Gelezen in The Economist van 2 december 2017:
Bron: Eo Wijersstichting
Wat zal er in de toekomst gebeuren met het Nederlandse platteland? Veel mensen vinden dat er teveel aandacht is voor de steden. Als onze steden groter worden, zal dat niet ten koste gaan van het landelijk gebied? Waar blijven al die mensen en wat komt ervoor in de plaats? In The Economist las ik een interessant artikel over de snelle opmars van bosbouw in Europa. “Trees are spreading in almost every European country.” Vooral in Ierland, Spanje, Frankrijk en Italië groeit het aandeel bos stevig tot flink. Maar ook in Nederland is sprake van gestage, zij het bescheiden groei. Zelfs in Australië groeit op dit moment het aandeel bomen. Hoe dat komt? Deels wordt dit veroorzaakt door verdere intensivering van de voedselproductie, deels door het feit dat veel landbouwgrond ooit woeste grond is geweest en in de twintigste eeuw in werkverschaffing werd ontgonnen, maar als landbouwgrond eigenlijk nooit veel heeft voorgesteld. Daarnaast stimuleren overheden bosbouw, zeker nu zij op zoek zijn naar condities die vanwege klimaatverandering water kunnen vasthouden en die kunnen fungeren als effectieve carbon sinks. Al jaren subsidieert de Europese Unie de aanplant van nieuw bos.
Wat concludeert The Economist na een rondgang door Europa? Ook al zullen plattelandsbewoners het niet toejuichen, de opmars van bos is niet te stoppen. “Nobody yet knows how, but it is a safe bet that subsidies will tilt towards greenhouse-gas mitigation, which will probably mean more money for carbon-absorbing forests and less for methane-belching livestock.” Grote delen van Nederland zullen weer bebost raken, dat lijkt zeker. Dat de wolf sinds kort terug is in Duitsland en Nederland is al een teken. In 2015 werd de eerste gespot in Drenthe, onlangs dwaalde een beest drie weken lang door Oost-Nederland, op dit moment loopt er een in de buurt van Nunspeet. Ik herinner me gesprekken met stedenbouwkundige Teun Koolhaas, die in de jaren negentig al vaststelde dat het Nederlandse platteland zijn openheid snel verloor. Overal verscheen bos, overal werden bomen geplant, klaagde hij. Tien jaar later volgde het winnende ontwerp voor het noorden des lands van de Eo Wijersprijsvraag, ‘Wadland’, van Edzo Bindels, Enno Zuidema, Henk Hartzema en Arjan Klok. Deze ontwerpers toverden een miljoen hectare vruchtbare grond om in een grote ruigte. Op dit moment worden door de NAM miljarden geïnvesteerd in het onderheien van woningen in het Oldambt en de Veenkoloniën. Dikke kans dat het ooit bos zal worden.
Gelezen in ‘Vertrouwd voordelig’ (2014) van Peter Middendorp:
Een muur van vooroordelen typeert de kloof tussen de Randstad en het Noorden, dat stelde afgelopen zaterdag Ana van Es, vertrekkend correspondent voor het Noorden in de Volkskrant. "De kloof tussen het Noorden en de Randstad, dat is in feite de kloof tussen platteland en stad." Volgens haar is dat ook het onderscheid tussen relatieve armoede en welvaart. In het Noorden gaat veel niet goed. Groningen-stad draait prima cijfers, maar voor de rest van de provincie geldt dit stellig niet. "Decennia is door het Rijk actief geprobeerd het Noorden op te stuwen in de vaart der volkeren." Het hielp allemaal niet. Recente rapporten ademen een andere sfeer. De toekomst van Nederland ligt in de stad. "Het Noorden, ‘met al dat platteland’, blijft achter als een verlaten buitengewest." Geld pakt het wezenlijke probleem niet aan, erkent ook Van Es. Toch is dat het enige waarop de bestuurders van het Noorden nog hopen. Dat was de strekking van het sombere afscheidsartikel in de krant.
Ik moest bij het lezen denken aan ‘Vertrouwd voordelig’, de rake roman van Peter Middendorp. Die speelt in Emmen, Zuidoost-Drenthe, in een middenstandsmilieu, om precies te zijn in de Noorderstraat in het centrum van de Drentse industriekern die na de Tweede Wereldoorlog opgestoten moest worden in de vaart der volkeren. Emmen, de stad die gelijk staat aan de door de staat gesponsorde AKU, later Enka, nog weer later Akzo Nobel, vormt het toneel van een heus drama van een puber die zijn afkomst en omgeving probeert te bevechten. De roman maakt duidelijk – duidelijker dan welk ander serieus achtergrondartikel ook – dat het met Emmen helemaal niet goed gaat. Het mag niet gezegd, want het is een taboe, maar iedereen met enig talent wil Emmen de rug toekeren. Er zijn zelfmoorden, dat ook. Maar vooral staat bus 50 – de huidige Qliner – naar Groningen in de roman model voor het massale vertrek van scholieren naar studentenstad Groningen. Elk uur rijdt ze vanaf de markt naar de grote stad om jonge mensen te vervoeren. Je diploma halen, daarna mag je weg. Randstedelijke vooroordelen?
reacties