Gelezen in The Economist van 4 januari 2020:
Yuri Luzhkov is niet meer. De voormalige burgemeester van Moskou overleed op 10 december 2019 op 83-jarige leeftijd in een ziekenhuis in München. Kort daarvoor liep hij nog op zijn Russische landgoed, waar hij als imker de laatste jaren van zijn leven sleet. Bijen waren zijn grote liefde. In 2011 werd Luzhkov afgezet door president Medvedev, met wie hij slecht kon opschieten. Luzhkov, vond Medvedev, was corrupt, maar wilde niet wijken. Toch wijdt de The Economist van 4 januari 2020 een hele bladzijde aan de imposante werken van Luzhkov als burgemeester van de Russische hoofdstad – een metropool van liefst 17 miljoen inwoners. En dat overzicht is opvallend positief. Niet dat Luzhkov niet rijk is geworden na de ondergang van het Sovjet Unie, waarvan hij mateloos profiteerde na het verzoek van president Boris Jeltsin om Moskou er weer bovenop te helpen. Hij privatiseerde de stad en verdiende flink mee, bezat op een gegeven moment liefst 1500 Moskouse ondernemingen en beheerde vastgoed vooral via zijn vrouw. Lees ‘The Oligarchs’ (2002) van David Hoffman er maar op na. De ‘Grand Projets’ van de Franse president Mitterrand verbleken als je ze vergelijkt met de publieke werken die Luzhkov ondernam: de nieuwe rondweg, een nieuw heetwatersysteem om de woningen te verwarmen, de bouw van de Christus de Verlosserkerk en de ontwikkeling het nieuwe financieel centrum Moscow City. Ook verhoogde hij de pensioenen. Een burgemeester van een stad als Moskou kan zoiets doen.
Eenmaal ontmoette ik Luzhkov. Het was winter 2006. Het betrof een theevisite op het Moskouse stadhuis waarvoor we door de omstreden burgemeester waren uitgenodigd. Luzhkov wilde een nieuw structuurplan voor de stad en wij moesten hem adviseren. Hij liet ons lang op de gang wachten, verscheen plots in een lichtbruin pak, schreed op hele dure zachte suede schoentjes, knikte vriendelijk naar ons. We logeerden in een hotel tegenover de Doema. Ons ontbrak het aan niets. Zo ziet macht er dus uit. Na zijn vertrek zou ik nog veel vaker in Moskou komen, maar dan onder zijn opvolger, burgemeester Sobjanin. Het structuurplan kwam er uiteindelijk ook. En hoe. Met Moskou gaat het zichtbaar beter. Mijn studenten hebben nog zeker vier jaar op de stad gestudeerd, totdat het studieonderdeel – Cities in Transition – mij werd afgenomen. Elk eerste college begon ik met muziek. Aanvankelijk Boris Godoenov van Modest Moessorgski, de laatste keren Ouverture 1812 van Pjotr Tsjaikovski. Dat laatste stuk liet burgemeester Luzhkov opvoeren tijdens de her-inwijding van de Christus Verlosserkerk in september 1997. Waarom ‘1812’? Waarom Christus de Verlosser? Waarom 1997? Wie was Luzhkov? Als mijn studenten dat allemaal wisten, begrepen ze Moskou, eerder niet.
Gezien in de Academie voor Bouwkunst te Amsterdam op 25 januari 2019:
Bron: Academie van Bouwkunst Amsterdam
De jaarlijkse Winterschool van de Amsterdamse Academie voor Bouwkunst mondde deze keer uit in één reusachtige maquette van een imaginaire metropool. De maquette, liefst 80 vierkante meter groot, stond afgelopen vrijdagmiddag opgesteld op de binnenplaats aan het Waterlooplein, in de open lucht onder de grote boom. Het idee voor de gezamenlijke maquette was afkomstig van de Russische artist-in-residence Alexander Brodsky (1955). Zijn opdracht aan de 140 internationale studenten was een stad van klei te bouwen door eerst in groepjes losse bouwwerken op schaal te fabriceren, om die op het laatst bij elkaar te voegen tot één grote compositie; het moest gaan om architecturen die elk van de studenten kent en bewondert, steeds uit één soort klei geboetseerd, helemaal vanuit het geheugen, waarbij een stempel van de raamopeningen een min of meer uniforme schaal of beeld garandeerde. De combinatie van klei, stempel en geheugen leidde uiteindelijk tot het Gesamtkunstwerk op de binnenplaats dat iedereen die vrijdagmiddag diep ontroerde. Brodsky had brede rivieren door zijn stad getrokken, met eilanden en brede vaarten, waardoor deze nog het meeste deed denken aan Sint Petersburg, Moskou, Amsterdam of Shanghai. Tegelijk benadrukte de klei de grote kwetsbaarheid. Brodsky: “Together you will build something that occupies a place in the cultural-historical history of Amsterdam and Moscow; a project that has a broad impact, based on memories from the countries of origin of our international student population.”
Wat me die vrijdagmiddag vooral opviel was dat iedereen vertelde dat tijdens deze winterschool concurrentie tussen de studenten had ontbroken en dat dit tòch tot zo’n fraai eindresultaat had geleid. Er was geen jury geweest en er waren geen prijswinnaars. Voor architecten is dit inderdaad uitzonderlijk. Die verzetten doorgaans slavenwerk, in de hoop ergens een prijsje te winnen. In de brochure las ik: “The focus in this Winter School will lie on individual expression, collaborating and how one’s own creative expression converges with that of another.” Elk gebouw werd afzonderlijk gefotografeerd, maar al die afzonderlijke gebouwen verdwenen op het laatst in het grote geheel, zoals een stad zijn gebouwen opeet. Sommige studenten kostte het zelfs moeite om hun eigen bouwwerken terug te vinden. De uiteindelijke compositie was het werk van Brodsky en zijn vrouw, die ‘s avonds na de sneeuwval aan het werk sloegen. De harmonieuze samenwerking mondde uit in een verbroederend groepsportret van alle studenten met hun Russische leermeester rond de voltooide maquette op de donderdagavond. Die werkwijze interesseert me. Misschien is hij het begin van een nieuw, hoopvol curriculum. Door de regen en wind zal de klei worden aangetast; na een maand zal niets meer aan de trotse stad herinneren. Zelfs de mooiste gebouwen zullen in het niets verdwijnen.
Gelezen in Rail Engineer van 5 december 2017:
Bron: Moscow Transport
Het openbaar vervoer in Nederland stelt naar internationale maatstaven niet veel voor. Wij accommoderen vooral de auto. Maar nu de hoofdstad bezig is flink te verdichten en als het ware ‘een stad in een stad’ te bouwen, zou een spoorringlijn zeker helpen om de boel leefbaar te houden en een verkeersinfarct te voorkomen. Nu las ik dat Amsterdam CS en Amsterdam Zuid beide op de schop gaan. Kosten: 360 miljoen. Het aantal sporen op CS gaat echter terug van 16 naar 9, daarmee raakt Amsterdam zijn hoofdstation kwijt, de spoorring wordt niet gesloten. Nee, dan Moskou. Afgelopen september opende in de Russische hoofdstad de MCC: de Moscow Central Circle – een nieuw bovengrondse spoorringlijn dwars door de stad. Deze ringlijn voert over bestaand spoor, dat lange tijd alleen nog door goederentreinen werd gebruikt, en dat door allerlei aanpassingen en nieuwe stations geschikt is gemaakt voor intensief personenvervoer. Nu Moskou verdicht en al jaren kampt met ernstige verkeerscongestie komt deze MCC geen jaar te vroeg. Kosten: 900 miljoen euro. De lijn, met een lengte van 54 kilometer, telt meer dan dertig stations, met overstapmogelijkheden naar zowel spoorverbindingen met de regio als metrolijnen naar de buitenwijken. Een kaartje voor de metro is ook op de spoorlijn geldig. Bijna 9,6 miljoen passagiers maken dagelijks gebruik van de metro van Moskou. Daarmee is deze het drukst bereden openbaar vervoernetwerk van Europa.
Volgens De Volkskrant is een rit met de MCC alleszins de moeite waard. In anderhalf uur zie je heel Moskou aan je voorbij trekken: “De bovengrondse MCC rijdt langs de wijken die tegen het centrum zijn aangeplakt en die het oude, rauwe Moskou laten zien, met verlaten fabrieksterreinen, grote winkelcentra, woonblokken, een souvenirmarkt en een nepkremlin.” Dat rauwe karakter zal overigens niet lang meer duren, want in de zone van de MCC zal de metropool Moskou de komende jaren stevig gaan bouwen. Ook Moskou is bezig te verdichten door ‘een stad in een stad’ te bouwen. De ideeën voor de verdubbeling van Moskou werden in 2012, tijdens de Greater Moscow Competition waar ik lid was van het team van experts, door tien ontwerpteams ontwikkeld (zie mijn posts van destijds). Ook de MCC werd toen als optie ingebracht. De nieuwe burgemeester Sobyanin liet er geen gras over groeien. We zijn nu zes jaar verder. Elke zes minuten passeert er in de spits een trein. In de eerste zeven maanden werd de lijn al door 50 miljoen passagiers gebruikt. Een kaartje kost slechts 50 eurocent. Wanneer gaat de NS de bestaande ring om Amsterdam eens sluiten?
Gelezen in The Telegraph van 1 november 2017:
Bron: Het Parool
Afgelopen week werd in Amsterdam de commissie-Kloos ontbonden. In een vraaggesprek van Het Parool met de voorzitter, Maarten Kloos, en de verantwoordelijke wethouder, Eric van der Burg, werd de bestemming van de Kop van het Java-eiland in het Amsterdamse IJ definitief bepaald. Sinds 2007 had de commissie alle voorstellen voor een bestemming van de Kop beoordeeld en van onvoldoende kwaliteit bevonden. Nu wist de wethouder het zeker: de Kop wordt een park, de commissie is niet meer nodig. Het deed me denken aan de jarenlange strijd om de bestemming van het open terrein naast het Rode Plein in Moskou. Ooit was daar de Joodse buurt gevestigd, maar die was door Stalin afgebroken. Hij had er zijn achtste wolkenkrabber willen bouwen, naast de zeven ‘engelen’ die hij op verschillende punten het centrum van Moskou liet markeren. Maar het kwam er door de oorlog niet van. Op de fundamenten bouwde Chroetsjov in de jaren ‘60 het reusachtige Rossya Hotel. In 2006 werd dat foeilelijke gebouw afgebroken. Op dat moment lag er een omstreden voorstel op tafel voor een duur megaproject van de Britse sterarchitect Norman Foster, maar de verantwoordelijke burgemeester Loetsjkov moest het veld ruimen vanwege te nauwe banden met projectontwikkelaars. Zo lag er jarenlang een terrein van 13 hectare braak, pal naast het Kremlin en aan de rivier de Moskou, zonder bestemming.
Toen de nieuwe burgemeester in 2012 de Greater Moscow Competition uitschreef, kwamen de meeste architectenteams met voorstellen voor het braakliggende terrein. Als jurylid herinner ik me vooral ideeën voor metrostations voor nieuwe lijnen onder het centrum, maar ook werd toen al een park als mogelijkheid genoemd. Kort na de competitie, in 2013, besloten de burgemeester en de president van de Russische Federatie gezamenlijk tot de definitieve bestemming: het werd een park. De competitie rond Zaryadye Park werd gewonnen door de makers van de New Yorkse High Line, Diller Scofidio + Renfro. Afgelopen september werd het park feestelijk geopend. Het was direct een megasucces. Al in het eerste weekeinde werd het door liefst 40.000 Moskovieten bezocht. Inmiddels zijn de bezoekerscijfers verdubbeld. Het park is stenig maar mooi. Er zijn 760 bomen geplant afkomstig uit vier Russische klimaatzones. De hangende brug boven de rivier is spectaculair. In april 2018, als het nieuwe Philharmonie gebouw zijn deuren opent, zal het gehele parkontwerp gereed zijn. Het wordt druk in het centrum van Moskou. Java eiland mag wel uitkijken. Maak het maar niet te mooi.
Gelezen in NRC handelsblad van 12 mei 2017:
Correspondent Steven Derix in Moskou schetste in NRC Handelsblad in mei dit jaar een dramatisch beeld van een Russische overheid die met een sloopwet in de hand een miljoen inwoners van Moskou hardhandig zou willen verjagen. “Nog voor het einde van het jaar moet een miljoen Moskovieten gedwongen verhuizen.” Een ware exodus dreigde. Het jaar is inmiddels bijna verstreken. Hoeveel Moskovieten zijn er door de burgemeester verdreven? Niet veel. De zogenoemde ‘renovatie’ van 7900 appartementenblokken van 5 verdiepingen in wijken die door voormalig partijleider Chroesjtov in de jaren ‘50 en ‘60 van de twintigste eeuw rond het centrum van Moskou waren gebouwd stuit op felle weerstand van de bewoners. In mei gingen ze al de straat op. Het gaat om industrieel gefabriceerde complexen van goedkope woningen in een zeer lage dichtheid met heel veel groen maar zonder straten, doorgaans gesitueerd dicht bij de metrohaltes, een soort van Amsterdam Nieuw-West, maar dan goedkoper en van slechtere kwaliteit. Moskovieten noemen het sloppenwijken: de trushchoby. Na vijfentwintig jaar waren de woningen afgeschreven, maar mensen wonen er nog steeds. Niet gek om deze wijken aan te pakken. Echter na het einde van het Sovjetbewind hebben veel bewoners de huizen kunnen verwerven, dus weg gaan ze niet. Ook niet vreemd dus dat dit voornemen van de overheid op verzet stuit van de prille huizenbezitters.
Voormalig burgemeester Loetsjkov was al in 1999 begonnen met de vervanging van de in slechte staat verkerende laagbouw door hoge woontorens van zeker vijfentwintig verdiepingen. Of beter gezegd, hij had dit aan de marktpartijen overgelaten. In de economische crisis van 2008 stokten echter deze commerciële praktijken. In 2013 had de nieuwe burgemeester Sobjanin er een definitief einde aan gemaakt, destijds tot grote opluchting van de bewoners. Het bewind van Lutschkov bleek corrupt. Ze had de projectontwikkelaars in de chroesjtsjovski teveel speelruimte gegeven. De enorme winsten die deze met de verwerving van de grond hadden gemaakt waren geheel in hun zakken verdwenen; de huiseigenaren hadden het nakijken. Amper vier jaar later besloot de burgemeester ineens het programma opnieuw te starten. Niemand die erop had gerekend. Ongetwijfeld heeft de economische recessie in Rusland met dat besluit te maken, evenals de verkiezingen van maart 2018. Maar ook past de renovatie in de transitie van Moskou naar moderne metropool. Sobjanin werd er geliefd mee. De burgemeester zegt van zijn kant 300 miljard roebels in de renovatie te willen steken; in totaal zou het gaan om een investering van 3 triljoen roebels (53 miljard dollar). Ook startte hij eind april een stedenbouwkundige competitie. De angst bij de bewoners voor corruptie en verdrijving is echter begrijpelijk. Alles hangt af van de wijze waarop de burgemeester omgaat met de belangen van de zittende bewoners. Tachtig procent denkt dat ze gecompenseerd zal worden, twintig procent vreest van niet. Een miljoen stemmers in maart verliezen zal de renovatie de burgemeester niet waard zijn. Maar dat de grondwaarde stijgt en de metropool Moskou verder zal verdichten is iedereen wel duidelijk.
Gelezen in ‘De opstand der horden’ (1937) van José Ortega y Gasset:
Van de hand van de Spaanse filosoof Ortega y Gasset verscheen in 1937 een boek dat indertijd werd bestempeld als visionair, maar dat achteraf beschouwd een historische denkfout bevatte. De Spanjaard schetste een beeld van een wereld, gedomineerd door de moderne massa-mens. Die had de bourgeoisie van zijn voetstuk gestoten. Die massamens ontwaarde hij vooral in grote steden. Daar was de volte, en in de volte openbaarde zich de lompe, redeloze mensenmassa, een menigte waarin de individualiteit en pluriformiteit ten onder moest gaan. “Wanneer wij in de grote steden die ontzaglijke opeenhopingen van menselijke wezens beschouwen, die gaan en komen in haar straten of tezamen lopen bij feesten en politieke betogingen, dan zet zich in mij deze gedachte als een obsessie vast: Kan heden ten dage een man van twintig zich een levensplan vormen met persoonlijke trekken en dat derhalve verwerkelijkt moet worden door middel van zijn eigen, onafhankelijke ondernemingsgeest en door zijn eigen, persoonlijke inspanningen?” Het antwoord was natuurlijk ja, maar Ortega y Gasset meende juist van niet. Zoveel mensen op een kluitje kon, net als in een propvolle gevangenis, alleen maar tot gedwongen uniformiteit leiden. Raakte heel Europa verstedelijkt? Nee toch! “Hiermede zou Europa in een termietenhoop veranderen.”
Wie het boek anno 2016 opnieuw leest, raakt onder de indruk van de angst van de schrijver voor de metropool. Samenballing werd dus als het probleem gezien. Ortega: “(…) De enkelingen die deze menigten vormden bestonden vroeger wel, maar niet als massa. Verstrooid over de wereld, in kleine groepen of afzonderlijk, leidden zij, ogenschijnlijk, een uiteenlopend, gescheiden en afzonderlijk bestaan. (…) Nu echter verschijnen zij plotseling als een opeenhoping, en onze ogen zien overal menigten.” De Spaanse denker wees Moskou en New York aan als plaatsen waar je de ondergang van de beschaving kon voorvoelen, “net als in een reusachtige armzalige bestaan van het laat-Romeinse Rijk.” Beide steden noemde hij ‘verschijnselen van historische camouflage’. Daarmee bedoelde hij dat Moskou modern en revolutionair leek, maar eigenlijk achterlijk was; en New York was een naïeve stad van technologie die een eeuwenoude beschaving node miste. “Zijn beklemmingen, onenigheden en conflicten zullen nu komen.” Hij miste heerschappij en gehoorzaamheid in deze steden. Vrouwen en arbeiders waren te vrijgevochten. Twee jaar later echter zou het onheil niet uit de stad komen, maar van het Europese platteland. Zij die achter Hitler en Stalin aanliepen woonden overwegend in de provincie, in een omgeving die cineast Michael Haneke zo treffend heeft verbeeld in ‘Das Weisse Band’ (2009).
Read in The Washington Post of 31 March 2015:
One of the questions the students, following the course on Cities in Transition at the University of Amsterdam, were asked was: by comparing Moscow with Istanbul, what are the similarities and what the striking differences? Similar is the heavy traffic congestion, for sure. Moscovites complain about it every day, although every successful metropolis in the world copes with it. So does Istanbul. A few months ago The Washington Post reported on it. In ‘The world’s most congested cities, by the numbers’, Nick Kirkpatrick presented an overview. ‘Carmageddon’ makes every day a bad day in the city on the Bosporus, he wrote. GPS maker TomTom from Amsterdam ranked Istanbul number 1. Can you imagine? The company found that a 30 minute commute in the evening took 54 minutes because of congestion, for a total of 92 hourse of extra driving annually. TomTom’s annual Traffic Index explores traffic congestion in over 200 cities around the world and ranks a total of 146 cities. Congestion level in Istanbul: 58 percent.
Mexico City is number 2, Rio de Janeiro number 3. What about Moscow? The capital city of the Russian Federation ranks 4 on TomTom’s list. Congestion level: 50%. That means: a delay per day with a 30 minutes commute is 29 minutes, almost a doubling. How about a city like Los Angeles, notorious for traffic jams? The city on the American Westcoast, always called the real ‘Carmageddon’, ranks number 10. Most congested specific day: Firday 14 February 2014. In Moscow it was Thursday 25 December 2014. In Istanbul Friday 25 July 2014. Total vehicle distance: 91,364.773 miles. It seems 2014 was a very bad year for driving in your city. Or am I mistaken? Traffic congestion means growing fast and just being very successful as a city.
Gehoord op Roeterseiland campus op 16 april 2015:
Een geweldig betoog stak Ruurd Gietema af over Moskou afgelopen week bij Urban Studies. Gietema is partner bij KCAP, het Rotterdamse stedenbouwkundige bureau dat overal in Europa stedelijke projecten ontwerpt. In een gastcollege aan de Universiteit van Amsterdam vertelde hij over zijn avonturen in Russische steden, met name Moskou. De vraag was of Moskou een ‘global city’ is. Het begon allemaal in Londen, vertelde hij, waar KCAP betrokken was geweest bij de planning van de Olympische Spelen 2012. Daar leerde hij een Russische zakenman kennen die hem vroeg met hem mee te gaan naar Perm. Na aanvankelijke schroom vloog hij naar de Oeral en betrad daar een stad die decennialang van de buitenwereld afgesloten was geweest. In Perm, het centrum van het militair-industriële complex van de voormalige Sovjet-Unie, begon hij een planningstraject dat met recht Europees genoemd kan worden, met groene en rode contouren, maar dat eindigde als Russische roulette. We zagen jets en dure hotels in Siberië. Het leek op ‘Leviathan’ van Andrei Zvyagintsev. De middag kon niet meer stuk. Met rode oortjes luisterden we naar zijn surrealistische belevenissen.
Via Perm raakte Gietema betrokken bij twee grootschalige stadsuitbreidingen in Moskou: een in het noorden, dicht bij luchthaven Sjeremetevo, de ander in het westen, in een bocht van de Moskva rivier. Beide terreinen bevinden zich ver buiten de MKAD – de reusachtige ringweg rond Moskou –, beide zijn ook privaat geïnitieerd. Een puissant-rijke Rus wilde op eigen grond een enorme campus bij de luchthaven bouwen, in het andere geval wilde een Russische bank een Internationaal Financieel Centrum in Rublyovo-Arkhangelskoye ontwikkelen op 460 hectare grond waar al talrijke eerdere vergeefse pogingen waren gedaan om iets te bouwen. Vooral in het laatste geval kreeg zijn betoog surrealistische trekken. Een groot financieel centrum bouwen in ‘the middle of nowhere’ zonder goede verbindingen met het centrum en de luchthaven is zelfs in het snel groeiende Moskou nauwelijks geloofwaardig te noemen. Maar avontuurlijk is het wel. Een mooi ontwerp trouwens. Hoe moesten we dit nu interpreteren? De studenten zag je peinzen. Gietema vertelde dat de crisis roet in het eten heeft gegooid. Op de plek komen nu waarschijnlijk woningen. Zo wordt Moskou nooit een ‘global city’.
Gelezen in The Guardian van 16 maart 2015:
Op 2 april 2015 start een nieuwe editie van ‘Cities in Transition’, een minor Urban Studies in het bachelorprogramma die ik vanuit mijn leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam verzorg. Dit jaar gaan we de casus Moskou verbreden en meer inbedden in een globale context. Istanbul en Toronto komen erbij. Maar nu las ik afgelopen week over twee andere metropolen. Tegenover Moskou, met zijn geplande dubbelstad van twee miljoen Moskovieten in het zuidwesten, zouden zij evengoed Jeddah en Caïro kunnen worden geplaatst. Ten noorden van het Saoedische Jeddah bouwt de koning een compleet nieuwe stad, King Abdullah Economic City (KAEC), in de woestijn. Eind dit jaar rijdt daar de eerste hogesnelheidstrein naar de heilige steden Mekka en Medina. De andere metropool – Caïro – lanceerde afgelopen week een plan om oostelijk van de bestaande stad in de woestijn een nieuwe stad te bouwen. In zeven jaar tijd wil men daar vijf miljoen Egyptenaren huisvesten en alle regeringsgebouwen naartoe verplaatsen. Het oppervlak van de nieuwe stad wordt zo groot als de stadstaat Singapore. De geprognotiseerde bevolkingsomvang van Caïro in 2050 is 40 miljoen zielen. Nu al leeft 96% van de bevolking van het land op slechts 4% grondoppervlak. De congestie is er enorm. Het bouwen van een nieuwe stad moet daarin verlichting brengen. Zo is het ook in Moskou.
Hebben deze dubbelstadplannen werkelijk toekomst? Zullen ze ooit werken? En wat doen al die presidenten met die architecten, bouwers en ontwikkelaars in dat maagdelijke gebied? Vanwaar die krankzinnige maquettes van compleet nieuwe steden in woestijnen? En in hoeverre bieden die presidenten tegen elkaar op? Antwoorden mogen de studenten zelf verzinnen. Ik hoop dat ze daarbij zullen putten uit hun eigen geschiedenis. Want het is nog niet zo lang geleden dat de Nederlandse regering de bouw van een nieuwe stad beval ten oosten van de hoofdstad, in een diepe lege polder. De premier achtte Amsterdam te druk en te vol. Hij rekende op twintig miljoen Nederlanders rond het jaar 2000. Almere kreeg de forse groeitaakstelling van liefst 300.000 inwoners. Haar geplande oppervlak was groter dan van moederstad Amsterdam. Met de stichting van Almere werd voorkomen dat Amsterdam in 2000 zou uitgroeien tot een metropool als Londen of Parijs. Die steden vond de regering onleefbaar. Wat een vergissing. Maar het idee was simpel, de grond was er goedkoop en voor de bouwwereld was de deal buitengewoon lucratief.
Gelezen in Het Parool van 29 juli 2014:
Ben Judah, journalist bij het Amerikaanse Newsweek, deed drie jaar lang onderzoek naar Vladimir Poetin (1952). Van zijn hand verscheen ‘Fragile Empire. How Russia Fell In and Out of Love with Vladimir Putin’ (2014). Een portret van de politicus stond deze zomer in Het Parool. In het fascinerende artikel beschrijft Judah een normale werkdag in het leven van de Russische president. Wat me vooral opviel: Poetin houdt niet van Moskou. Hij woont ook niet in de hoofdstad. “Hij houdt niet van de stad: het verkeer, de vervuiling, de mensenmassa.” Wat blijkt? De president heeft het paleis van Novo-Ogarjovo gekozen als residentie. “Daar voelt hij zich thuis, in het westen van de stad, ver weg van de rode muren, de megagebouwen en de megashoppingcenters.” Novo-Ogarjovo ligt 24 kilometer westelijk van Moskou; als het moet kan Poetin in 25 minuten in het Kremlin zijn, maar dan moet de politie het hectische verkeer in de metropool wel stilleggen. Judah: “Maar hij vindt het irritant zich te verplaatsen, hij gaat niet graag naar het Kremlin. Liever werkt hij op zijn landgoed.” Veelzeggend.
De heer Poetin komt uit Sint Petersburg. Moskou is bijna vier keer groter. Vergeleken met de hoofdstad is Petersburg dus een slaperig provinciestadje. De president houdt van jachtpartijen, geniet van de schoonheid van Rusland, hij heeft geen vader of moeder, zijn vrouw is van hem gescheiden, zijn twee dochters wonen in het buitenland. Poetin, aldus Judah, leidt op zijn landgoed een monotoon en eenzaam bestaan. Hij weet ook dat hij Rusland alleen maar op feodale wijze kan regeren; doet hij dat niet, dan zal Moskou volgens hem net zo branden als Kiev. En ook: hij moet niets hebben van technologie. Poetin, maak ik op uit het portret, houdt niet van complexiteit, hij is anti-stedelijk. Dat is de kern van het probleem.
reacties