Mobiliteitscrisis op komst

On 13 maart 2020, in economie, wonen, by Zef Hemel

Gelezen in The Atlantic van 9 september 2019:

Afbeeldingsresultaat voor shrink new york chicago los angeles

Bron: BloombergQuint

In The Atlantic verscheen vorig najaar een bericht over bevolkingsverlies in de drie grootste Amerikaanse steden. In ‘Why Are America’s Three Biggest Metros Shrinking?’ ging Derek Thompson op zoek naar de achtergronden van de opmerkelijke recente bevolkingskrimp in New York, Los Angeles en Chicago. In 2018 verloor New York 277 inwoners per dag. In Chicago was dat 161 per dag, in Los Angeles 201 per dag. En dat terwijl deze metropolen als de grote winnaars na de financiële crisis van 2008 uit de bus kwamen en er sprake leek van een stedelijke renaissance. Hun aantrekkingskracht op hoogopgeleide kenniswerkers is onmiskenbaar. Maar hun evidente succes – door de groei en aanwezigheid van veelbelovende techfirma’s en andere zakelijke bedrijven – heeft wel tot gevolg gehad dat hun centra in korte tijd overkookten. Zelfs hoogopgeleiden worden nu de grote steden uit gedreven. Waar gaan zij naar toe? Thompson: naar de tech-steden in het zuiden zoals Houston, Dallas, San Antonio, Austin. Die steden groeien razendsnel. Tot voor kort werd dit vertrekoverschot gecompenseerd door internationale immigratie – zowel hoog- als laagopgeleid –, maar daaraan komt nu een einde. De grote vraag is waarom?

Thompson houdt het simpel: die kleinere techsteden in het zuiden hebben domweg goedkopere woningen in de aanbieding. En ook hun centra bieden nu hipstercafé’s en goede muziek. Waarom nog in zo’n grote metropool proberen te blijven? Voor Chicago is het duidelijk: achteraf blijkt daar sprake van een korte opleving in een trend van aanhoudende krimp. Vooral de Afro-Amerikaanse middenklasse ontvlucht daar de slechte buurten, pakt zijn biezen en trekt naar het zuiden. Iets soortgelijks doet zich voor in Los Angeles: de middenklasse kan de dure stad niet meer betalen en trekt weg. Zowel in Chicago, Los Angeles als New York is het vooral de zwarte middenklasse die de grote steden verlaat en die naar het zuiden migreert. Thompson spreekt van een ‘Reverse Great Migration’. Hij vraagt zich af wat dit voor het politieke landschap in de zuidelijke staten zal betekenen. “In the 2020s, as in the 1960s, it may be said that movements begin with movers.” Bovenal begrijpt hij niet waarom de drie grote steden niet veel meer woningen bouwen. Hun belastingen gaan omhoog, terwijl die in Florida omlaag gaan, maar gebouwd wordt er niet, althans niet voor de middenklasse. Inderdaad, als ook Amsterdam te duur wordt en niet voldoende middeldure woningen bouwt, zal ook hier de middenklasse wegtrekken. In feite is dat al aan de gang. De grote vraag is waar deze naartoe gaat. In ieder geval blijft het werk achter. Ik voorspel u een mobiliteitscrisis.

Tagged with:
 

Terugkeer naar het platteland?

On 18 november 2019, in regionale planning, toerisme, by Zef Hemel

Gelezen in The Diplomat van 20 december 2017:

