Heard in New York City on Wednesday 21 October 2015:
Sharon Zukin, professor on urban sociology at the City University of New York (CUNY), was our guest on the morning of 21 October 2015. She told us about CUNY, how this local university of some 500.000 students was structured, who owned it (public, the state, not the city), why its focus was on education, and less on research, who paid for it, why it was problematic to speak about this ‘Harvard for the poor’ with pride at this very moment (because of the unrest amongst the professors, fearing new budget cuts), what its future might be, and how CUNY is related to the so-called ‘new economy’ of New York: the one of the growing tech scene, the startups, the bootcamps, the fintech, the medtech, the anytech jobs. She was researching this new economy, which she still didn’t fully grasped. According to the many people she had interviewed it is still ‘inchoate’, that means: not developed yet, just begun, lacking order. We listened to her for more than one and a half hour in a small room at the Graduate Center of CUNY at Fifth Avenue. Welcome to the masterclass NYC on cities and its universities, an initiative of the city of Amsterdam.
Mrs. Zukin showed us the new website of ‘Digital New York City’: http://www.digital.nyc/ For her research, she told us, it was an excellent source. It gave all the information on startups, events, jobs, investors, courses, workspaces, incubators, a great map, all this news on the new economy in New York assembled on just one website. She could not tell whether any city in the world is giving this information real time. The website was initiated by the New York City Economic Development Corporation (EDC), or was it IBM that not only sponsored it, but also had come up with the proposal? We had to admit, this is a city that is strategically focussing on the new economy, and doing very well. Of course, New York had to, in a way. After the financial crisis of 2008, the city understood that being too dependent on the financial sector is very risky. The city should diversify its economy, adding a bit of Silicon Valley to its already diverse economic ecosystem. Or was it even more urgent? The whole economy, the mayor had told his staff, will become digitalized the next ten or twenty years. The city should wake up. So what about CUNY then? And Amsterdam?
Gelezen in het Parool van 23 februari 2011:
Mensen zoeken de betovering van de grote stad. Dat was de eye opener van een avondje debatteren met Sharon Zukin, auteur van Naked City. Niet elke grote stad is overigens even betoverend. Stedenbouwkundige Maurits de Hoog schetste vorige week vrijdag tijdens zijn voordracht in De Balie op het slotcongres van de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling de culturele clusters die de meeste bezoekers trekken in de vier grote steden van ons land. Een cluster bestaat in zijn definitie uit minimaal drie culturele instellingen op loopafstand van elkaar (5 minuten) die gezamenlijk jaarlijks minimaal 500.000 bezoekers trekken. Den Haag telt drie van zulke clusters, Utrecht twee, Rotterdam drieëneenhalf, Amsterdam niet minder dan negen. Acht van de negen bevinden zich binnen de grachtengordel. De Amsterdamse binnenstad is daarmee zelf een cultureel cluster. Dat megacluster trekt jaarlijks meer dan tien miljoen bezoekers. Over betovering gesproken.
Daags na de lezing van De Hoog publiceerde het ATCB – de Amsterdamse VVV – de nieuwste bezoekerscijfers. Amsterdam heeft in 2010 ruim 15 procent meer bezoekers getrokken. Het aantal hotelovernachtingen nam met 11 procent toe. Spanjaarden, Italianen, Fransen en Britten, Belgen en Duitsers, maar ook Nederlanders brachten vaker een bezoek aan de stad aan IJ en Amstel. Eerder duidde ik dit aan als het ‘Hermitage-effect’: het effect van de opening van de Amsterdamse Hermitage op de groei van de bezoekersstromen. (De Hermitage behoort tot het culturele cluster van Joods Historisch Museum, Opera, Carré en Hortus Botanicus.) Dat effect is ongekend. Voor alle duidelijkheid, er is in ieder geval geen sprake van een Schiphol-effect. Schiphol kampte in 2010 juist met vulkaanas. Desondanks groeide het vervoer met een enkele procent, maar er kwamen beduidend minder passagiers aan op Schiphol die ook in ons land bleven. ATCB: “De meesten waren op doorreis.”
Gelezen in Naked City (2010) van Sharon Zukin:
Na afloop van haar voordracht bij Sense of Place aan het Amstelveld ontspon zich een levendige discussie tussen de aanwezigen, die helemaal over het hoofd van de New Yorkse spreekster Sharon Zukin leek te gaan – een typisch Amsterdams gezelschapsspel waarbij de kosmopolitische dimensie, inclusief de buitenlandse spreekster, even uit het oog werd verloren. Was The Coffee Company nu wel authentiek of niet? Dat soort vragen. Ja dus, de Coffee Company was natuurlijk authentiek want ze was typisch Amsterdams en had lange tijd weerstand geboden aan de Amerikaanse keten van Starbucks. Ja ze was authentiek, want ze vestigde zich alleen in levendige stadsstraten. Nee, ze was niet authentiek want de politiek gebruikte haar om authentieke straten op te knappen. Neem de Javastraat. Die is authentiek, maar als met een vestiging van de Coffee Company er straks hip volk op afkomt, stijgen de vastgoedprijzen. Weg authenticiteit. Enzovoort.
New York heeft zijn ziel verloren. Alle authenticiteit is weg. Aan het begin van haar voordracht stelde Zukin dat steeds meer mensen op de grote stad afkomen omdat ze willen worden betoverd (they want to be enchanted), de stad is voor hen een magische plek. Mensen willen geschiedenis, ze willen cultuurhistorie, ze willen het niet-alledaagse, ze zijn op zoek naar het bijzondere, het gemediatiseerde. In die trek naar de metropool plaatste Zukin het begrip ‘authenticiteit’. Door te refereren aan de kennelijke behoefte aan betovering ging er bij een enkele sociologisch geschoolde aanwezige een luikje op. Max Weber! Die had in 1917 geschreven over de onttovering van de wereld. "Het is het lot van onze tijd, met de haar eigen rationalisering en intellectualisering, vooral: de onttovering van de wereld, dat juist de laatste en meest sublieme waarden zijn teruggetreden uit de openbaarheid, óf naar het (…) rijk van het mystieke leven, óf naar de broederlijkheid van de directe betrekkingen van individuen tot elkaar". Hierdoor is er volgens Weber een zinprobleem ontstaan: de mens moet in een onttoverde wereld zelf zin geven aan zijn handelen en bestaan, vanzelfsprekende levensordeningen zijn weggevallen. Inmiddels zijn we honderd jaar verder. Hoe geven we nu zin aan ons leven? Weber refereert in zijn werk nauwelijks aan de ruimtelijke dimensie van de maatschappij. Het enige wat hij over steden opmerkte, is dat ze in de middeleeuwen autonomie bevorderden en voor het eerst burgers produceerden die heuse individuen waren. Toen leefde tien procent van de mensheid in steden. Inmiddels is dat aantal opgelopen tot meer dan vijftig procent. De trek naar de steden gaat onverminderd door. Al die zelfstandige, naar zingeving zoekende individuen, ze zoeken betovering in de grote stad.
Gelezen in Let the Great World Spin (2009) van Colum McCann:
Vrijdagavond Sharon Zukin uit New York ontmoet. Ze was te gast bij Tracy Metz. Van haar ontving ik de uitnodiging om naar Zukins inleiding op haar nieuwste boek, Naked City, te komen luisteren. Zukin gaf die avond in werkelijkheid een toegift, want haar betoog over een kleine Italiaanse bakeryshop op Manhattan viel eigenlijk buiten het boek, maar gaf wel een mooi inkijkje in haar benadering van het beschreven onderwerp: authenticiteit. Wat Zukin in haar laatste boek doet is namelijk een ontnuchterende visie bieden op alles waar Jane Jacobs voor stond, een pervertering van het stedelijke ideaal van gemengde buurten, oud- en nieuwbouw door elkaar, straatleven, dichtheid, kunstenaars. Onze enorme behoefte aan authenticiteit heeft ontwikkelaars ertoe aangezet juist in authentieke buurten de grondprijzen op te drijven, de oorspronkelijke bewoners – de makers van autheticiteit – te doen verhuizen, de woningen ingrijpend te verbeteren en de winkels te transformeren in galleries voor de elites of in dure winkels. Weg alle authenticiteit. Althans in New York.
Haar benadering deed me denken aan een van de hoofdpersonen uit Colum McCann’s nieuwste boek, Let the Great World Spin. De roman speelt in New York, 1974, ten tijde van de sensationele opvoering van de Franse evenwichtskunstenaar Philippe Petit, die op 7 augustus 1974 op het slappe koord tussen de twee torens van het WTC heen en weer danste en zo de metropool op zijn kop zette. Rechter Solomon Soderberg, die hem moest berechten, verbaasde zich over het feit dat iedereen de volgende dag het incident alweer vergeten leek. “It happened, and re-happened, because it was a city uninterested in history. (…) The city lived in a sort of everyday present. It had no need to believe in itself as a London, or an Athens, or even a signifier of the New World, like a Sydney, or a Los Angeles. No, the city couldn’t care less about where it stood. (…) New York kept going forward precisely because it didn’t give a good damn about what it had left behind. It was like the city that Lot left, and it would dissolve if it ever began looking backward over its own shoulder. Two pillars of salt.” Bij die twee zoutpilaren dacht ik onmiddellijk aan de twin towers, maar dat blijkt niet zo te zijn. Het zijn Long Island en New Jersey. Enfin, het problematiseren van het begrip authenticiteit in een stad als New York is maar al te gemakkelijk, in 1974 maar ook nu – dat is wat ik ermee bedoelde te zeggen.
reacties