekt naar megastad Londen.
Gelezen in NRC Handelsblad van 3 november 2013:
Als ik dit schrijf, regent het buiten pijpenstelen. Het lijkt wel moesson. Op 6 november gaat hier in Amsterdam de eerste ‘Week van de Stad’ van start. Een week lang programmeren instellingen rond het Amsterdamse Oosterdok rond het thema ‘water in de stad’. Initiatiefnemer is Stad Forum, de opvolger van de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling. Stad Forum is de hele week te gast bij ARCAM, het Amsterdamse architectuurcentrum; gastcurator is Tracy Metz. De week valt samen met International Water Week 2013, die dezelfde week in de Amsterdamse RAI wordt gehouden. Daar worden 25.000 waterspecialisten uit de hele wereld verwacht, die met elkaar zullen spreken over water als energiebron, hergebruik van afvalwater, flood management, en, niet te vergeten, de water-energie-voedsel nexus in steden. De nieuwste Plan Amsterdam van de gemeente staat ook in het teken van water. Water in de stad, wel te verstaan.
Tegelijkertijd kampt het verre Jakarta met de jaarlijkse moessonregens. Correspondent Melle Garschagen schreef er afgelopen weekeinde dreigend over: “Een knal luidt het regenseizoen in. De grote tak van de mangoboom voor mijn werkkamer buigt niet genoeg met de windstoot mee en ploft op de grond. Het regent zo hard dat het lijkt of mijn huis in een wasstraat is beland. Het water komt overal vandaan, van boven, van onder en opzij. Het stroomt binnen via kieren, de airconditioningsbuizen en poreuze plekken in de muur.” Begin dit jaar maakte Jakarta de ernstigste overstromingen in tien jaar tijd mee. De miljoenenmetropool zakt elk jaar tien centimeter als gevolg van zware bebouwing en inklinking van de grond. Door de dichte en chaotische bebouwing bij waterreservoirs, verstopte pompen en afvoerkanalen kan het water ook bijna niet wegstromen. Ondertussen valt er als gevolg van de klimaatverandering elk jaar meer regen. De kersverse gouverneur Joko Jokowi Widodo heeft aan de bevolking beterschap beloofd. Sterker, hij stelde dat dit jaar de Indonesische hoofdstad niet zal overstromen. Zijn belofte nakomen kan hem het presidentschap van Indonesië opleveren. Maar het klinkt als de weergoden verzoeken. Garschagen: “Het wordt een politiek spannende moesson.”
reacties