Minder slim, minder vrij

On 7 maart 2018, in technologie, by Zef Hemel

Gehoord in CREA, Roeterseiland Campus, Amsterdam op 26 feburari 2018:

Afbeeldingsresultaat voor max welling

Bron: Max Welling, UvA

Of mensen zullen mee-evolueren met machines wist hij niet. Slimmer worden mensen zeker niet, eerder dommer. Tenzij onze hersenen door implantaten of DNA-technologie worden opgewaardeerd, wat zeer goed mogelijk is. Tijdens de derde Amsterdamlezing van 2018 sprak Max Welling over algoritmes en intelligente machines die ons leven ingrijpend zullen veranderen. Welling is natuurkundige en hoogleraar Machine Learning and Artificial Intelligence aan de Universiteit van Amsterdam. De toekomst die hij schetste was er een waarin machines met mensen interacteren. Beide vergroeien met elkaar. Hij verwachtte hiervan de komende jaren opzienbarende resultaten in de gezondheidszorg, het openbaar vervoer, mobiliteit, onderwijs, wetenschap en ook in onze steden, ook al verloopt alles bijna ongemerkt. Veel van wat wij doen zal uiteindelijk veel sneller, beter en efficiënter door machines kunnen worden gedaan. We zullen op een andere manier zin aan ons leven moeten geven. Erg vond hij dit niet. Maar het blijft wel gek te moeten vaststellen dat machines slimmer zullen zijn dan wijzelf. Maar robots die de macht overnemen? Nee, dat geloofde hij stellig niet. Dat zal nog heel lang duren.

Welling schetste een beeld van de toekomst waarin de hoeveelheid data exponentieel groeit en ook de snelheid van computers elke twee jaar zal verdubbelen als gevolg van de wet van Moore. Tegelijk groeit de intelligentie van algoritmes. Computer science, data science, AI, machine learning, deep learning, al deze kennisvelden ontwikkelen zich razendsnel en versterken elkaar onderling. Iemand in de zaal vroeg of algoritmes ook met elkaar kunnen wedijveren. Zou de beste ooit boven komen drijven? Groeit er superieur algoritme dat alle andere algoritmes overneemt? Welling sloot zo’n evolutie niet uit. De wijze waarop algoritmes – AlphaGoZero en AlphaZero – met elkaar het spelletje Go speelden was daarvan misschien een voorproefje. Risico’s zag hij zeker. Die lagen volgens hem vooral op ethisch vlak. Als Amazon straks verzekeringen gaat aanbieden en jou via Alexa op basis van jouw persoonlijke gegevens een aanbod doet, wat dan? Onze vrijheid, dacht hij, wordt hoe dan ook geringer. Mooi was het filmpje dat hij liet zien van een robot die leerde pannenkoeken bakken. Het zag er stuntelig uit. Eenvoudig is het opgooien van een pannenkoek ook niet. Maar na vijftig keer gooien bleef de koek keurig in de pan. Het was een voorbeeld van reinforced learning. Heeft een machine zoiets eenmaal geleerd, dan blijft dit altijd bewaard en kan het over de hele wereld worden verspreid. Zo gaat onze vooruitgang steeds sneller.

Tagged with:
 

Hypertrophic castles?

On 29 mei 2015, in technologie, by Zef Hemel

Read in The Economist of 23 May 2015:

Last week’s Special Report of the London based business weekly The Economist was on India. How is the new president Modi doing? The man from Gujarat who won the elections in this 1,3 billion people’s republic in 2014 promised to turn his vast country into a modern society. "Ten years is all that is needed." So how will his ‘Indian Century’ look like? Among the first things Modi did was abolishing Delhi’s Planning Commission. It produced "rigid national schemes in fields such as education, rural jobs and urban renewal which required the states that implemented them to put up significant funds." The Economist agrees on that: "The states felt disempowered." Instead there is now a thinktank, Niti Aayog, that will do. The Aayog has been mandated to serve as a policy think-tank for the central as well as state governments and has Prime Minister as its Chairperson. The process has been dubbed ‘competitive federalism’. State governments have now 42% of central tax receipts.

The other new thing in the domain of planning is Mr. Modi starts building new cities. The Economist: "Apart from a few pampered places such as New Delhi, (Indian) politicians were mostly indifferent to cities." Half of the population of India is now living in cities, but politicians still think villages and small towns are better living environments for people. So Mr. Modi said he wants to build 100 smart cities. The first, GIFT City, is now rising on 358 hectares of semi-desert near Ahmedabad. "By 2024 there should be 110 towers, a metro, 25.000 appartments, hospitals, hotels and an artificial lake." States are bidding for central funds (this year 945 million dollar). Andhra Pradesh claims it will build the biggest smart city in Hyderabad. Vijayawada will house no less than 22 million people. The Economist thinks the prospects would be better if municipal corporations were stronger and if existing cities would profit. They do not. All this ‘100 smart cities’ ambition might be only political. In The Guardian (7 May 2015) it was even suggested that we are dealing with ‘hypertrophic castles in the sky’, neoliberal Special Economic Zones that might turn into ‘social apartheid cities’. Indian government, the newspaper wrote, would do better to foster democracy and rule of law. Why not combine both?

Tagged with:
 

Smart slums

On 19 mei 2015, in economie, technologie, by Zef Hemel

Gelezen in The Wall Street Journal van 19 maart 2015:

Afgelopen weekeinde verscheen van de hand van Marjolein van de Water in de Volkskrant een interessant artikel over Facebook in Brazilië. In ‘Facebook trekt sloppenwijk in’ beschreef de journaliste hoe het Amerikaanse internetbedrijf het tweehonderd miljoen tellende land in Zuid-Amerika tegenwoordig ziet als een ideale proeftuin.  Proeftuin voor wat? Voor de ontwikkeling van een kleinschalige economie in de sloppenwijken met behulp van internet. Om de armoede in de wereld te bestrijden. Het bedrijf verstrekt daartoe zelfs gratis wifi. Haar eerste proefgebied is Sao Paulo, en daarbinnen Heliópolis, een 200.000 inwoners tellende favela die zeker vijfduizend hele kleine dienstverlenende bedrijfjes in zich bergt. Eerder al meldde The Wall Street Journal dat Facebook in Heliópolis een ‘innovation lab’ had geopend waar cursussen aan lokale ondernemers worden gegeven. De ondernemers leren daar hoe ze een Facebook-pagina effectief voor hun handel kunnen gebruiken. De Amerikaanse krant meldde dat de Brazilianen kampioen zijn in de aanschaf van mobiele technologie. “Small businesses have basically hacked Facebook for their use.” Facebook springt daar nu handig op in. Vooral Messenger doet het in Brazilië goed: transacties vinden daar steeds meer via deze digitale postbus plaats.

Het onderwerp sluit prachtig aan bij mijn collegereeks ‘Cities in Transition’ aan de Universiteit van Amsterdam. Die gaat over de groeiende kracht van metropolen, de migratie naar de grote stad, de opkomst van de dienstverlening, de rol die platforms in deze transformatie spelen. De Verenigde Naties schatten dat er alleen al in Zuid-Amerika ruim 110 miljoen mensen in sloppenwijken leven. In Brazilië zijn dat er 11,4 miljoen. Bijna de helft daarvan woont in Sao Paulo, Rio de Janeiro en Belém. “Many have evolved over decades into micro-economies with thousands of restaurants and bars, repair shops, delivery, transport and other services for local residents.” Deze lokale economie kan met behulp van goedkope internettechnologie een enorme boost gegeven worden. Facebook, dat met verzadigingsverschijnselen op de markten van Amerika en Europa wordt geconfronteerd, ziet hierin grote kansen. Uiteraard. Maar voor de mensheid is dit ook goed nieuws, heel goed nieuws zelfs. Er ontwikkelen zich nu ‘smart slums’.  Hiervan had Jane Jacobs alleen maar kunnen durven dromen.

Tagged with:
 

Volksvlijt

On 12 februari 2015, in participatie, planningtheorie, wetenschap, by Zef Hemel

Verteld in CREA, Amsterdam, op 9 februari 2015:<

Met ‘Volksvlijt 2016’ eindigde Zef Hemel afgelopen maandag zijn Amsterdamlezing voor een uitverkocht CREA op de Roeterseiland Campus. ‘Volksvlijt’, zo vertelde de hoogleraar Grootstedelijke vraagstukken, is het prototype van een zelfontwikkeld platform voor een ‘open stad’ waarbij duizenden burgers samen, van onderop, de Amsterdamse economie van de toekomst kunnen bedenken en ook realiseren. Naast ‘Volksvlijt’ wijdde Hemel uit over twee andere platforms die collectieve intelligentie in de stad genereren: ‘Thinking City’ (‘open universiteit’) en ’De Nieuwe Wibaut’ (‘open overheid’). Alle drie de platforms worden op dit moment door hem getest, verbeterd en onderzocht.  Straks kunnen ze gemakkelijk worden opgeschaald en toegepast in andere steden. Daarmee legde Hemel niet alleen verantwoording af over zijn werkzaamheden op de Wibautleerstoel aan de Universiteit van Amsterdam tot nu toe, ook plaatste hij zijn werk uitdrukkelijk in de context van de ratrace tussen steden om door middel van technologie, talent, creatieve industrie, wetenschappelijke valorisatie, campusontwikkeling en kapitaalinjecties een zogenaamde smart city– of zelfs global city-status te verwerven. In de nieuwe kenniseconomie willen steden vooral slim gevonden worden.

Hemel maakte duidelijk dat hierachter een veel te groot maakbaarheidsdenken steekt. Terwijl, zo vertelde hij moderator Pieter Hooimeijer, planologen juist bescheidener worden, manifesteren economen zich tegenwoordig als ware ‘economische ingenieurs’. Hij zei dat hij dat beangstigend vond. De intelligentie schuilt volgens hem ook niet zozeer in nog méér kapitaal, hoofdkantoren, vastgoed, universiteiten, musea en technologie, maar in van onderop georganiseerde dialogen in de stad waaraan alle burgers kunnen deelnemen. De essentie daarvan is, dat de platforms open zijn, kunnen groeien en de grootst mogelijke diversiteit van mensen weten te binden. Daartoe moeten ze inspirerend en mobiliserend zijn, interactief werken, geen selectie plegen, alles wat gezegd wordt aggregeren, bij herhaling steeds grotere meeropbrengsten genereren, zich ontwikkelen als de natuur zelf: dus zelf-organiserend, van onderop. En ja, moderne informatietechnologie kan dit ondersteunen. Hij zei dat het nú goed kan. De beste metafoor voor ‘smart cities’, voegde hij eraan toe, zijn niet steden afgebeeld als printplaten of machines, maar als kolossale, complexe termietennesten in de Afrikaanse savannes. Het publiek stelde veel korte vragen. Alles werd interactief. De avond leek wel een platform. 

Tagged with:
 

Exit Smart City?

On 7 januari 2015, in bestuur, technologie, by Zef Hemel

Gelezen op ‘Digital Minds for a New Europe’ (september 2014) van Rem Koolhaas:

Op 24 september 2014 hield Rem Koolhaas in Brussel een opmerkelijke lezing voor de High Level Group van de EU over ‘Smart Cities’. De oude Nederlandse architect (1944) was uiterst kritisch, of was het somberte? Cynisme? Hij zei: “The city triumphed at the very moment that thinking about the city stopped.” Hoezo gestopt? Bij stadsontwikkeling, aldus Koolhaas, gaat het tegenwoordig niet meer om vormgeven aan gemeenschappen, zoals architecten altijd deden (“Architecture used to be about the creation of community”) , maar om comfort, veiligheid, controle, duurzaamheid en zelfs het vermijden van rampen als klimaatverandering door toepassing van geavanceerde stedelijke technologieën. Grote bedrijven hebben de stad als afzetmarkt ontdekt en burgemeesters laten hun oren hiernaar hangen. Welke burgemeester wil niet ‘slim’ zijn, aldus Koolhaas. Het toekomstbeeld van de stad is volgens hem dood. “If you look at Silicon Valley you see that the greatest innovators in the digital field have created a bland suburban environment that is becoming increasingly exclusive, its tech bubles insulated from the public sphere.”

Volgens Koolhaas hebben de grote bedrijven de stad afgepakt van de architecten. Vooral op Benjamin Barber’s pleidooi om burgemeesters de wereld te laten regeren (‘If Mayors Ruled the World’) richt hij zijn giftige pijlen. Burgemeesters zijn volgens hem bij uitstek vatbaar voor de retoriek van de markt. “This confluence of rhetoric – the ‘smart city’, the ‘creative class’, and ‘innovation’ – is creating a stronger and stronger argument for consolidation.” De controlekamer van IBM in Rio de Janeiro (foto) staat voor hem symbool voor een stad die in toenemende mate wordt ingericht als een ‘comprehensive surveillance system’. Kortom, de politiek moet de stad weer teruggeven aan de architecten. En de architecten, die in de jaren negentig massaal voor de markt zijn gaan werken, moeten de politiek weer bestoken met spannende toekomstbeelden. Over participatieve community planning, mede mogelijk gemaakt door de nieuwe technologie, sprak de grote architect met geen woord.

Tagged with:
 

Smart Cities

On 5 november 2014, in duurzaamheid, economie, technologie, by Zef Hemel

Gelezen in ‘Smart about Cities’ (2014) van Maarten Hajer en Ton Dassen:

Vorige week een masterclass gegeven aan veertien internationale studenten uit het Amsterdam Excellence Scholarship-programma van de UvA en zeven excellente studenten uit verschillende masterprogramma’s binnen Nederland. Onderwerp: ‘Smart Cities’. Drie uur lang spraken we over het onderwerp aan de hand van het recent verschenen boek van het Planbureau voor de Leefomgeving, i.c. het essay van Maarten Hajer. In ‘On Being Smart about Cities’ stelt de directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving dat het vertoog over slimme steden tot nu toe a-historisch is en zich weinig gevoelig toont voor sociale context waarin steden zich ontwikkelen. Technologische preoccupatie staat een bredere, meer vruchtbare benadering in de weg. Steden moeten economische groei combineren met ambitieuze duurzaamheidsdoelen die per saldo zullen leiden tot beduidend minder energie- en grondstoffengebruik. Juist een meer historische en gedragswetenschappelijke aanpak is hard nodig om te overleven.

Doordat de studenten uit alle studierichtingen behalve geografie en planning afkomstig waren konden we het onderwerp onbevooroordeeld bespreken. Moeiteloos schakelden we tussen fundamentele vragen als ‘wanneer en hoe veranderen wij ons gedrag?’ naar ‘hoe intelligent zijn steden?’ Tussendoor ging het over: ‘welke invloed heeft onze omgeving op ons gedrag?’ en ‘wat is het verschil tussen ons aanpassen en creatief zijn?’ Ook stonden we stil bij de vraag of een kritische houding en het koesteren van wetenschappelijke twijfel voldoende zijn om ons snel aan kunnen te passen aan een veranderende omgeving. Is, anders gezegd, de wetenschap wel voldoende wendbaar en innovatief? Tegenover hoogtechnologische steden als New Songdo plaatsten de studenten, waarvan sommigen zelf afkomstig uit India en Midden Amerika, de slums en favela’s van Mumbai en Mexico City. Overheden maken daar steeds dezelfde fouten. Biedt de ‘smart city’ daar wel oplossingen voor? Een student vroeg: wat is het doel van steden? Dat wisten we niet goed. We refereerden aan de natuur. Vergelijkingen werden gemaakt met dieren en planten. Welke organismen passen zich het snelste aan? Ondertussen vertelden we elkaar verhalen, uitmondend in de speculatie dat fictie met zijn spanningsboog en vermogen om soms miljoenen mensen te boeien, veel meer dan non-fictie, ons zou kunnen redden. Iemand wilde weten waar dit gesprek nu precies over ging.

Tagged with:
 

Te kleine grote steden

On 31 oktober 2013, in benchmarks, by Zef Hemel

Gelezen in ‘ESPON atlas’, Luxemburg (2013):

In de onlangs verschenen ‘Territorial Dimensions of the Europe 2020 Strategy’ (2013) van ESPON wordt de groeistrategie van de EU tot 2020 territoriaal vertaald naar regio’s en steden. De atlas toont de eerste resultaten sinds 2010. Ze verschijnt midden in de crisis die Europa uitzonderlijk hard treft. Drie prioriteiten staan tot 2020 in Europa centraal: smart growth, sustainable growth, inclusive growth. Doelen zijn bijvoorbeeld: 75% van de beroepsbevolking heeft werk, 3% van het bruto binnenlands product wordt besteed aan R&D, 20% reductie van CO2 uitstoot, schooluitval lager dan 10%, 20 miljoen mensen minder onder de armoedegrens. Worden ze gehaald? Die vraag wordt niet direct beantwoord. De atlas wil vooral een regionale benchmark zijn, waarschijnlijk bedoeld om regio’s en steden binnen Europa op te jutten. Wie wil niet de ‘slimste regio’ van Europa zijn? En welke stad wil niet de duurzaamste zijn? De atlas brengt de eerste resultaten in beeld.

Niet verbazingwekkend is het algemene beeld: er is sprake van een duidelijke scheiding tussen Centraal-Noord Europa en de rest. Terwijl de eerste de doelen nadert, raakt de tweede er steeds verder van verwijderd. Ronduit schrikbarend is het grote aantal drop-outs op scholen in de grote steden van Spanje; percentages tot 40 procent treft men daar aan. In Finland en Ierland daarentegen is schooluitval vrijwel nihil. Op het gebied van ‘smart growth’ presteren de Nederlandse regio’s helemaal niet goed. Uitgaven aan R&D zijn het hoogst in Zwitserland, Zuid-Duitsland, rond Praag en Wenen. Ook Stockholm, Malmö, Finland, Toulouse en Zuidoost Engeland (rond Londen) spenderen veel middelen aan onderzoek. Nederland niet. Alleen Brabant kan zich meten met de groten. Echter, ten opzichte van 2003 zijn in alle Nederlandse regio’s – ook Brabant – de uitgaven aan R&D sterk teruggelopen. Alleen op het terrein van arbeidsaanbod op het gebied van wetenschap en technologie doen Randstad, Utrecht en Gelderland nog volop mee met de top. De atlas constateert hier een duidelijke concentratie in de grote steden. Londen echter telt veruit de grootste concentratie hoogopgeleide jongeren van heel Europa, met een percentage van 66 procent in het centrum. Daarna volgt Parijs. Conclusie? Voor ‘smart growth’ moet je niet in Nederland zijn. Onze grote steden zijn gewoon te klein.

Tagged with:
 

Smart Cities in 2013

On 9 januari 2013, in duurzaamheid, by Zef Hemel

Gelezen in ‘The World in 2013’ van The Economist:

Met de ontwikkeling van zogenaamde ‘smart cities’ gaat het niet goed. The Economist liep ze laatst ze allemaal bij langs: de voltooiing van Masdar in de Verenigde Arabische Emiraten is uitgesteld tot 2025, niet alleen vanwege de financiële crisis, maar ook omdat bedrijven en mensen er niet naar toe willen verhuizen; Songdo City in Korea blijkt een duur vastgoedproject waar geen belangstelling voor is; Planit Valley in Portugal is vastgelopen in de planningsfase. Daar komt nog eens bij dat de Amerikaanse socioloog Richard Sennett onlangs in Londen met het idee van ‘slimme steden’ de vloer aanveegde. In ‘No one likes a city that is too smart’ wijst hij er fijntjes op dat je de slimheid van steden niet kunt plannen. “Masdar – like London’s new "ideas quarter" around Old Street – on the contrary assumes a clairvoyant sense of what should grow where. The smart city is over-zoned, defying the fact that real development in cities is often haphazard, or in between the cracks of what’s allowed.”

In de vooruitblik op 2013 van The Economist wordt Amsterdam opgevoerd als de stad die slimheid veel beter lijkt te organiseren dan al die geplande high-tech steden. De Nederlandse hoofdstad wordt zelfs gezien als voorloper in een andere, veel succesvollere planningsbenadering, namelijk in een die principieel van onderop is georganiseerd. In het Amsterdamse ‘smart-city platform’ komen alle initiatieven – instellingen en infrastructuur – bij elkaar en wordt bij de ontwikkeling van al deze groene initiatieven hulp en bijstand geboden. Toch moet ook Amsterdam beseffen dat het daarmee niet de sleutel in handen heeft van de ontwikkeling van duurzame steden. Uiteindelijk gaat het om mensen en om wat mensen graag willen. Sennett zei het in Londen zo: “A great deal of research during the last decade, in cities as different as Mumbai and Chicago, suggests that once basic services are in place people don’t value efficiency above all; they want quality of life.”

Tagged with:
 

Climate Street

On 12 november 2010, in stedenbouw, technologie, by Zef Hemel

Gelezen in The Economist van 6 november 2010:

Boeiende bijlage van The Economist over de wereld van de ICT. In ‘It’s a smart world’ komen ook steden aan bod. Wat betekent de toenemende intelligentie via de nieuwste elektronica voor de ontwikkeling van steden en hoe gaan steden met al die nieuwe mogelijkheden om? Het eerste voorbeeld dat genoemd wordt is – hoe kan het ook anders – Singapore. De stadstaat op het zuidelijke puntje van Maleisië, bewoond door de rijkste mensen ter wereld, kampt met een enorm ruimtegebrek. Dat lost ze op met behulp van elektronische regelsystemen. “Singapore proves that necessity is the mother of invention,” aldus de directeur van Accenture Singapore. De stad wil een ‘levend laboratorium’ worden voor intelligente elektronica op allerlei gebied: watermanagement, verkeersregulering, groene gebouwen, groene energiesystemen en beheer van de stad. Nieuwe systemen worden in de stad getest, waarna de bedrijven ze kunnen exporteren. “There is a strong demand for making cities smarter, not just in China and other rapidly urbanizing countries but throughout the Western world. Resources like water, space, energy and clean air are scarce in urban areas, which makes them the natural place to start saving.” Mooi toch? Naast Singapore noemt The Economist ook Masdar, in Abu Dhabi, een stad van 40.000 inwoners die op dit moment wordt gebouwd op een kunstmatig platform waaronder alle electronica kan worden weggestopt. De stad – een soort van printplaat – moet een etalage van groene technologieën worden (zie afbeelding). Vervolgens komt Songdo aan de beurt, de nieuwe stad bij Seoul, Zuid-Korea. Gebouwd op aanplempingen in de baai wordt ze straks het duurste stukje stad ter wereld. Kosten: 35 miljard dollar. Er komen 65.000 mensen te wonen. Deze smart new town wordt binnenkort helemaal volgestopt met elektronica.

Uiteindelijk komt in het artikel ook de bestaande stad aan de orde. Dan wordt Amsterdam, “Netherlands biggest city”, ten tonele gevoerd. Zonder masterplan ontwikkelt de stad publiek-privaat allerlei toepassingen in het stedelijk gebied, waaronder een zogenaamde ‘’Climate Street’. Of is het Happy Street? Nee, dit keer is het serieus, want in deze Amsterdamse Climate Street willen de winkeliers hun energieverbruik fors reduceren. Bedoeld wordt waarschijnlijk de Utrechtse Straat. Binnenkort is ze een wereldberoemde straat.

Tagged with: