Stadslucht maakt vrij

On 21 maart 2014, in wetenschap, by Zef Hemel

Gehoord in CREA te Amsterdam op 17 maart 2014:

Helemaal op het eind van de Amsterdam Lezing vroeg iemand uit de zaal wat Ernst Hirsch Ballin op dit moment als het grootste onrecht in de wereld beschouwde. Zonder aarzeling antwoordde de hoogleraar Rechten van de mens en oud-minister van justitie: wapenhandel en human trafficking. Het was een klein hoogtepunt in een boeiende lezing afgelopen maandag over Amsterdam als rechtvaardige stad. Hirsch Ballin – zonder stropdas – memoreerde de twee Nobelprijswinnaars voor de vrede die Amsterdam in de twintigste eeuw heeft voortgebracht: Tobias Asser in 1911 en Gerrit Jan van Heuven Goedhart in 1955. De eerste vanwege zijn inspanningen voor de oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag, de tweede vanwege zijn Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen in New York. Asser doceerde rechten aan de Amsterdamse universiteit, Van Heuven Goedhart was tijdens de oorlog redacteur van verzetskrant Het Parool. Maar ook in de zeventiende eeuw was Amsterdam vooraanstaand als het ging om rechtspraak en rechtsontwikkeling. Daar hief de hoogleraar zowaar Geert Maks ‘Kleine geschiedenis van Amsterdam’ omhoog, om de zaal een illustratie van Rembrandts tekeningen van het galgenveld in Noord te tonen en een passage over de terechtstelling voor te lezen.

Hirsch Ballin, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en Tilburg, legde in zijn lezing een opvallend verband tussen de ontwikkeling van het recht en de groei van steden. Steden groeien als gevolg van migratiebewegingen, ze trekken heel verschillende mensen aan. Onder de migranten bevinden zich ook ‘criminelen, verwarde mensen en heiligen’. Door de samenkomst van al die uiteenlopende menstypes, met verschillende talen en culturen, wordt voor de vredige omgang tussen burgers recht ontwikkeld: recht van stedelingen op het goede leven. ‘Stadtluft macht frei nach Tag und Jahr’, aldus Hirsch Ballin, verwijzend naar een Middeleeuwse rechtsgrondslag voor lijfeigenen; wie langer dan een jaar en een dag in een stad verbleef verkreeg van het stadsbestuur zijn vrijheid. Recht spreken in steden, aldus Hirsch Ballin, heeft steeds betrekking op complexe, meervoudige relaties, ze vereist een 360 graden oriëntatie van de jurist. Recht legt macht aan banden en urbanisatie stimuleert de ontwikkeling van het recht. In Nederland zijn de steden veilig, stelde de hoogleraar vast. En op de Zuidas zijn de advocaten goed in arbitrage. Maar, gaf hij toe, de juridische onderbouwing voor regionale verstedelijkingsvraagstukken wordt in dit kleine land maar moeizaam geleverd.

Tagged with:
 

De Rechtvaardige Stad

On 11 mei 2010, in internationaal, wonen, by Zef Hemel
Gehoord op 7 mei 2010 in Istanbul:
 
Sariyer is een doodgewone gemeente binnen de agglomeratie Istanbul. Ze is gesitueerd op de westoever van de Bosporus, zich uitstrekkend tot aan de boorden van de Zwarte Zee. Haar grondgebied is dicht bebost, de gemeente telt ruim 250.000 inwoners. Haar aantal neemt snel toe, want Sariyer is aantrekkelijk gelegen. De meeste inwoners zijn straatarm en wonen in gecekondu’s bovenop de heuvels, maar sommigen zijn rijk, steenrijk zelfs. Die laatsten wonen in de achttiende en negentiende eeuwse buurten langs het water. Veel rijke inwoners van Instanbul hebben hier een tweede huis. Bizar.
Wanneer de derde brug over de Bosporus wordt gebouwd, zal hij aanlanden in Sariyer. Dat zal een revolte teweegbrengen. Net als in het geval van de tweede brug die zuidelijker is gebouwd, zal hier vast en zeker aan Europese zijde een zakencentrum in hoogbouw verrijzen. Veel inwoners van Istanbul en migranten uit Azië zullen deze plek verkiezen om te wonen. Het is er relatief veilig en rustig, de dreiging van een aardbeving is er minder, de zee en de bossen zijn dichtbij en door de nabijheid van de Zwarte Zee is het er iets koeler dan verderop, in het zuiden.
De inwoners van de gecekondu’s in Sariyer hebben zich georganiseerd in een platform. Het is hen gelukt in gesprek te raken met het gemeentebestuur. De nieuwe burgemeester, Sükrü Genc, is zelf afkomstig van een gecekondu, dus dat helpt. Er wordt gezamenlijk gezocht naar een politieke oplossing voor het vraagstuk van de gecekondu’s, maar hoe dat precies moet weet niemand. Veel grond is in handen van de metropolitane overheid en de regering in Ankara gaat over de aanleg van de derde brug. We spraken de afgelopen week met ze, met zeker twaalf vertegenwoordigers van de slums en met ambtenaren van de gemeente. Ze vroegen ons wat te doen.
 
Het werd me duidelijk dat de middenklasse een heel negatief beeld heeft van de squatters en hen het liefste wil verdrijven. Ook de burgemeester wees me erop, tijdens het diner ‘s avonds. Hij onderscheidde liefst vijf bevolkingsgroepen binnen de gemeente die elkaar nauwelijks verdragen en tussen wie hij moet bemiddelen. Niet dat de middenklasse er veel mee zal opschieten, want na de ontruiming zal de bovenklasse zich hier in gated communities verschansen. Zo gaat het steeds in Istanbul. Het platform is hier zeker niet tegen opgewassen.
Wat dus moet gebeuren is de vorming van een nog krachtiger platform van gecekondu-bewoners op metropolitane schaal en een bijzonder evenement dat de beeldvorming rond de gecekondu’s positief zal beïnvloeden. Mijn voorstel is het organiseren van een grote tentoonstelling in 2012 in het hart van Istanbul met maquettes gemaakt door kinderen uit de gecekondu’s van hun eigen gedroomde straat of eigen ontworpen buurt. Met rondleidingen voor alle inwoners van Istanbul door de gecekondu’s, die ze dikwijls nauwelijks kennen. En lezingen door veel internationale sprekers. Door het organiseren van zo’n tentoonstelling wordt het platform vanzelf gevormd en gaat de middenklasse wellicht positiever denken over het fenomeen. Onderwerp: Istanbul, de Rechtvaardige Stad.
 
 
Tagged with:
 

De weg kwijt

On 8 januari 2010, in internationaal, politiek, by Zef Hemel

Gelezen in ‘Op de grond’ (2008) van Tracy Metz:

Afgelopen week maakte ik op uitnodiging van Tracy Metz en Baptiste Brayé mijn opwachting bij een bijeenkomst van ‘Sense of Place’, een soort van salon aan het Amstelveld. Met mij waren zo’n dertig mensen aanwezig. Gastspreker was Susan Fainstein, een politicologe werkzaam aan Columbia University en Harvard, gespecialiseerd in planning. We kregen een college over ‘The Just City’, de rechtvaardige stad. Het bleek te gaan om een nieuw boek van haar hand dat later dit jaar in Amerika zal verschijnen. Het was een mooie lezing. Ze vertelde dat ze voor het maken van het boek een college filosofie had gevolgd; tussen de jonge studenten zat daar de oude dame weer in de collegebanken, je zag het voor je, ze moest er wel om lachen. Rechtvaardigheid splitste ze uit in drie begrippen als het om de stad gaat: democracy, diversity, equality. Elk begrip viel weer uiteen in een reeks deelbegrippen. Een stoet van filosofen trok voorbij, te beginnen met John Rawls uiteraard. Zelf had ze de meeste affiniteit met het gedachtegoed van Barbara Nussbaum met haar capability-theorie. Ze vergeleek New York met Londen en Amsterdam. Eigenlijk had ze een vraag aan ons. Ze was geneigd Amsterdam als een echte rechtvaardige stad te zien, maar haar bereikten de laatste tijd veel emails van studenten en pas-afgestudeerden uit Amsterdam die erg negatief waren. Was er bij ons iets misgegaan?

Thuis zocht ik het interview op dat Tracy Metz een kleine twee jaar geleden met Fainstein in Harvard had gehouden. Ook dat ging toen over de rechtvaardige stad. Destijds vroeg Tracy aan Susan of Amsterdam rechtvaardiger was dan New York. Fainstein antwoordde: "In Amsterdam bestaat er een ethiek, gevoed door eeuwen activisme van het maatschappelijk middenveld. Het mobiliseren van belangen en klassenbewustzijn is niet genoeg, er is ook zo’n morele code nodig. Uit de verzuiling is in Nederland een ethiek van verzoening voortgekomen, een moreel geloof in een stad die rechtvaardig en genereus is. Ondanks bezuinigingen en de druk van de globalisering en de imperfecties die er altijd zijn, is Amsterdam een welvarende, egalitaire stad, met veel diversiteit."

De aanwezigen dachten daar nu heel anders over. Er was vooral verwarring. De Nederlanders leken de weg kwijt. Olof van der Wal, directeur van KEI-centrum voor Stedelijke Vernieuwing die gevraagd was als eerste te reageren, begon met te zeggen dat Nederland groter is dan Amsterdam en dat Groningen en Enschede misschien wel rechtvaardiger steden zijn dan Amsterdam. Een typisch Hollands statement natuurlijk. Vervolgens introduceerde hij nieuwe begrippen om rechtvaardigheid mee te meten, zoals toegankelijkheid, wat niet zo handig was. De rijksbouwmeester, die ook aanwezig was, refereerde aan de zeventiger jaren, de jaren van ‘craziness’ in Amsterdam, toen alles nog kon. Nu kon er niets meer. Ronduit negatief waren de aanwezigen over het kille klimaat waarin de buitenlanders in Nederland ontvangen worden. Welkom zijn ze hier niet. Men had dan ook het idee dat Amsterdam veel minder gastvrij is dan New York, de immigrantenstad par excellence. De nog altijd niet opgeloste criminaliteit in de Bijlmer werd als voorbeeld genoemd van weerbarstige problemen met migrantenpopulaties in onze grote steden, hetgeen door de fotograaf Theo Baart gelukkig weer werd genuanceerd. Waarop Normain Fainstein, de echtgenoot van Susan en tevens socioloog, er fijntjes op wees dat al die immigranten in New York vooral door wetgeving die gezinshereniging toestaat worden aangetrokken, dat ze helemaal op zichzelf zijn aangewezen en vooral elkáár genadeloos exploiteren – zeker niet iets om trots op te zijn, laat staan om dit gastvrij te noemen. Tracy schaterde het op een gegeven moment uit toen de aanwezigen op alle problemen in dit kleine landje met zijn kleine steden doken. De Nederlanders, riep deze voormalige Amerikaanse uit, zijn dòl op problemen. Zelf had ik in een onbezonnen ogenblik nog geroepen dat je wel goed moet letten op de schaal. Grote steden zijn onrechtvaardiger dan kleine steden. Grote steden bestaan bij de gratie van spanning en schuring, die weer het gevolg zijn van diversiteit. Echte grote steden kennen wij niet. Natuurlijk zijn Groningen en Enschede rechtvaardiger dan Amsterdam. Om te eindigen met de vraag: "Isn’t the Just City a boring city?" De architect Van Stigt zocht het compromis: wij Nederlanders zien inderdaad overal problemen, willen alles goed regelen, waardoor onze politici voortdurend gedwongen worden actief te reageren. Daardoor is er bij ons tamelijk veel rechtvaardigheid. Maar leuk is anders.

Tagged with: