Gelezen in ‘Laudato Si’ (2015) van paus Franciscus:
Voor het eerst in mijn leven een encycliek gelezen. In 2015, kort voor de start van de klimaatonderhandelingen in Parijs, promulgeerde paus Franciscus in Rome ‘Laudato Si’ (Geprezen zijt Gij), een encycliek over het behoud van het gemeenschappelijke huis. Normaal zou ik zo’n gewijde tekst niet lezen, maar na het zien van de film ‘The Two Popes’ was ik toch nieuwsgierig geworden. Ook was ik benieuwd naar wat de paus te zeggen zou hebben over het klimaatvraagstuk. In de brief roept hij de mensheid op tot “een nieuwe dialoog over de wijze waarop wij de toekomst van de planeet gestalte geven.” Daarbij richt hij zich niet alleen tot de gelovigen. Wij allen hebben zorg voor het behoud van de schepping. Tot mijn verbazing bevat de tekst belangrijke passages over hoe we steden moeten bouwen, met nadruk op de openbare ruimte en met voldoende woningen voor de armen, en zelfs las ik dat stedenbouwers in hun plannen het standpunt van bewoners een plaats moeten geven. In ‘Laudato Si’ komt de paus met niet minder dan een ruimtelijke toekomstvisie ‘van onderop’. De aarde, stelt hij, is ons gemeenschappelijke huis en het eerste hoofdstuk gaat over wat er met dat huis aan het gebeuren is. Er is sprake van een ecologische crisis. De mens is daarvan de wortel. Alles is voor hem economie. Vervolgens roept hij op tot een integrale ecologie met veel aandacht voor de gerechtigheid tussen de generaties. Tenslotte heeft hij lijnen voor oriëntatie en handelen.
De stadspredikant van Amsterdam wees mij op gelijkenissen tussen de tekst van de encycliek en de tekst van mijn toekomstvisie voor de Amsterdamse binnenstad. In beide wordt de metafoor van de tuin gebruikt. Een van de negen meditaties bij de encycliek luidt inderdaad: ‘De tuin der wereld bewerken en bewaren.’ Hier wordt gesteld dat de wereld geen probleem is dat wij moeten oplossen, maar een ‘vreugdevol mysterie’ dat wij ‘met blijde lofprijzing’ moeten aanschouwen. Niet de aarde bevolken en onderwerpen, zoals in het eerste scheppingsverhaal valt te lezen, maar de tuin van Eden bewerken en bewaren, zoals in het tweede scheppingsverhaal. Dat, aldus de paus, vereist zowel bewerken en cultiveren als verzorgen, beschermen, bewaken en in stand houden. Na het zien van ‘The Two Popes’ begreep ik het ineens. Let op die ene scene. In de tuin van het Vaticaan spreekt de kardinaal met een tuinman. Samen hebben ze het over de kwaliteit van de oregano. Na afloop krijgt hij een vers plantje in zijn handen gedrukt. Paus Benedictus XVI, die toeziet, begrijpt er niets van. Vervolgens reist de kardinaal door Rome in de stadsbus met het plantje op zijn schoot. De geur van oregano, de boodschap van eenvoud, maar vooral van bewerken, beschermen, bewaken, in stand houden. Zelden een mooiere scene over de metafoor van tuinieren gezien.
Gelezen in ‘What is the Future?’ (2015) van John Urry:
Bron: UvA
Tijdens de 388ste Dies Natalis van de Universiteit van Amsterdam ontving de Zweedse aardwetenschapper Johan Rockström een eredoctoraat. Zijn dankwoord was alarmerend. De mensheid dreigt de grenzen te overschrijden waarbinnen het planetaire systeem aarde min of meer stabiel blijft. Eenmaal over de grens wacht onheil. Opnieuw was daar een catastrofale toekomstvisie. Klimaatverandering, aldus John Urry, heeft gemaakt dat de toekomst centraal is komen te staan in ons denken. In ‘What is the Future?’ schetst de Britse socioloog vier scenario’s voor de toekomst waarbij klimaatverandering een hoofdrol speelt. Het eerste heet ‘business as usual’. In dit scenario doen regeringen alsof groei noodzakelijk is. De stroom van producten en diensten blijft groeien, of deze nou nuttig is of niet. Mensen veranderen hun gedrag ook niet. In dit scenario is sprake van een Cassandra syndroom: klimaatwetenschappers waarschuwen tevergeefs, waarna de ramp zich voltrekt. Het tweede scenario heet ‘de-growth’: samenlevingen organiseren zich van onderop – een ‘civil society’ ontwikkelt nieuwe leefwijzen die de uitstoot van CO2 en stikstof reduceren. Urry wijst erop dat zulke aanpassingen alleen kunnen plaatsvinden onder invloed van catastrofes. Het derde scenario heet ‘ecologische modernisering’. Op een crisis volgt een nieuwe fase van baanbrekende technologische innovaties. Deze zullen in een cyclus van zestig jaar een hele nieuwe toekomst voor de mensheid creëren, net zoals de industriële revolutie zich in cycli van zestig jaar voltrok en hele nieuwe werelden schiep. Urry ziet hiervoor weinig tekens.
Het vierde scenario heet ‘geo-engineering’. Het is een toekomst van grootschalige catastrofes, die door regeringen en bedrijfsleven tegemoet wordt getreden met zware vormen van geo-technologie. Ingrepen in de aardkorst en in de atmosfeer zullen worden voorgesteld als enige manier om fossiele brandstoffen te kunnen blijven gebruiken. Zulke omvattende programma’s, aldus Urry, vereisen samenwerking op continentale en deels mondiale schaal. “As a Plan B, such geo-engineering is a Faustian bargain trumping democratic politics and dependent upon a globalist imaginary bypassing national processes.” Urry waarschuwt voor een hele nieuwe reeks maatschappelijke conflicten die hiervan het gevolg zullen zijn, hij noemt het een keuze tussen barbarisme en barbarisme, daarmee I. Stengers citerend (‘Catastrophic Times: Resisting the Coming Barbarism’, 2015). De komende decennia zullen we laveren tussen deze vier scenario’s. Urry maakt het niet meer mee. Nog voordat hij zijn boek voltooide, stierf hij. Zijn laatste boodschap: hoe meer wij het toekomstdenken democratiseren, hoe beter wij ons voorbereiden. Op de catastrofe die onvermijdelijk komen gaat.
Gelezen in The Guardian van 10 juni 2019:
Bron: Sportify Cities
2020 wordt het jaar van Tokio. In augustus worden daar de Olympische zomerspelen gehouden. De vorige keer dat Tokio Olympische stad was, was in 1964. Die spelen werden destijds ook wel de ‘science fiction spelen’ genoemd. Hun legacy is nog altijd voelbaar in de Japanse metropool. In 2020 echter niets van dat al, of het moet al zijn het optreden van robots rond het stadion. Er wordt dan ook veel gemopperd in de stad. Op de website van de gemeente las ik: “Tokyo 2020 will be more about quality, the infrastructure, the smooth operation of everything and of Japanese hospitality. They just want to make it effective, make everyone happy, to be successful.” Met andere woorden, deze spelen gaan, anders dan de vorige, over ‘happiness’. Ook wil Tokio bekendstaan als een ‘eco-friendly city’. Dat houdt in dat het energieverbruik zal worden geminimaliseerd, de afvalproductie gereduceerd en de luchtvervuiling bestreden. De verlichting van alle venues wordt LED, de medailles zullen worden gemaakt van kostbare metalen onttrokken aan afgedankte smartphones, het Olympisch dorp wordt opgetrokken uit hout afkomstig van bossen uit heel Japan. Na afloop van de spelen zal alles weer worden afgebroken en hergebruikt. De legacy zal tot nul worden gereduceerd of, zoals de organisatoren stellen, deze zal ‘zacht’ zijn. En alles moet onder controle.
Waarom heetten die van 1964 ‘science fiction spelen’? In dat jaar ging de eerste hogesnelheidstrein op aarde rijden; hij verbond Tokio met Osaka. Voor het eerst ook werden de Olympische Spelen uitgezonden via een satelliet. Dat betekende dat Europa ‘s nachts kon opblijven om de wedstrijden te zien. De modernistische architect Kenzo Tange ontwierp de belangrijkste venues, waaronder het schitterende Yoyogi gym. De stad zelf bouwde liefst 100 kilometer stadsautowegen tussen Haneda airport en de venues plus nog eens 40 kilometer metrolijn. En het belangrijkste: een uiterst modern rioolstelsel werd door de hele metropool aangelegd waardoor het vervuilde water in de baai gezuiverd werd. Noem dat geen kwaliteit. Time magazine vond Tokio “de meest dynamische stad op aarde”, haar hart klopte sneller dan dat van New York. Destijds telde Tokio ruim 10 miljoen inwoners -vergeleken echter met New York waren er dubbel zoveel bars, nachtclubs en restaurants. “There was so much going on – the visual density was so great – that the Western eye could not process it all.” Tegenwoordig telt Tokio 38 miljoen inwoners. De stad verdicht en breidt in, de randen krimpen. Ze vreest vooral een hete zomer, want door klimaatverandering stijgt de temperatuur. Afgelopen zomer werd een record van 41,1 C gemeten, in heel Japan stierven 50 mensen als gevolg van de hitte. “The weather cannot be changed – there’s absolutely nothing we can do about it.” Het verschil met 1964 kan inderdaad niet groter.
Gelezen op CNN World van 15 november 2019:
Bron: Onweer-online.nl
Terwijl Venetië de allerhoogste waterstanden bereikt sinds de overstroming van 1966, wordt Sydney geteisterd door de ergste bosbranden sinds mensenheugenis. In de Nederlandse kranten verschenen alleen maar een paar foto’s. Schromelijke onderschatting. Deze stedelijke crises – Venetië, Hong Kong, Sydney – zijn het gevolg van de versnelde klimaatverandering en een economisch model dat tegen zijn grenzen aanloopt. In Sydney worden op dit moment vijf miljoen inwoners ingesloten door het vuur, de buitenwijken lopen gevaar, 1300 brandweermannen proberen uit alle macht het vuur te bedwingen, op 61 plaatsen slaat het vuur uit. Zelfs een van de burgemeesters van een verre voorstad moest haar huis verlaten, dat inmiddels door de branden is verwoest. Niet alleen het vuur en de hitte bedreigen de metropool en de hele regio – in heel New South Wales wonen 8 miljoen mensen -, ook het tekort aan water loopt snel op. De dammen die de watervoorziening van de miljoenenstad regelen noteren de laagste stand ooit – nog maar 46 procent van de watercapaciteit is beschikbaar. Als het zo doorgaat, komt Sydney in 2022 zonder water te zitten.
Lokale bestuurders zijn nu eindelijk wakker geworden. Sommige hebben aangekondigd om na de zomerhitte met plannen te komen die klimaatverandering eindelijk serieus nemen. Onder aanvoering van het bestuur van New South Wales wordt nu druk uitgeoefend op de conservatieven in Canberra om iets te gaan doen. Echter, net als de Nederlandse regering is de Australische nog lang niet zo ver. Vijf burgemeesters uit het westelijke deel van New South Wales proberen de regering nu zover te krijgen dat ze tenminste de waterreserves die zijn toegewezen aan boeren aan banden leggen. De komende drie maanden wordt namelijk nog geen regen verwacht. Dit ligt echter gevoelig. Zonder irrigatie is de huidige landbouw niet mogelijk. Boerenprotesten worden gevreesd. Rivieren staan nu droog. Het getouwtrek om het water neemt een politieke wending. Het land spreekt nu officieel van een watercrisis. Dat is vreemd, want Australië kwam nooit echt water tekort en iedereen geloofde in economische groei. Het noemen van ‘Day Zero’ wordt in conservatieve kring opgevat als oorlogsdreiging. De Australische premier weigerde afgelopen september naar New York te komen voor de VN-vergadering over klimaatverandering. Maar nu waarschuwt zelfs de Australische centrale bank dat de economie tot stilstand komt. Het worden drie spannende maanden.
Gelezen in The Guardian van 2 december 2018:
Die film wilde ik zien: ‘First Man’ van Damien Chazelle over de Amerikaanse landing van de Apollo 11 op de maan in 1969, met in de hoofdrol Ryan Gosling als astronaut Neil Armstrong. Het verhaal was bloedstollend, opnieuw. Opnieuw omdat ik me de echte maanlanding nog heel goed herinner. In 1969 was ik twaalf jaar oud. ‘s Avonds 20 juli om 21.17 uur gebeurde het, na een spannende ruimtereis van een week. Ik zal die televisiebeelden nooit meer vergeten. De filmversie is zo mogelijk nog indringender. Het meest bijzondere vond ik het verlaten van de dampkring in het begin van de film, gevolgd door de opmerking van Armstrong dat die atmosferische laag wel heel dun en kwetsbaar is: naar ik begrepen heb een afstand van Amsterdam naar Utrecht. Ons leven op aarde is inderdaad een wonder en onze verantwoordelijkheid is groot. Indrukwekkend in de film waren de zwart-wit panorama’s van de maan, toen Armstrong daar even buiten de Sea of Tranquility rondliep, maar vooral toen hij terugkeek naar de aarde: daar was hij dan, onze planeet: als een gemarmerde knikker, helder afstekend tegen een zwart heelal. Op die ‘blue marble’ leven 7,7 miljard mensen samen met miljarden dieren en planten. Drie jaar later verscheen het rapport van de Club van Rome.
En toen waren er afgelopen zondag honderden wetenschappers en regeringsvertegenwoordigers die deelnamen aan de jaarlijkse klimaatconferentie van de Verenigde Naties in het Poolse Katowice. Het VN-rapport loog er niet om. Richting 2100 zal de temperatuur op aarde gemiddeld 3 tot 5 graden Celsius stijgen. Dat is beduidend meer dan de 1,5 C. Een Brits rapport stelt zelfs dat 5,4 C temperatuurverhoging denkbaar is in 2070. De zeespiegelstijging zal uitkomen op 0,74 tot 1,8 meter, voldoende om steden als Mumbai, Guangzhou, Miami, Jakarta en New York in zee te laten verdwijnen. De kosten van deze klimaatramp worden geschat op zeker 11 biljoen Britse pond. Ook daarna zal de zeespiegel blijven stijgen. En dan de droogte. Landen als Kenia en Soedan zullen compleet verdrogen, de bosbranden in Californië en Australië zijn nog maar een begin. Voeg daarbij dat de wereldbevolking zal toenemen van 7,7 miljard naar 11 of misschien wel 15 miljard in 2100. De Wereldbank verwacht circa 140 miljoen klimaatvluchtelingen in 2050. Vijftig jaar lang is er niets gedaan. Een derde van alle CO2-uitstoot komt uit de Verenigde Staten. Een Nederlander stoot driemaal meer uit de gemiddelde wereldburger, namelijk 11,9 ton CO2 per jaar. Ondertussen daalde de CO2-uitstoot van een inwoner van Tokio van 7,5 ton naar 6.8 ton. (Wonen in een megastad heeft zo zijn voordelen). Dit is wat ik dit weekeinde in The Guardian las: “Climate catastrophe is now looking inevitable.”
Gelezen op ChinaFile.com van 18 mei 2015:
Bron: ChinaFile
Deze week hield het IPCC in Incheon, Zuid-Korea, haar 48ste vergadering. Er lagen drie rapporten voor. Een ervan ging over de verwachte gemiddelde temperatuurverhoging van 1,5 graad Celsius. Dat bleek ronduit alarmerend. De wereldgemeenschap, reageerde de Verenigde Naties, heeft nog 12 jaar om het tij te keren. Doet ze dat niet, dan gaat het richting 2 graden temperatuurstijging. De gevolgen van die halve graad extra zijn nauwelijks te overzien. Honderden miljoenen mensen zullen worden bedreigd door overstromingen of extreme droogte. Het oppervlak van gebieden die zullen onderlopen bij een zeespiegelstijging bij 2 graden temperatuurverhoging is vijftig procent groter dan bij 1,5 graad. Vijftig procent! Voor het laaggelegen Nederland maakt die halve graad dus nogal wat uit. Verdwijnt ons land of niet. Op dit moment is de aarde al één graad warmer dan in pre-industriële tijden. Ik verwachtte een toespraak van de premier, maar die kwam niet. Nee, wij zijn veilig en we werken inmiddels aan een energietransitie. Er is al 120 miljoen euro rijksmiddelen beschikbaar voor buurten die van het aardgas af willen en de woningbouwcorporaties krijgen nog eens 100 miljoen extra. En we gaan allemaal in elektrische auto’s rijden. Nee, dan China.
Op ChinaFile.com zijn bloedstollende interactieve kaarten te zien die aangeven welke kuststreken in China door de zeespiegelrijzing rechtstreeks worden bedreigd, gebaseerd op de meest recente voorspellingen van het IPCC. Het blijkt te gaan om werk van de cartograaf Jeffrey Linn, woonachtig in Seattle. Eerder had hij dit werk al gedaan voor de westkust van Canada en de Verenigde Staten. Omdat 43 procent van de Chinese bevolking in de kustzone leeft, vroeg ChinaFile hem ditzelfde te doen voor China. Kijk eens en huiver. Vooral de Pearl River delta met steden als Hongkong, Shenzhen en Guangzhou, nu al meer dan 30 miljoen inwoners tellend, zullen compleet van de aardbodem verdwijnen. Ook Dalian en Shanghai moeten ernstig vrezen voor hun toekomst. Deze laaggelegen gebieden kampen nu al grote problemen met ernstige verzilting. In de Pearl River delta zijn de meeste mangrovebossen opgeruimd en wordt op grote schaal vuilnis gestort om zo nieuw land te winnen. In New York is tijdens Sandy gebleken dat deze vuilstorten langs de kusten niet alleen met het wassende water als eerste wegspoelen, maar ook de zee en de oeverzones ernstig verontreinigen. En dan verzakt overal de bodem, want deze haastig gebouwde metropolen zijn in moerasland gebouwd. Ik zie hier een kans. Nederland kan zijn waterkennis exporteren.
Gelezen in ‘The Water Will Come’ (2017) van Jeff Goodell:
In het Amerika van Trump is de tijd rijp voor echte dystopieën. Jeff Goodell schreef er eentje. In ‘The Water Will Come’ (2017) schetst deze redacteur van de Rolling Stone op lugubere wijze de uitzichtloze situatie in veel steden langs de Amerikaanse kust en ook elders. Voor veel steden komt CO2-reductie zoals afgesproken in Parijs te laat. Er zit niets anders op dan de kustzone te verlaten, de bebouwing af te breken en opnieuw te beginnen op hogere gronden verderop. Veel aandacht besteedt hij aan Venetië en Miami. Maar ook New York en Boston komen voorbij. De gevolgen van Sandy zijn daar nog voelbaar. Realistisch zijn betekent in de situatie waarin deze kuststeden verkeren de ervaringen die zijn opgedaan met de orkaan Sandy serieus te nemen en er ook naar te handelen. Beslissingen over het uitkopen van vastgoed met publiek geld dan wel het verlaten van gronden en het verlies nemen zijn voor veel mensen allerminst eenvoudig. Sowieso is het accepteren van de terugtocht weinig aantrekkelijk. Veel interessanter vinden burgers en autoriteiten civieltechnische waterwerken die de illusie van veiligheid op termijn bieden en die tot gevolg hebben dat steden ‘ommuurd’ zullen raken op een reusachtige schaal: buitengewoon kostbare werken, dus alleen voor wie het betalen kan. Hier komt het Nederlandse Deltares voorbij.
In het hoofdstuk ‘Climate apartheid’ schetst Goodell de situatie in Lagos, Nigeria. Daar bezoekt hij Eko Atlantic, een laaggelegen nieuw stadsdeel voor 300.000 inwoners in de Golf van Guinea bij de riviermonding. Rond de nieuwe stad wordt een muur opgetrokken. Deze ‘Great Wall of Lagos’ wordt acht mijl lang, bestaande uit granieten blokken, voldoende om de nieuwe ontwikkeling bescherming te bieden tegen het wassende water. De prijzen van het vastgoed zijn hoog. Hier bouwt de elite van Afrika zijn toevluchtsoord, terwijl de miljoenen elders in de sloppenwijken toekijken. En dan te bedenken, schrijft Goodell, dat Lagos niet eens in de top tien van meest bedreigde steden in de wereld staat. Daar prijken Guangzhou, Shanghai, Kolkata, Mumbai en andere laaggelegen Aziatische steden. Dat is omdat zich daar de dure constructies als haveninstallaties en zakenwijken bevinden, die voor de kust van Afrika grotendeels ontbreken. Toch is de West-Afrikaanse kust wel de plek waar de verstedelijking, nu en in de toekomst, is geconcentreerd. Economisch is Afrika sterk van deze kwetsbare zone afhankelijk. Goodell probeert nog de prijswinnende drijvende school van architect Adeyemi te bezoeken, maar die blijkt bij de laatste storm weggespoeld. Let op Florence en lees dit moedeloos makende boek.
Gelezen in ‘Thank You for Being Late’ (2016) van Thomas Friedman:
Een veel te dik maar wel razend interessant boek schreef de Amerikaanse journalist Thomas Friedman. In ‘Thank You for Being Late’ neemt hij de tijd en de aandacht om te onderzoeken wat er met de wereld op dit moment aan de hand is. Drie krachten veranderen onze wereld ingrijpend: technologische innovaties, economische globalisering en klimaatverandering. In alle drie zit een venijnige versnelling: de Wet van Moore. Drie pijlers onder de huidige welvaartstaat: dat ieder mens in principe tot de middenklasse kan toetreden; dat migranten overal welkom zijn; dat de kansen op het platteland niet minder zijn dan in de stad – worden hierdoor ruw weggeslagen. “So, unless you have a really dynamic local leadership, or a close to a university, increasingly the only way to hold on to the American Dream is by living in a globally connected, multicultural, lifelong-learning-rich, urban context.” Er is geen ontkomen aan, iedereen zal zich de komende decennia moeten aanpassen. Tegenstand bieden, boos zijn of je verzetten helpt niet. ‘Go with the flow’ is de kunst die wij allen moeten leren. Alleen samenlevingen die voldoende open zijn en die permanent willen leren, zullen de ingrijpende versnellingen kunnen bijbenen. Ook Friedman komt uit bij Moeder Natuur die ons leert hoe we ons het beste kunnen aanpassen. Vijf ‘killer apps’ noemt hij die de natuur ons biedt en die we in onze alledaagse, veel te starre politiek moeten incorporeren.
De eerste ‘killer app’ is die van het tijdig onderkennen dat vreemde machten economisch en militair superieur kunnen zijn en dat je je daaraan tijdig dient aan te passen; 2. het vermogen om diversiteit en complexiteit te aanvaarden; 3. het vermogen om het eigenaarschap over de toekomst te accepteren en niet de rol van slachtoffer te spelen; 4. het vermogen om de juiste balans te vinden tussen top-down en bottom-up, 5. het vermogen om politiek te benaderen met een mind-set die tegelijk ondernemend, hybride, heterodox en niet-dogmatisch is. Cultuur, aldus Friedman, speelt in het nabootsen van deze vijf biologische killer-apps een belangrijke rol. Want uiteindelijk is het niet de politiek, maar de cultuur die mensen drijft. Leiding geven door te verrassen met uitspraken die openheid en complexiteit propageren biedt het meeste zicht op succes. Denk aan Nelson Mandela. Hij maakte Zuid-Afrika sterker door mensen op te roepen tot verdraagzaamheid, niet door het nemen van stoere besluiten. Alles draait om vertrouwen. Lokale gemeenschappen die zelf verantwoordelijkheid nemen zullen het de komende jaren moeten doen.
Gelezen in ‘Solar’ (2010) van Ian McEwan:
Genoten van ‘Solar’ van de Britse schrijver Ian McEwan. In de roman raakt de Britse Nobelprijswinnaar Michael Beard betrokken bij een ambitieus project om de wereld te redden. Het gaat om nieuwe technologie waarmee energie zal worden opgewekt uit zonlicht en water. Fossiele brandstoffen worden overbodig. De regering Blair investeert miljoenen in een Brits studiecentrum naar duurzame energie. Beard wordt het vlaggenschip van de politieke operatie. Maar hij maakt een puinhoop van zijn leven. En er gebeuren vreselijke dingen die ik de lezer van deze blog zal besparen. Het begin van deel twee van het boek is ronduit schitterend. Beard zit in een vliegtuig en cirkelt boven Londen. Hij is op weg terug naar huis. Onder zich ziet hij zijn hele leven terug in een stadslandschap dat Newton en Dickens zou hebben verpletterd. “As unplanned as a giant termite nest, as a rain forest, and a thing of beauty, gathering itself to great human intensity at the centre, along the rediscovered river between Westminster and Tower Bridge, dense with confident, playful architecture, new toys.” De metropool deed hem denken aan al die andere grote steden op aarde. “The pressure of numbers, the abundance of inventions, the blind forces of desires and needs looked unstoppable and were generating a heat that had become, by clever shifts, his subject, his profession. The hot breath of civilisation.”
Het wordt twee bladzijden verderop nog ironischer. De gedachten van Beard gaan uit naar de toekomst en hoe groot en mateloos groot Londen dan zal zijn. “One day this brash and ancient kingdom might yield to the force of multiple cravings, to the dreamy temptations of a giant metropolis, a Mexico-City, Sao Paulo and Los Angeles combined, to effloresce from London to the Medway to Southampton to Oxford, back to London, a modern form of quandrillateral, burying all previous hedges and trees. Who knew, perhaps it would be a triumph of racial harmony and brilliant buildings, a world city, the most admired world city in the world.” Hoe, vraagt Beard zich tijdens het landen af, zal de mensheid zichzelf ooit gaan inhouden? “We appeared, at this height, like a spreading lichen, a ravaging bloom of algae, a mould enveloping a soft fruit – we were such a wild success.” Nee, met de wereld komt het niet goed, dat is wel duidelijk. McEwan laat zijn held flink spartelen. En Londen en het Verenigd Koninkrijk zullen uiteindelijk op de klippen lopen in de woestijn van de Verenigde Staten. Kon McEwan bevroeden dat zijn land zes jaar later in een referendum zou stemmen voor Brexit?
Gelezen in ‘The Rational Optimist’ (2010) van Matt Ridley:
Grote ophef in Wageningen afgelopen week. Bij de opening van het Academisch jaar op de Landbouw Universiteit zou de Brit Matt Ridley (1958) komen spreken. Zijn rede bleek echter omstreden. Twintig hoogleraren en medewerkers wilden zijn komst verhinderen. Reden: spreker zou het klimaatprobleem bagatelliseren. Ridley ontkent niet dat er van een klimaatverandering sprake is. Hij is alleen niet somber. Ridley kennen we van ‘The Rational Optimist’, een opzienbarend en opwekkend boek uit 2010 waarin hij betoogt dat pessimisten het publieke debat domineren terwijl er alle reden is om over de wereld optimistisch te zijn. Niet alleen maakte hij aannemelijk dat het steeds beter met ons gaat, ook vertelde hij waardoor dat komt. Die opwekkende boodschap kon je in 2010 nog wel kwijt aan de pers en het publiek, maar in 2017 mag het kennelijk niet meer, gelet op al die rampen, crises, migranten, terreuraanslagen, smeltende ijskappen, Donald Trump. De pessimisten domineren niet alleen het huidige debat, ze eisen zelfs het monopolie, ook op universiteiten. Ongelooflijk hoe de wereld in korte tijd is veranderd.
Waardoor komt het dat het steeds beter met de wereld gaat? Een van de hoofdstukken in ‘The Rational Optimist’ is getiteld ‘The Triumph of Cities’. Steden, aldus Ridley, bestaan bij de gratie van handel. En handel leidt tot uitwisseling van goederen, diensten, geld en ideeën. Sinds er steden bestaan gaan we erop vooruit, in vrijwel elk opzicht. Iedereen weet dat ook en trekt naar steden. Megasteden vormen zich overal op de wereld, er vormen zich mierenhopen die steeds verder verdichten. Maar zijn sloppenwijken dan niet verschrikkelijk? Nee, zegt Ridley, vanuit het perspectief van de landlozen is de stad en ook de sloppenwijk een hoopgevende bestemming. “Urban opportunity is what people want.” Dat het beter zou zijn op het land is volgens hem een illusie. Meer dan de helft van de wereldbevolking woont inmiddels in metropolen. In 2025 zullen dat er 5 miljard mensen zijn, levend op minder dan drie procent van het aardoppervlak. “As far as the planet is concerned, this is good news because city dwellers take up less space, use less energy and have less impact on natural ecosystems than country dwellers.” Een jaar later verscheen ‘Triumph of the City’ van Edward Glaeser. Daarin klonk dezelfde boodschap. Over dat laatste boek geeft ik vandaag – maandag – op de Universiteit Utrecht gastcollege. Niemand in Utrecht heeft me nog de toegang geweigerd.
reacties