Afbeeldingsresultaat voor charming villages zhejiang

Bron: China.org.cn

Of ik ook een visie wil ontwikkelen voor het Nederlandse platteland. Keer op keer word ik ertoe uitgedaagd vanwege mijn pleidooi voor de metropool. Leegloop, krimp, stikstof, verdozing, Nederland weigert zich een beeld te vormen van het toekomstige platteland. Nee, dan China. Toen president Xi Jinping zich als doel stelde om het hele land in 2050 mooi en duurzaam te maken, kwam ook de planvorming voor het uitgestrekte Chinese landelijk gebied in een stroomversnelling. Armoede drijft de mensen daar weg. Een van de programma’s richt zich op de vele krimpende dorpen. De regering wil ze omvormen tot ‘charming villages’. Het ministerie van wonen en ruimtelijke ordening heeft inmiddels plannen voor 400 dorpen goedgekeurd, maar ook de provincies doen een duit in het zakje en ondersteunen hun eigen dorpen. Elk dorp kiest een thema, specialiseert zich, profileert zich, maakt zich mooi, probeert toeristen en/of kleinschalige bedrijvigheid aan te trekken. De een gaat voor het thema ‘suiker’, de ander voor het thema ‘dromen’. Afgelopen zomer zag ons gezin met eigen ogen hoe dit in het zuiden van China zijn beslag krijgt. Overal prijzen dorpen zich aan, het hele platteland lijkt op billboards weer tot leven te komen. Opeens begrepen we de charme van Giethoorn in de ogen van Chinese toeristen.

De dorpenpolitiek vindt zijn oorsprong in Zhejiang. Deze provincie zuidelijk van Shanghai, met Hangzhou als hoofdstad, staat bekend om zijn succesvolle industriële clusters. Xi Jinping was daar ooit partijsecretaris. Hij startte er een programma voor de ondersteuning van 100 ‘charming villages’ voor een bedrag van liefst 75 miljard US dollar. Elk dorp kon rekenen op 750 miljoen dollar voor verfraaiing en gelijktijdige campusontwikkeling rond een gespecialiseerde tak van industrie. De aanpak paste in het regeringsprogramma voor de bouw van een ‘nieuw socialistisch platteland’, vastgesteld door het partijcongres in 2006. In Zhejiang werkte het. Met het Beautiful Countryside Project verdiende Xi dus zijn sporen. Toen hij later president werd, beval hij de aanpak in het hele Chinese rijk door te voeren. Elk dorp heeft een geschiedenis, een eigen kracht. Daarbij aansluiten is nu de opgave. Vaak blijft het echter bij ‘villagemarketing’. En aan verdere industrialisatie van de Chinese landbouw komt geen einde, dus ook de leegloop van het platteland gaat gewoon door. Liefst 250 miljoen Chinezen verlieten de afgelopen jaren de dorpen om hun heil in de grote steden te zoeken. Xi wil dit keren. Omvangrijke budgetten worden vrijgemaakt voor het opknappen van het platteland, de grootste steden mogen niet verder groeien. Door het afknijpen van de steden daalt nu de economische groei.

Tagged with:
 

Low Carbon Cities in Japan

On 6 april 2019, in demografie, duurzaamheid, by Zef Hemel

Gehoord op de UvA te Amsterdam op 29 maart 2019:

Afbeeldingsresultaat voor selected regions for the future environmental city concept japan

 

In Japan vergrijst en krimpt de bevolking, dat is genoegzaam bekend. De Japanse regering promoot daarom sinds enkele jaren een actieve ‘Compact City Policy’. Dit ruimtelijke beleid moet door de prefecturen worden uitgevoerd. Lichtend voorbeeld is Toyama in de noordelijke Chubu regio. Daar is in 2005 een begin gemaakt met ruimtelijke concentratie van de verstedelijking. Kensuke Katayama van Nagasaki University zocht me afgelopen week op. Hij wilde meer over de compacte stad-strategie van Amsterdam en omgeving weten. Hij was, vertelde hij me, op doorreis naar Kopenhagen en Berlijn. Voor Japan zijn deze drie Europese hoofdsteden belangrijk studiemateriaal. De eerste vraag die hij me stelde was: hoe krijg je oudere mensen uit de provincie bereid om naar de grote steden te trekken? Jonge Japanners trekken naar Tokio en Osaka, maar de ouderen blijven dikwijls achter, ze worden humeurig, vereenzamen en sterven vaak onopgemerkt. In de meeste prefecturen staat op dit moment tenminste tien procent van de woningen leeg, in sommige is dit al opgelopen tot meer dan twintig procent. Kun je de ouderen niet bewegen om hun boedel op te pakken, hun huizen sluiten en als iedereen vertrokken is de dorpen en stadjes afbreken? Brandgevaar door aardbevingen en tsunami’s maakt ontruiming van hele streken in Japan in de toekomst urgent.

