Gelezen in NRC Handelsblad van 11 februari 2012:
We hadden het over kleine bedrijfjes die steeds vaker buiten de ketens treden, over alternatieve bedrijfsketens die ethischer willen opereren, over regionale voedselketens, over regionale drogisterijcoöperaties, over coöperaties in het algemeen. Dit weekeinde publiceerde Merijn de Waal in NRC Handelsblad een artikel over de dramatische toestand in Spanje en Portugal. De economische crisis heeft daar keihard toegeslagen. De jeugdwerkloosheid in Spanje is opgelopen tot bijna 50 procent! Eigen schuld, dikke bult? Welnee, flexwerkers zijn vogelvrij verklaard en jongeren komen gewoon niet meer aan de bak. De noodhulp van 78 miljard euro die IMF en EU in het vooruitzicht hebben gesteld wordt alleen vrijgemaakt als de beide landen verstrekkende arbeidsmarkthervormingen doorvoeren die volgens de jongeren het land verder zullen leegzuigen, alles “gedicteerd door de grote banken.” Hun protest deed me denken aan ‘The Shock Doctrine’ (2007) van Naomi Klein -een vervolghoofdstuk uit de ‘Shock and Awe’-benadering van de neoliberale school die landen overlevert aan het blinde monetaire rampenkapitalisme.”Unlike the fantasy of the Rapture, the apocalyptic erasure that allows the ethereal escape of true believers, local people’s renewal movements begin from the premise that there is no escape from the substantial messs we have created and that there has already been enough erasure – of history, of culture, of memory.” Aan deze passage moest ik denken toen ik het artikel van De Waal las.
In Portugal sluiten jongeren zich aan bij Futuragora (Toekomst Nu), een beweging die experimenteert met manieren van zelfvoorzienend leven. Ze opereert vanuit Lissabon. Jongeren aldaar stellen zich de vraag: “stel dat het systeem crasht? Er is nog voor drie dagen voedsel in de supermarkten, er komt geen geld uit de pinautomaat, de olie raakt op. Hoe kunnen we dan overleven?” Door het neoliberalisme is er teveel kapitaal op de markt gekomen en is het financiële systeem helemaal losgezongen van de reële economie. Sommigen hebben daar wel bij gevaren, maar het is niet houdbaar. Daarom planten de jongeren weer olijfbomen, kweken ze stokkool, plukken ze de broccoli en maken ze zeep uit het sap van de kilomopstam. Ook in Barcelona kweken stedelingen op hun dakterras groenten om deels zelfvoorzienend te worden, knappen jongeren boerderijen op om boerencoöperaties te starten, wisselen buurtbewoners spullen op ruilmarkten, werken kleine gemeenschappen aan eigen muntstelsels die weer ethisch zijn. De trend is duidelijk: het aantal mensen dat aan boerencoöperaties deelneemt stijgt, evenals een aantal klanten van ethische banken. Onderzoekser Joanna Conill: “Niemand kan helemaal zelfvoorzienend zijn, als je dat al zou willen. Iedereen verricht elke dag wel een kapitalistische transactie. Het gaat erom dat een andere, duurzamer, eerlijker economische cultuur ontstaat.” Wat schreef Naomi Klein? “Radical only in their intense practicality, rooted in the communities where they live, these men and women see themselves as mere repair people, taking what’s there and fixing it, reinforcing it, making it better and more equal. Most of all, they are building in resilience – for when the next shock hits.”
Gelezen in De Volkskrant van 1 december 2010:
In 2007 was ik een van de sprekers op een congres over creatieve steden in Lissabon, Portugal. De Portugese kunstenaar Leonel Moura en technologisch ondernemer Antonio Camara van Ydreams waren destijds de organisatoren. Ik herinner het me nog goed, al was het maar omdat ik in hetzelfde hotel logeerde als het nationale voetbalteam van Portugal en de ongehuwde Ronaldo een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefende op jonge meisjes. Sprekers kwamen uit Barcelona, Austin, Texas en Amsterdam. Afgelopen week zocht Leonel weer contact met me. Of ik tijd had. Hij was in Amsterdam. Vandaag dronk ik koffie met hem. Ik vroeg hem of het congres van destijds impact had gehad. Nou en of, en ook weer niet! Hij vertelde me dat er vertegenwoordigers waren geweest uit liefst tweehonderd van de in totaal driehonderd Portugese steden. Het begrip ‘creatieve stad’ is daarna immens populair geworden in zijn land. Sindsdien, verzuchtte hij, noemen alle driehonderd Portugese steden zich ‘creatief’.
Hij keek me doordringend aan en priemde met zijn vinger. “Weet je,” zei hij, “dat je je nog niet creatief mag noemen wanneer je een nieuw duur cultureel centrum bouwt in je stad. En ook niet wanneer je festivals in de zomer organiseert en een paar grafische bedrijfjes in je stad hebt zitten.” Géén van de driehonderd steden in Portugal is creatief, verzekerde hij mij. Ook Lissabon niet. “Lissabon trekt veel toeristen, jazeker. Het is een oude, bouwvallige stad en een uitstekende bestemming voor cruiseschepen. Maar creatief is ze zeker niet.” Ik vroeg hem hoe de crisis toesloeg in zijn land. “Heftig,” antwoordde hij. Vandaag lees ik in de Volkskrant dat er sprake is van een ware exodus uit Portugal. “Een nieuwe emigratiegolf, in combinatie met krimpende geboortecijfers, is verantwoordelijk voor een dalende bevolking. Meer dan 700 duizend Portugezen vertrokken tussen 1998 en 2008. Dat is 6,5 procent van de bevolking.” We keken uit het raam. Op de Waterloopleinmarkt scharrelden wat Amsterdammers tussen de uitgestalde spullen. Sneeuw hing in de lucht. Moura begon weer te praten. Over zijn robot art in New York en zijn robotarium in Sao Paulo. Zou Amsterdam daar ook belangstelling voor hebben?
Gehoord in Lissabon tijdens congres op 26 maart 2007:
Op maandag 26 maart 2007 organiseerde de Vereniging van Portugese Gemeenten een nationaal congres over creatieve steden. Zeker zeshonderd vertegenwoordigers van alle 3oo grote en middelgrote steden in Portugal bleken verzameld in het spiksplinternieuwe congrescentrum van het Lagaos Park Hotel, gelegen aan de snelweg naar Ouiras, even buiten Lissabon. Het was voor het eerst dat deze vereniging een congres op deze schaal organiseerde. Het curieuze was dat tegelijkertijd het Portugese nationale voetbalteam, inclusief de vrijgezel Ronaldo, in hetzelfde hotel logeerde; het bereidde zich voor op de wedstrijd tegen Servië. Aan journalistieke belangstelling was dus geen gebrek. Tijdens het ochtendprogramma werden er drie internationale voorbeelden naar voren gehaald: Barcelona, Austin (Texas) en Amsterdam. De eerste werd geïntroduceerd als de grote concurrent van de Portugese steden, inclusief Lissabon. De tweede werd gekoppeld aan technologie, wat in de Portugese actualiteit als iets uiterst belangrijks werd gezien. Het derde voorbeeld – dat van Amsterdam – werd aangeduid als "a classic example of a creative city."
Wat vonden de Portugesen zo interessant aan Amsterdam? Ze waardeerden de vrijheid, de cultuur, de historie en de bottom up-planning van de Amsterdammers. Ze herinnerden aan de oude banden tussen Portugal en Amsterdam: de joodse Portugesen die in de zeventiende eeuw naar de hoofdstad van de Republiek vluchtten, ze wisten dat Rembrandt zijn verf haalde van de Azoren (ook Portugal) en ze herinnerden aan Spinoza, die van origine een Portugees was. In al deze voorbeelden noemden ze de vrijheid en tolerantie van Amsterdam. Zelfs Victor & Rolf werden in verband gebracht met de creativiteit van de Nederlandse hoofdstad. Voor een volk dat driehonderd jaar Inquisitie achter de rug heeft, en veertig jaar dictatuur, moet Amsterdam inderdaad een vrijhaven zijn in de wereld, een historisch ijkpunt als het gaat om creativiteit. Jammer dat Amsterdam bij de Portugezen nog niet bekend staat als een bolwerk van hoogwaardige technologie. Technologie, Tolerantie en Talent, daar ging het volgens Richard Florida toch om? De reusachtige internetknoop in de Watergraafsmeer vraagt om een symbool. Maar Nederland kijkt liever naar het water. Watermanagement, watertechnologie, waterstad, het eerste serieuze voorstel voor een Wereldtentoonstelling in de Randstad, aan water gewijd, zal niet lang op zich laten wachten. Het is zoals Auke van der Woud schrijft in zijn nieuwste boek, Een nieuwe wereld: "De volkskracht had zich in Nederland niet gevormd bij ijzer en vuur, maar bij wind en water. Het is voor een volk zeer moeilijk om zijn sterke punten en gewoonten plotseling in de steek te laten en voor een onzekere toekomst te kiezen." Laat Lissabon dat nou al in 1998 een Wereldtentoonstelling rond water hebben georganiseerd!
reacties