Gelezen in Het Parool van 26 oktober 2013:
Rocinha is de grootste sloppenwijk van Brazilië en ligt in het zuiden van Rio de Janeiro, op heuvels en met uitzicht op zee. Er wonen zo’n 300.000 armoedzaaiers, al kwam de officiële volkstelling in 2010 niet verder dan 70.000. In 2011 werd hier door het leger orde op zaken gesteld na een zich eindeloos voortslepende drugsoorlog die de favela een slechte naam had bezorgd – de zogenaamde ‘pacificatie’. Sindsdien wordt er weer dagelijks afval opgehaald, er zijn medische posten geopend en vorig jaar werden een grote bibliotheek en een groot sportcomplex in Rocinha gebouwd. Dit jaar opende een metrostation pal voor de ingang van de wijk en volgend jaar begint McDonalds in de favela een vestiging. Een eenheid van ruim vierhonderd agenten is in de wijk gestationeerd. Beroemdheden die Brazilië bezoeken en hun sociale gezicht willen tonen brengen doorgaans enkele uren door in Rocinha voor een photo shoot. Rocinga lijkt daardoor de internationale lakmoesproef voor de Braziliaanse regering. Inderdaad, Rio maakt zich op voor de Olympische Spelen.
Interessant is vooral wat buiten de schijnwerpers van de internationale pers in Rocinha gebeurt. Zo schreef Nina Jurna onlangs in Het Parool over de fotograaf Jean Ribeiro die meiden in de favela fotografeert. Zelf afkomstig uit Rocinha had Ribeiro het fotograferen geleerd van een bekende Braziliaanse fotograaf die hem in de gevangenis waar hij vast zat wegens drugshandel zijn diensten had aangeboden wanneer hij vrijkwam. Ribeiro was op zijn aanbod ingegaan en was na zijn vrijlating een modellenbureau in de favela begonnen: “Waarom kan een meisje uit Ricinha geen model of actrice worden? Mijn droom is dat één van mijn modellen doorbreekt. Wie weet lukt het ooit een soapster uit onze wijk voort te brengen.” Doordat het op straat veiliger is hoeft hij niet langer vanaf daken te fotograferen. Er komen ook steeds meer kledingwinkels, schoonheidssalons en restaurants in de wijk, dus de vraag naar modellen neemt toe. Zijn zaken lopen steeds beter. Ribeiro droomt zelfs van een catwalk midden in Rocinha. Zo groeit de lokale economie in deze zinderende metropool van ruim zes miljoen inwoners: van onderop. Ik wens u een gelukkig 2014!
Gelezen in NRC Handelsblad van 25 oktober 2012:
Mooie reportage van Philip de Wit in NRC Handelsblad over het nieuwste kunstproject van Osterholt en Uitentuis in Rio de Janeiro. In 2010 ontdekten de Nederlandse kunstenaars Wouter Osterholt en Elke Uitentuis de plannen voor een socialistische groene wijk in het westen van Rio – in Barra da Tijuca – met zeventig reusachtige identieke ronde torens waar rijk en arm tevreden samen zouden leven. Rondom de torens waren exotische tuinen gedacht, met zicht op zee. Slechts één toren werd er volgens plan gerealiseerd. Het ontwerp, daterend uit eind jaren zestig, begin jaren zeventig, was van de hand van Oscar Niemeyer, die ook had getekend aan de Braziliaanse hoofdstad Brasilia. Later werd zijn plan geadopteerd door de stedenbouwkundige Lucio Costa. Osterholt en Uitentuis willen het plan nieuw leven inblazen door via een crowd funding campagne de goedkope appartementen alsnog beschikbaar te maken. Waarom? Omdat het plan volgens de kunstenaars refereert aan de tijd dat de wereld nog maakbaar leek.
Waarom mislukte het Braziliaanse socialistische experiment precies? Ik lees het volgende. Het lukte de ontwikkelaar niet om voldoende appartementen te verkopen. Al bij de eerste toren stokte de verkoop. Deels kwam dat doordat de torens rond waren. Vooral de kleine tweekamer appartementen werden door potentiele kopers allerminst aantrekkelijk gevonden. “Het zijn benauwde pizzapunten, zonder ramen achter.” Slechts enkele appartementen boden uitzicht op zee. Wijziging van het plan accepteerden de ontwerpers niet. Osterholt: “Het debacle kondigde eigenlijk het einde van het modernisme aan.” Achter die zin gaat een wereld schuil. Waarom ga je via crowd funding zo’n dwaas en naief architectuur project uit de tijd van de Braziliaanse dictatuur nieuw leven inblazen?
Gelezen in De trek naar de stad (2010) van Doug Saunders:
Rio de Janeiro maakt zich op voor de Olympische Spelen van 2016 en het WK van 2014. Eerder schreef ik al over het voornemen van de Braziliaanse regering om in dat kader de sloppenwijken van Rio aan te pakken. Afgelopen week werd hiermee een begin gemaakt. Tachtig agenten gingen in Vila Cruzeiro van deur tot deur, terwijl 800 militairen paraat stonden. De Volkskrant van vandaag (27 november): “Enkele uren eerder had de politie het gebied ingenomen met pantservoertuigen, machinepistolen en bulldozers. Met de laatste veegden ze de barricades weg met brandende autobanden en wrakken, waarmee de bendes de wegen in de favela hadden geblokkeerd.” Naar schatting dertig doden vielen er afgelopen week te betreuren. De bendeleden zijn gevlucht, de bewoners zitten zonder stroom, ze zijn bang dat de bendes terugkeren en durven niet samen te werken met de politie. Tot zover het nieuws.
De geschiedenis van de drugsbendes in de favela’s van de Braziliaanse steden dateert van begin jaren tachtig. De Braziliaanse economie klapte toen ineen. Die ineenstorting was het gevolg van een neoliberaal monetair beleid, gevoerd door het toenmalige militaire regime. De migratie van en naar de favela’s kwam hierdoor tot een stilstand, waardoor de sloppenwijken geïsoleerd raakten. Doug Sauders in De trek naar de stad: “Naarmate de Braziliaanse staat verder inzakte, namen de drugsbendes de macht over. Zij oefenden een totalitair en gewelddadig bewind uit en vestigden met wederrechtelijke middelen hun invloed in de gemeenschapsraad.” Winkeltjes werden door haar niet getolereerd, alles moest gekocht worden bij de bendebazen. Voor de inwoners was er alleen werk te vinden in de drugshandel. Pas in 2008 kwam hier verandering in. Toen vielen politiemensen de eerste favela’s binnen. President Lula, zelf opgegroeid in een sloppenwijk, wilde niet langer dat bendes de favelabewoners domineerden. Hij bracht scholen en voorzieningen naar de sloppenwijken, introduceerde stroom, water en wifi. Er verschenen weer kleine winkeltjes. Het bezoek van popidool Madonna aan Santa Marta bevestigde het succes van de nieuwe aanpak. Dit moet ook het Olympisch Comite hebben overtuigd. De opvolger van Lula, Dilma Roussef, staat nu voor dezelfde taak. Saunders: “De Braziliaanse overheden hebben tientallen jaren gepoogd de stad van aankomst af te wenden, te verwijderen of te negeren, maar de onontkoombare dynamiek van de stad van aankomst heeft teruggeslagen: als de stad van aankomst aan zijn lot wordt overgelaten en van toegang tot het publieke bestel verstoken is, zal hij een eigen defensieve politiek ontwikkelen. (…) De stad van aankomst wil normaal zijn en worden geïntegreerd. Krijgt hij daartoe de middelen aangereikt, dan zal hij floreren. Heeft hij ze niet, dan zal het waarschijnlijk tot een explosie komen.”
Gelezen in NRC Handelsblad van 8 juni 2010:
Twee maanden geleden werd het Braziliaanse Rio de Janeiro getroffen door extreem noodweer. Hele stukken favella, meest tegen de steile berghellingen gebouwd, sloegen weg. Er vielen 230 doden in de stad. Ruim dertig van hen woonden in één favella nabij het centrum: Morro dos Prazeres. Diezelfde sloppenwijk werd ook getroffen door aardverschuivingen in de jaren 70, 80 en 90. De favella is nu tenslotte toegevoegd aan een lijst van tientallen sloppenwijken die de burgemeester wil amoveren. Het WK voetbal in 2014 komt eraan, en twee jaar later de Olympische Spelen. De mensen moeten verhuizen, maar ze hebben zo’n donkerbruin vermoeden dat er dure appartementen zullen worden teruggebouwd. Morro dos Prazeres ligt erg gunstig en biedt een fraai uitzicht over de baai. Echter, in de jaren 60 en 70 zijn al eens ongeveer 300.000 bewoners van favelas verplaatst en dat bleek achteraf geen succes. “Alle nieuwe buurten van destijds zijn favelas geworden.” Doordat de overheid niet in de favelas optreedt anders dan met incidenteel keihard politieoptreden, zijn de buurtgewoners sterk op elkaar aangewezen. De onderlinge banden zijn zeer hecht. Iedereen helpt elkaar. De mogelijkheid om uit de favela te ontsnappen is heel klein. Het stigma is zo groot dat je lastig werk vindt buiten de favela. Haal dat maar eens uit elkaar. Van de 6 miljoen inwoners van Rio woont een derde in sloppenwijken. Ze wonen dicht bij hun werk. Openbaar vervoer is er erbarmelijk. Als het je al lukt om de mensen elders in appartementjes te krijgen, dan moet je ook het openbaar vervoer sterk verbeteren. Enzovoort.
Eind maart, vlak voordat het noodweer losbarstte, stond er een indrukwekkende reportage in Het Parool afgedrukt van Albert de Lange die aan dit alles mooi diepgang gaf. Het ging ook over de favelas van Rio. De Lange bezocht Nanko van Buuren. Met zijn organisatie Ibiss brengt deze Nederlander sociaal-medische zorg in de sloppenwijken. Aan jonge jongens die opgroeien in de legers van de drugsbazen bijvoorbeeld. Het is Ibiss gelukt in totaal 1400 van die jongens los te weken. Van Buuren wil ze een hospitality-training aanbieden met het oog op het WK en de OS. Dat is een andere benadering dan de overheid. Om een indruk van de omvang te geven: alleen in al Villa Cruzeiro hebben vierhonderd drugsbazen zo’n 3500 soldaten rondlopen met de AK47 als kleinste wapen. Vorig jaar vielen er 32.000 doden door geweld in Rio. “Het politiegeweld is ongekend, er zijn ook veel Brazilianen die de harde aanpak als enige oplossing zien, naar er bestaat sowieso de neiging om de dingen met kogels op te lossen.” Het wordt, zegt hij, “nog een ongelooflijke klus om de veiligheid te waarborgen rond het WK en vooral de Olympische Spelen. Daar spelen overigens niet alleen de gewapende bendes een rol in, ook de door en door corrupte politie.” Toch gelooft Van Buuren dat Brazilië op weg is een democratie te worden. Het vruchtbaarheidscijfer van vrouwen is in twaalf jaar gedaald van 3,8 naar 1,9. Ook de trek naar de grote stad is verminderd. De favelas groeien niet meer.
reacties