Een van de kwesties die in Japan spelen rond de vergrijzing en bevolkingskrimp is de locatie van ziekenhuizen en zorginstellingen. Die zijn overwegend in de middelgrote provinciesteden gesitueerd. Deze instellingen volgden destijds de dominante trek naar buiten. Hun ligging  blijkt nu verkeerd. Ze moeten naar de centrumsteden en hoofdsteden, ook omdat de verkeersemissies te hoog zijn en de nieuwe energiesystemen om ruimtelijke concentratie vragen. Als concept blijkt de compacte stad de minste uitstoot van CO2 met zich te brengen. Dit betekent dat de Japanse samenleving afscheid moet nemen van de auto en overschakelen op openbaar vervoer. Het Japanse ministerie van grond, infrastructuur, transport en toerisme steunt deze nieuwe richting in het ruimtelijke beleid. Gemeenschappelijk doel van alle Japanse overheden de komende decennia is om de ‘low carbon city’ te realiseren in een beperkt aantal grote steden. Dus, vroeg de heer Katayama me, hoe doet Amsterdam dat nu eigenlijk? Ik vertelde hem over de compacte stad-strategie die sinds 1985 tot concentratie van de Amsterdamse bevolking heeft geleid. Uitzondering daarop is Almere. Voorts verwees ik hem naar de komende ‘Nationale Omgevingsvisie’ van de regering Rutte die op 16 april aanstaande wordt gepresenteerd. Daarin zal de concentratie van de bevolking in de grote steden in het westen definitief zijn beslag krijgen en de geordende krimp van de provincies netjes worden geregeld. De Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken noemt dit ‘De Grote Verbouwing’.

Tagged with:
 

Pijnlijke keuzes in de zorg

On 16 februari 2019, in gezondheid, by Zef Hemel

Gelezen in de Volkskrant van 12 oktober 2018:

Gerelateerde afbeelding

Bron: Volksgezondheidenzorg.info

Een oud-directeur van een ziekenhuis vertelde me laatst over de moeizame ziekenhuisfusie in het noorden van het land. Zeker, het is ingewikkeld, want het gaat over religies, streeksentimenten, lokale politiek. Die van Meppel werkt nu samen met Zwolle; Hoogeveen, Emmen, Assen en Stadskanaal zijn al jaren verwikkeld in een fusieproces, terwijl Assen liever met Groningen in zee wil en Hoogeveen eigenlijk met Meppel. Hier in Amsterdam sloot Slotervaartziekenhuis onlangs zijn deuren. Dat was een harde klap. Datzelfde lot hing Lelystad boven het hoofd, maar die gaat nu verder met Harderwijk. AMC en VUmc zijn inmiddels succesvol gefuseerd en heten nu Amsterdam UMC. En met Amsterdam UMC sloot Almere zeer onlangs een deal, noodgedwongen. Wat is er toch aan de hand? Wouter Bos, voormalig directeur van VUmc schreef het eind vorige jaar in de Volkskrant: het behoud van kleinere ziekenhuizen roept steeds meer spanningen op, maar de neiging naar schaalvergroting is structureel. Meer patiënten behandelen betekent een kleinere kans op fouten, zeker bij complexe aandoeningen. Steeds complexere en duurdere apparatuur vraagt om bemensing die dag en nacht beschikbaar is. “Het klinkt koud en kil, maar de hoge kosten van een kwalitatief hoogstaande en permanent beschikbare zorginfrastructuur zijn alleen maar op te brengen bij voldoende patiënten.” Het zet kleine ziekenhuizen op achterstand.

In grote delen van Nederland zal het fusieproces van ziekenhuizen de komende jaren nog veel pijnlijker worden. Tientallen ziekenhuizen zullen sluiten, nieuwe zullen ergens centraal gebouwd worden, af te leggen afstanden voor patiënten, bezoek en personeel zullen flink toenemen. Sentimenten spelen op. Waren er in 1972 nog 261 ziekenhuizen in Nederland, in 2015 was hun aantal geslonken tot 102. Een getal van 87 ziekenhuizen wordt als eindbeeld genoemd, maar er circuleren ook rekensommen dat het met 40 moet kunnen. Het wrange is dat de kleinere ziekenhuizen in de dunbevolkte krimpgebieden hun deuren zullen moeten sluiten, juist daar waar de bevolking snel vergrijst. Daar zal thuisbehandeling en persoonsgerichte ICT een hoge vlucht moeten nemen. Ondertussen concentreert zich in de grote steden met hun academische ziekenhuizen de kennis, daar woont het personeel, verbetert de zorg, daar vestigen zich de privéklinieken. Maar ook in de grote steden wordt steeds meer in regionale netwerken gedacht. Het contrast tussen stad en land zal groter worden. En niemand die er wat aan kan doen. Een grondige ruimtelijke herschikking van het nationale territoir is noodzakelijk. ‘Stop met wegduiken voor pijnlijke keuzes in de zorg’ luidde de titel van het artikel van Wouter Bos in de krant. Zal er naar Bos geluisterd worden?

Tagged with:
 

Krimpstrategie op z’n Japans

On 9 juli 2018, in demografie, economie, by Zef Hemel

Gehoord in Pakhuis de Zwijger te Amsterdam op 23 juni 2018:

 

Afbeeldingsresultaat voor zef hemel new tokyo story

Ome City is een stad van circa 130.000 inwoners aan de rand van Tokio, Japan. De stad ligt op vijftig kilometer afstand van het stadscentrum van Tokio, met de trein vanaf Shinjuku duurt de reis amper 50 minuten. Junko Kunihiro vertelde over de sterke bevolkingskrimp van Ome tijdens New Tokyo Story op 23 juni in Pakhuis de Zwijger te Amsterdam. Terwijl Tokio groeit, krimpen de randen. En hoe. Kunihiro is stadsmanager van Ome City Center Vitalisation Council. Haar taak is de leegstand in het centrum van de industriestad te bestrijden. Die nadert de 55 procent, dus dat valt beslist niet mee. Waar ze vooral mee worstelt is het conservatieve gemeentebestuur en de voortdurende bezuinigingen en besparingen. De situatie verslechtert daardoor keer op keer. De nationale Act on Improvement and Vitalization in City Centers van 1998 was volgens haar belangrijk, al moest Ome wachten op de sluiting van de lokale Hitachi fabriek in 2014 voordat het gemeentebestuur tot actie overging. Na die klap werd eindelijk besloten tot de instelling van een City Center Vitalization Council met een klein uitvoerend apparaat. Kunihiro, die zelf jarenlang bij een Japanse bank in Tokio had gewerkt, besloot om de aanval op de leegstand in te zetten. Hoe, dat moest ze daarna zelf zien uit te vinden.

Kunihiro ontdekte dat zoiets simpels als feitelijke informatie verschaffen over de leegstand al helpt om partijen in beweging te krijgen. In een van de leegstaande panden opende ze daartoe een ‘Vacant Stores Gallery’ waar geïnteresseerde ondernemers konden navragen wat er zoal leeg stond en tegen welke prijs ze dit eventueel konden huren of kopen. Daarnaast begon ze wandelingen en bezichtigingen in het stadscentrum die veel publiek trokken. Persoonlijk contact was belangrijk. Het ging ook om educatie, activisme en leren samenwerken. Al snel begonnen twaalf nieuwe bedrijfjes hun activiteiten in leegstaande panden. Deze uitkomst was veel gunstiger dan ze had verwacht. Na verloop van tijd constateerde ze zelfs een kentering: terwijl 49 panden kwamen leeg te staan, openden er 64 hun deuren. Dit was zeer bemoedigend. Ze liet zien hoe deze kentering zijn weerslag had op de voorspelde leegstand: die werd voortdurend naar beneden bijgesteld. Mensen kregen weer vertrouwen in de toekomst van Ome, er was sprake van ‘synergetische effecten’. Niet dat Ome zal herrijzen, maar de krimp is minder ernstig en de sfeer in de stad is veel positiever. Kunihito vergeleek zichzelf met een renpaard. Ze zei dat ze nooit meer een kantoorbaan bij een zakenbank ambieerde.

Tagged with:
 

Uittocht der uittochten

On 20 januari 2018, in kunst, by Zef Hemel

Gehoord in Kapitein Zeppos in Amsterdam op 12 januari 2018:

Afbeeldingsresultaat voor 8 billion city arne hendriks

Bron: Arne Hendriks/Monnik

Kunstenaar Arne Hendriks was vorige week vrijdag te gast bij de Masterstudio The Circle City van het Centre for Urban Studies van de UvA. Het werd een fascinerende event. Hendriks, die de laatste spreker was, vertelde over FATberg, de 500 kilogram vet die hij sinds deze winter in het IJ laat drijven en die moet uitgroeien tot een groot eiland van door huishoudens afgedankt vet. Na afloop van zijn lezing aten we gezellig een hapje in Kapitein Zeppos. Hendriks vertelde honderduit over zijn stad van 8 miljard mensen die hij samen met het Amsterdamse bureau Monnik ergens in de wereld, liefst in de Atlantische Oceaan, wil bouwen. In ‘8 Billion City’ willen ze de consequenties onderzoeken van zo’n enorme stedelijke agglomeratie, te bouwen in richtjaar 2025. Waar precies moet de stad verrijzen? Hoe groot? Hoe voedt zo’n reuzenstad zichzelf? Welk politiek systeem hoort erbij? In ieder geval, zei hij, hoort er een groot evacuatieplan bij, want mensen vertrekken niet vrijwillig massaal naar één punt. Achterblijven is geen optie. Dan krijg je gedoe. In Friesland had hij samen met studenten zo’n evacuatieplan ontwikkeld en getest. Evacuatie zou een oplossing zijn voor de problematiek van de bevolkingskrimp.

Op 29 oktober 2015 berichtte de Leeuwarder Courant inderdaad droogjes: ‘Kunstenaar onderzoekt evacuatie Friesland’. Samen met studenten van de Academie voor Popcultuur bedacht Hendriks wat er nodig is om alle Friezen in één keer te verhuizen. Hendriks tegenover de krant: “Men kan zich verzetten tegen de braindrain in Friesland, maar men kan ‘de krimp’ ook accepteren: jonge mensen en talenten wonen nu eenmaal liever in de Randstad.” Dus hoe evacueer je 6.5 ton mensen? Studenten spraken met de politie, de brandweer, het leger en de gemeenten. Projectleider Daan Branding dacht aan verzamelplaats Joure en dan met z’n allen met boten vertrekken. Waar naartoe wist hij nog niet. Een soort Ark van Noach idee. Het plan werd gepresenteerd in Leeuwarden tijdens het Media Art Festival eind november 2015. Huis-aan-huisblad Leeuwarden meldde: “Deze week wordt het oude kantoor in De Snackbar verruild voor een nieuw onderkomen in de Oude Slachterij aan de Kleine Hoogstraat waar de laatste voorbereidingen worden getroffen voor de grootste logistieke operatie aller tijden.” Het werd, begreep ik, een daverend slot.

Tagged with:
 

Hoe China uit elkaar valt

On 20 november 2017, in demografie, by Zef Hemel

Gelezen in The Economist van 23 september 2017:

Figure 8 Urban trajectories in China

Bron: Cybergeo

Hoe hard de bevolking in perifere regio´s kan krimpen, daarover berichtte eind vorige maand het Britse The Economist. In ‘Ups and Downs’ schreef ze over hoe het reusachtige China kampt met snel toenemende bevolkingskrimp. Gedeeltelijk is dit de erfenis van de eenkindpolitiek, deels komt het door de snel toenemende welvaart en urbanisatie die het vruchtbaarheidscijfer van Chinese vrouwen snel doen dalen. Met een vruchtbaarheidscijfer van 0,71 is de Chinese megastad koploper in de terugloop van het aantal geboortes. Traditiegetrouw krijgen vrouwen in plattelandsgebieden de meeste kinderen, in stedelijke gebieden worden veel minder kinderen geboren, en dus ook in Beijing. Een gemiddelde van 2,1 is nodig om een bevolking op peil te houden. Met andere woorden, de Chinese hoofdstad zou snel krimpen als niet veel mensen naar Beijing zouden migreren. En dat doen ze op grote schaal. Ondertussen blijft de bevolking op het platteland, waar ook vroeger officieel uitzondering op de eenkindpolitiek werd gemaakt en gezinnen meer dan één kind mochten grootbrengen, licht doorgroeien. Maar hun kinderen verliezen ze aan de grote steden. En waar de bevolking snel krimpt, daar ontstaan acute problemen met de pensioenvoorziening en met de arbeidsmarkt.

De allergrootste Chinese steden  Beijing, Shanghai en Tianjin winnen sterk aan inwoners, ondanks het feit dat hun vruchtbaarheidscijfer uitzonderlijk laag is. Dit heeft te maken met het inkomensniveau. In grote steden ligt dit beduidend hoger. De groei van de bevolking is daar zelfs meer dan 3 procent per jaar. Jongeren trekken naar de grote stad. Ondanks het feit dat de drie metropolen de immigratie proberen te dempen, groeien ze versneld door. Het platteland en de provinciesteden proberen juist bevolking aan te trekken met goed onderwijs en met versoepeling van regelingen, maar dat is vergeefs. En de Chinese centrale overheid? Haar grote zorg is de groeiende ongelijkheid tussen de regio’s en de niet te stuiten opmars van de allergrootste steden. Het denkt door herverdeling de krimpregio’s te steunen en de metropolitane groei af te remmen en zo het immense land bij elkaar te houden. Onder het bewind van Xi Jinping is in China sprake van een zeer sterke centralisatie.  Maar volgens The Economist is de president veel te laat met ingrijpen. Metropolen blijven groeien en het platteland loopt leeg. China is op termijn niet bij elkaar te houden. Het immense land is niet de enige. Steeds meer landen ontwikkelen zich in de richting van stelsels van stadstaten. Zeer lichte stedenbanden, afgewisseld door ontvolkt platteland, zullen de oude natiestaten op termijn doen vergeten.

Tagged with:
 

De gemakkelijke weg

On 25 september 2017, in ruimtelijke ordening, by Zef Hemel

Gehoord in het provinciehuis van Lelystad op 20 september 2017:

Afbeeldingsresultaat voor emancipatie van de periferie

Kaart: Middenstad, uit: De emancipatie van de periferie, 2016

Afgelopen woensdagmiddag de Cornelis Lely lezing 2017 uitgesproken in de statenzaal van de provincie Flevoland in Lelystad. Als coreferent trad Floris Alkemade op, rijksbouwmeester. In mijn lezing stelde ik voor om Schiphol integraal te verplaatsen naar Lelystad. Mijn voorstel past in het vooruitzicht van een sterk verdichtende Randstad, nu al tot uitdrukking komend in een extreme druk op Amsterdam, en de wetenschap van een aanhoudende groei van het mondiale vliegverkeer. Dringend nodig is een ruimtelijke her-configuratie binnen de metropool Amsterdam en Flevoland zal hierin positie moeten kiezen. De tegenwerpingen van rijksbouwmeester Floris Alkemade waren interessant. Uitbreiden van Amsterdam, betoogde hij, is duur en lastig; er is ruimte genoeg in Brabant, Utrecht en Gelderland; het idee van een Randstad is al verwaterd; in Brabant wordt driftig gebouwd (óók 120.000 nieuwe woningen erbij); aan vliegverkeer verdien je niet veel; luchthavens genereren vooral laagwaardige banen in de dienstensector; Flevoland kan zich beter op duurzame landbouw en op windturbines richten. Als voorbeeld noemde hij Goeree-Overflakkee dat ook behoud van leefbaarheid en identiteit voorop heeft gesteld.

Die genoemde toekomstvisie van Goeree-Overflakkee heb ik erop nagelezen. Op het Zuid-Hollandse eiland richt men zich inderdaad op het behoud van de unieke identiteit, het behoud van een voldoende zorg- en voorzieningenniveau en op het behoud van de kwaliteit van leven en van groei. “Goeree-Overflakkee kan en wil het meest duurzame eiland worden”. Innovatie ziet men, terecht, als de vestigingsvoorwaarde voor bedrijven en onderwijs. Ondertussen wil men betere verbindingen op het eiland zelf en met Rotterdam en Antwerpen. Zeker, dat zijn prachtige uitgangspunten voor een duurzame toekomst van een plattelandsgemeenschap in de delta. Maar Goeree-Overflakkee is een krimpregio. Dat kun je van de dynamische Flevopolders niet zeggen. Duurzaamheid in de metropoolregio Amsterdam is juist geconcentreerde metropoolvorming en verder zo weinig mogelijk geluidsbelasting door aanhoudende groei van het internationale vliegverkeer. Gespreide verstedelijking leidt tot nog meer files. Door in heel Midden-Nederland huizen te bouwen omdat de grote steden duur zijn, zoals Alkemade voorstelt, is VINEX herhalen en allesbehalve duurzaam, nee het is de gemakkelijke weg.

Tagged with:
 

Overal groei

On 22 juni 2017, in migratie, by Zef Hemel

Gehoord in Museum Het Schip in Amsterdam op 18 juni 2017:

Twee bijzondere bijeenkomsten bijgewoond in Amsterdam. De ene ging over bevolkingskrimp op het Europese platteland, de tweede over recente migratie naar Europese steden. De eerste speelde zich af in het Paleis op de Dam en werd bijgewoond door de Koninklijke familie, de tweede – vier dagen later – vond plaats in museum Het Schip in de Spaarndammerbuurt en maakte deel uit van het International Social Housing Festival. Tijdens de eerste werd een terugkeer naar het platteland bepleit, ja er werd zelfs een rurale renaissance in het vooruitzicht gesteld, de tweede pleitte voor een gastvrije stad voor buitenlanders en internationale vluchtelingen omdat de stroom migranten naar steden ook de komende jaren zal aanhouden. Wel gek om die twee bewegingen naast elkaar te zien. Migratie, zo luidde het afgelopen zondagmiddag, hoort nu eenmaal bij stedelijke ontwikkeling en dus is het belangrijk hoe steden die aanhoudende groei opvangen. Terwijl we vier dagen eerder in het geval van de platteland van bevolkingskrimp niet mochten spreken: plattelandsgemeenten waren “in een transitiefase”. Daar in het Paleis werd weliswaar toegegeven dat jongeren het platteland verlaten, maar die zouden terugkeren als de plattelandsgemeenten zich hun lot meer zouden aantrekken. Over buitenlandse migranten hoorde ik niets. Kennelijk zijn we ver voorbij de crisis. Overal ziet men weer groei.

Tijdens het International Social Housing Festival introduceerde Michelle Provoost van het Rotterdamse onderzoeksbureau Crimson die zondag vier steden die bijzondere migratie-geschiedenissen kennen: Prato in Italië, Aarhus in Denemarken. Londen en Wenen. Het voorbeeld van Prato ging over Chinese migranten in de kledingindustrie, Aarhus over de opvang van Syriërs, Londen over migranten uit de hele wereld, Wenen over de invasie uit Oost-Europa en de Balkan. Opvallend was dat elk van de sprekers liet zien dat opvang en integratie vooral in het informele en ongeplande plaatsvinden, niet in de gereguleerde systeemwereld van instanties en overheden. In Londen ging het om oude, vieze hoofdstraten waar migranten de straathandel nieuw leven inblazen, in Prato de vergeten publieke ruimte waar kunstenaars en migranten nieuwe ontmoetingsplekken creëren, in Aarhus de leegstaande openbare gebouwen, in Wenen de private huursector. Vooral Prato was illustratief. De Italiaanse autoriteiten, aldus Massimo Bressan, dachten de Chinese migranten te kunnen exploiteren, maar die bedachten hun eigen strategie. Chinezen kopen daar nu massaal vastgoed op en omzeilen daarmee de programma’s van de autoriteiten. Onmacht en onvermogen om met migratie om te gaan lijken overal groot. Onmacht, aldus Provoost, tekent ook de kabinetsformatie in Nederland, die is vastgelopen op uitgerekend de migratie.

Tagged with:
 

Gelezen in ‘Fiber City Tokyo 2050’ van Hidetoshi Ohno:

Gerelateerde afbeelding

Komende donderdag is er een besloten bijeenkomst over bevolkingskrimp in het Paleis op de Dam in Amsterdam. Interessant. Ik zal er ook zijn. Eerder al schreef ik over de krimpende randen van Tokio. De Japanse bevolking als totaal krimpt al een hele tijd. Nu bereikt de Japanse bevolkingskrimp ook de randen van hoofdstad Tokio. De bevolking in het centrum verjongt, die in de buitenwijken wordt snel ouder.Vanaf 2020 zal zelfs de allergrootste megastad op aarde licht gaan krimpen. De Japanse architect Hidetoshi Ohno heeft daarom vanuit Tokyo University een strategie ontwikkeld om met die bevolkingskrimp in de randen van Tokio duurzaam om te gaan. In ‘Fiber City’ noemt hij vier strategieën die vezels en netwerken als uitgangspunt voor toekomstige ontwikkelingen nemen: straten en netwerken van openbaar vervoer. In plaats van de aandacht te richten op vlakken en volumes, zouden de planners zich meer moeten richten op de leven brengende vezels van de stad en daar het toekomstige leven omheen organiseren. Ouderen zijn sterk afhankelijk van openbaar vervoer en hebben baat bij de nabijheid van stations, water, winkels en vitaal straatleven. Huizen dicht bij stations en winkels kunnen daarom blijven, maar de rest moet worden afgebroken en door groen vervangen. Fiber City accepteert krimp als toekomstbeeld, rekent af met het modernisme en richt de stedelijke ontwikkeling op een steeds ouder wordende bevolking.

Een van de strategieën is om het centrale wegenstelsel binnen de ‘loop’ te vergroenen en geschikt te maken voor wandelen en fietsen in plaats van autoverkeer. Bij ernstige calamiteiten kan dit groene wegenstelsel dienen voor hulpdiensten die bij rampen snel in het centrum moeten acteren. Een tweede strategie richt zich op lelijke en vergeten vezels en wil deze opknappen, schoonpoetsen, tot nieuw leven wekken. Een derde strategie – Groene Vingers – probeert de uitgestrekte suburbane gebieden te reorganiseren door sterke ruimtelijke concentratie rond spoorwegstations na te streven, terwijl woningen op afstand daarvan worden afgebroken en vervangen door vegetatie: het plan streeft hier een stelselmatige vergroening van de randen van Tokio na door middel van nieuwe parken, landbouwgrond en campusontwikkeling. Door hier zes procent van de grond aan het bebouwde oppervlak te onttrekken zal de grondprijs in de rest van de metropool stijgen. Met die opbrengsten kan volgens de planners de vergroening elders worden gefinancierd. Je kunt ervan zeggen wat je wilt, maar zo’n nationale krimpstrategie zouden wij voor heel Nederland – qua oppervlak slechts driemaal Tokio – ook eens moeten ontwikkelen.

Tagged with: