Shared City

On 12 mei 2014, in toerisme, by Zef Hemel

Gelezen in The New York Times van 30 april 2014:

Brian Chesky is CEO van Airbnb. Eind maart dit jaar lanceerde hij de campagne ‘Shared City’. Elke stad in de wereld, zo lees ik, kan ‘Shared City’ worden. Portland, Oregon, is de eerste. De geraffineerde uitnodiging gaat als volgt: “Imagine if you could build a city that is shared. Where people become micro-entrepreneurs, and local mom and pops flourish again. Imagine a city that fosters community, where space isn’t wasted, but shared with others. A city that produces more, but without more waste.While this may seem radical, it’s not a new idea. Cities are the original sharing platforms. They formed at ancient crossroads of trade, and grew through collaboration and sharing resources. But over time, they began to feel mass produced. We lived closer together, but drifted apart. But sharing cities is back, and we want to help build this future.” Geniale tekst, ook wat volgt. Airbnb spreekt zich uit voor duurzaamheid, erfgoed, kleine middenstand, gemeenschapszin, kunst, burenhulp. Geld dat Airbnb verdient, begrijp ik, zal mede ten goede komen aan de stad waar dat geld verdiend wordt. De organisatie belooft de toeristenbelasting te betalen, brandveiligheid van de woningen te vergroten, misbruik van Airbnb-woningen tegen te gaan, stedelijke campagnes te ondersteunen. Het bedrijf hoopt hiermee vooral ‘red tape’ tegen te gaan. “We are committed to enriching cities and designing the kind of world we want to live in. Together, let’s build that shared world city by city.” Nogmaals, een geniale tekst. Maar wat betekent het eigenlijk?

Niet elke stad in de wereld is gecharmeerd van de commerciële activiteiten van Airbnb. Op dit moment gebruiken meer dan 11 miljoen mensen de site om een kamer in een andere stad te boeken. Voor als ze naar een popconcert willen, of een openluchtconcert bezoeken. 82 procent van de aanbieders deelt alleen de woning waarin ze zelf woont, de rest betreft illegale hotels die via de site van de organisatie kamers aanbieden. Echter, in New York schatte men onlangs dat zeker 30 procent van de 200.000 aangeboden kamers in die stad door een beperkt aantal personen op de site van Airbnb was geplaatst, wat zou wijzen op ‘illegale hotels’. Sommige steden treden hard op tegen deze praktijken en proberen Airbnb het werken te verhinderen. Vooral San Francisco en New York verzetten zich, in Europa is dat Berlijn. Airbnb schat in een tegenoffensief dat ze NYC jaarlijks 21 miljoen dollar zou kunnen betalen wanneer haar het werken in de stad zou worden toegestaan. ‘Shared City’ lijkt een concept dat steden ontvankelijker voor Airbnb moet maken. Men hoopt dat SF en NYC als eerste zullen toehappen. Maar de vraag is of dat gebeurt. Populaire steden zijn juist die steden waar de woningen dikwijls erg schaars zijn en de huren snel stijgen. Via Airbnb kunnen gemakkelijk woningen aan de voorraad worden onttrokken. Afgelopen maand schrapte het bedrijf liefst 2000 aanbieders in New York van haar lijst, die kennelijk in overtreding waren. Zeventien van hen werden met naam en toenaam genoemd. Het bedrijf komt dus in actie. Het kan niet anders. De campagne is bedacht door een slimme planoloog, dat wel.

Tagged with:
 

Portland’s sociaal kapitaal

On 27 januari 2012, in duurzaamheid, participatie, by Zef Hemel

Gelezen in ‘Better Together’ (2003) van Robert Putnam en Lewis Feldstein:

Sociaal kapitaal. Dat begrip hanteren de Amerikaanse sociologen Putnam en Feldstein in hun zoektocht naar nieuwe gemeenschappen in Amerikaanse steden. Het begrip staat voor de verbetering van de levens van mensen in de steden door samenwerking en actieve participatie. In ‘Better Together’ beschrijven de auteurs nieuw sociaal kapitaal in liefst twaalf steden. Een van die steden is Portland, Oregon. Ik raadpleegde het boek, niet alleen omdat sociaal kapitaal op zichzelf mij interesseert, maar ook om op de vraag of het benutten van sociaal kapitaal ook leidt tot betere plannen een antwoord te krijgen. Beter in de zin van: duurzamer, de ecologische voetafdruk verkleinend. In de huidige crisis, met zijn zoektocht naar nieuwe vormen van gebiedsontwikkeling, zou dat goed van pas komen. Sterker, wat minder nadruk op grondprijzen, erfpacht, vastgoed en woningproductie lijkt mij bitter noodzakelijk. Zelfs spontanestadremedies zouden wel eens minder effectief kunnen blijken dan het werken met sociaal kapitaal. Portland dus, ooit een geliefde bestemming van dure Nederlandse planologische excursies gericht op light railsystemen en duurzaamheid. Werkt het?

Een van de bronnen van Putnam en Feldstein is een studie van Steven Johnson naar de planning van Johnson Creek. Die rivier stroomt door Portland voordat hij uitmondt in de Willamete River. In meer dan vijftig jaar werden niet minder dan zesenveertig rapporten geschreven en plannen gemaakt om het verstedelijkte stroomdal van de Johnson Creek – groot 45 vierkante mijl – schoon te krijgen en te temmen. Want de rivier zorgde voor veel overlast, er waren veel overstromingen. De plankosten groeiden tot astronomische bedragen; het tijdverlies was dramatisch. De uiteindelijk voorgestelde oplossing kostte ook nog eens tien miljoen dollar; alleen voor de rijke buurten bleek te zijn gezorgd. Bewoners waren het op een gegeven moment helemaal zat. Gedwongen door hun protesten verzette de overheid uiteindelijk de bakens. Bewoners en ondernemers werden nu actief gemobiliseerd. Ook benaderde de gemeente niet minder dan 175 nonprofit organisaties met het verzoek om hulp. Het werd een groot succes. Meer dan 6.000 van de 175.000 duizend inwoners besloten actief te participeren. “Urban watershed management is as much about mastering the art of civic participation as it is about the science of ecosystem management.” Denk nu niet dat die participatie alleen bedoeld was om draagvlak te verwerven. De inhoud van de plannen veranderde; ze werd duurzamer, rechtvaardiger en ook nog goedkoper. “The organizing principle changed from flood control to resource preservation.” Ja dus, het werkt.

Tagged with:
 

I’m not there

On 4 februari 2008, in film, wonen, by Zef Hemel

Gelezen in Het Parool van 23 januari 2008:

Regisseur Todd Haynes komt aan het woord in Het Parool. Het gaat over zijn nieuwste film, over Bob Dylan, vertoond tijdens het Rotterdams Filmfestival. Haynes vertelt in het interview over zijn verhuizing in 2000 van New York naar Portland, Oregon. Waarom als regisseur weg uit New York? Persoonlijke redenen en onvrede met New York, antwoordt hij. Al zijn energie had hij in zijn toenmalige filmproject, Velvet goldmine, gestoken. Hij had geen relatie, geen appartement, niets. Hij voelde zich uitgewrongen. "Maar ook speelde mee dat New York niet meer de stad was die ik in 1985 aantrof toen ik er kwam wonen. Burgemeester Giuliani had de stad schoongemaakt, maar ik voelde me er niet meer thuis." Hij werd verliefd op "de kleinschalige schoonheid en integriteit van Portland."

Ziedaar een ontboezeming die weer eens het belang aantoont van stad, plek en sfeer en de grillige match met de persoonlijke gemoedstoestand van de kunstenaar/creatieve geest. Steden trekken talent aan en stoten talent af. I’m not there.

Niet te netjes worden, Amsterdam.

Tagged with: