Iconisch

On 6 mei 2015, in infrastructuur, ruimtelijke ordening, by Zef Hemel

Gezien in Nederland op 21 april 2015: 

Een dagreis in april voerde me per trein van Amsterdam-Zuid naar Den Haag CS, daarna door naar Arnhem. Daar wachtte een excursie, een diner en een tweede vergadering. ‘s Avonds met de trein terug naar Amsterdam-Zuid. De zon scheen, het was aangenaam weer, uitstekend reisweer zelfs. Wat me die zonnige dag achteraf het meeste bijbleef: de NS-stations. Dat van Amsterdam-Zuid is druk, zeer druk, maar het station zelf is schamel, op het versletene af. Vier langgerekte perrons met houten luifeltjes, een nauwe passage en verder niets. Opnieuw worden hier extra sporen bijgebouwd vanwege de komst van de Hanzelijn en de NoordZuidlijn, dus het wordt nog drukker en voller, maar het armetierige stationnetje, nog stammend uit 1975 toen de Schiphollijn een voorlopig einde vond in de leegte van Amsterdam-Zuid, verbetert voorlopig niet. Welkom op de Amsterdamse Zuidas, het internationale zakencentrum van Nederland!

Nee, dan Den Haag CS. Architectenbureau Benthem Crouwel heeft hier stevig uitgepakt. Opnieuw heeft dit kopstation in de regeringsstad een ware metamorfose ondergaan. De hal is nu groter dan ooit, het dak een architectonisch hoogstandje, nieuwe glazen gevels sieren de zijkanten, alles heeft een flinke beurt gekregen. Bouwkosten: 120 miljoen euro. En toen moest station Arnhem nog volgen. Daar is liefst tien jaar aan gewerkt. Een waanzinnig station! Ben van Berkel’s UN Studio heeft zich hier helemaal uitgeleefd, alsof een Hogesnelheidslijn naar het hart van Europa in het verschiet ligt. Druk was het er overigens niet. Niet zo gek in een stad van amper 150.000 inwoners. Kosten: 92 miljoen euro. Nu Delft (80 miljoen euro), Breda (130 miljoen euro) en Rotterdam (675 miljoen euro) nog zien. Zijn deze uitgaven werkelijk gerelateerd aan te verwachten passagiersaantallen? Nut en noodzaak lijken hier afwezig. Alles is iconisch gemaakt, lijkt afgeleid van een obsessief netwerkdenken. Wordt in al deze steden soms een Lille-effect verwacht?

Tagged with:
 

Global Thought

On 13 december 2011, in politiek, by Zef Hemel

Gehoord op 12 december 2011 in Amsterdam:

In de Oude Lutherse Kerk – “Luther, is he present here?” – sprak Saskia Sassen ter gelegenheid van de opening van het Centre for Urban Studies, gevestigd aan de Universiteit van Amsterdam. Sassen is hoogleraar sociologie aan Columbia University, New York. Ze sprak over ‘The Urbanization of Global Networks’. Daarmee bedoelde ze dat in de netwerken die de wereld omspannen steden steeds bepalender worden, soms zelfs bepalender dan landen; immers, sommige steden bevinden zich “at the intersection of multiple mobilities, multiple histories, multiple stories”, soms gaat het ook om meer onzichtbare verstedelijking van mondiale netwerken. Van elke vorm gaf ze voorbeelden en ze hoopte maar dat het publiek dit ten minste als een mogelijkheid wilde aanvaarden. Zo bespeurde ze binnen landen assen van sleutelsteden, voor elk netwerk probeerde ze de bepalende steden te vatten. Voor China waren dat Peking en Hong Kong, volgens haar niet Shanghai. Voor Turkije waren het Istanbul en Ankara. In de Verenigde Staten zijn het New York, Washington en Los Angeles. Chicago voegde ze daar nog aan toe. In Europa noemde ze de as Berlijn-Frankfurt en meende daarmee de nodige controverse uit te lokken. Even later schaarde ze Brussel in het opmerkelijke rijtje. Ze prees de hoofdstad van Europa, vanuit wereldperspectief bezien achtte ze Brussel zelfs “a heroic attempt to develop soft power, unique in its effort,” en: “I wish the world had more of it.” Ten slotte noemde ze de “admirable axis” van Genève, Wenen en Nairobi. Die drie steden deelden volgens haar veel kennis over mondiale armoede, hongersnood en internationale hulpverlening. In haar artikel in Foreign Policy hierover had de redactie ze echter geschrapt. Alle steden die ze noemde beschreef ze als sterren aan het firmament en de stedenassen waren als sterrenbeelden. Er waren duizenden netwerken, zei ze, en in elk netwerk spelen weer andere steden een meer of minder strategische rol.

Steden worden ook in concrete zin steeds bepalender in het politieke en sociale domein. Ze maken nieuwe realiteiten. De Occupy-beweging noemde ze als treffend voorbeeld. Met zijn bezetting van stedelijke pleinen door middel van tenten wist deze beweging een nieuwe politieke realiteit te scheppen, alles heel fysiek want “they enter a territory of global finance and with their encampment they make the political, the social.” Occupy vond ze heel anders dan het gebruikelijke kortstondige demonstreren op straat. Hier werd een nieuwe democratie uitgevonden, sommigen bedreven er urban agriculture, mensen leerden talen, men bracht duurzaamheid in praktijk, en dat alles in de directe nabijheid van Wall Street. Het feit dat stad na stad zich aansloot zonder direct contact vond ze een sterk voorbeeld van het ontstaan van “emergent urban political systems” via mondiale netwerken. Het Tahrirplein in Caïro had model gestaan, zeker, maar de makers hadden er hun eigen betekenis aan gegeven. Occupy, zei ze, liet mooi zien “the capabilities of urban space,” oftewel hoe mensen zonder macht geschiedenis kunnen maken en dingen daadwerkelijk naar hun hand kunnen zetten. Kortom, iedereen opgelet: grote steden, gevat in mondiale netwerken, zijn bezig de wereld snel en ingrijpend te veranderen.

Tagged with: