Geen ‘witte olifanten’ in Mexico City

On 12 maart 2019, in infrastructuur, sport, by Zef Hemel

Gelezen in ‘The Spatial Effects of the Olympic Games in Mexico City‘ van Fernando Greene Castillo:

Gerelateerde afbeelding

Nog steeds is Mexico City trots als een pauw op de Olympische Spelen die de stad in 1968 organiseerde. Het viel me op toen ik deze winter de megastad bezocht. Ik wist er eerlijk gezegd weinig van. In het Pallacio de Bellas Artes trof ik een fraaie tentoonstelling aan over de legacy van de Spelen, inmiddels vijftig jaar geleden gehouden. Daar was ook een kaartje te zien met alle grootstedelijke openbare werken die met de spelen in de stad waren gereedgekomen. Het zag er indrukwekkend uit. In de jaren ‘60 ging het Mexico economisch voor de wind. Daardoor durfde het IOC de Spelen van ‘68 aan het Midden-Amerikaanse land toe te wijzen. De beslissing van de Mexicanen zelf om, na andere Olympische steden bestudeerd te hebben, te kiezen voor een opzet waarbij de sportvoorzieningen over de stad werden gespreid, blijkt vijftig jaar later ronduit visionair. Fernando Greene Castillo schreef er een rapport over. Alle venues, las ik, werden op 20 minuten reizen van het te bouwen Olympisch dorp gesitueerd; dit kwam neer op een onderlinge afstand van 26 kilometer. Er werden zes nieuwe wegen gebouwd om alle stadions met elkaar te verbinden. De belangrijkste was de Periferico Sur met een lengte van 16 kilometer. Juist door de aanleg van deze hoofdweg werd Mexico City aan de zuidzijde opengelegd voor verdere expansie: een nieuw stedelijk gebied van zeker 2.500 hectare.

De andere stedelijke hoofdaders die voor de Spelen werden aangelegd of verbreed waren de Viaducto Tialpan met een lengte van 4,6 kilometer, dit is nu een van de belangrijkste radialen in de stad, en nog eens vijf andere stedelijke boulevards. Castillo: “Road infrastructure expansions on empty areas, as those built in the south part of the Metropolis, affected the territorial shape and size of the city very fast, since they pushed the opening of new urban areas almost immediately.” Tijdens mijn bezoek viel me op dat de zuidkant rond de universiteit qua stedenbouw inderdaad uitstekend is gedimensioneerd en zowel intern als extern goed verbonden. In totaal werd er destijds voor 79 miljoen US dollar aan infrastructuur in de stad aangelegd. In die tijd was dat veel geld. Maar achteraf gezien was deze uitgave alleszins welbesteed en eigenlijk ook bitter noodzakelijk. Ook alle sportfaciliteiten blijken vijftig jaar later nog volop in gebruik. Geen ‘witte olifanten’ in deze megastad. Tijdens een van onze stadswandelingen zagen we juist dat het oude gymnasiumcomplex grondig werd opgeknapt. Misschien had u dat niet gedacht. In 1968 telde Mexico City nog 9 miljoen inwoners; inmiddels zijn dat er driemaal zoveel.

Tagged with:
 

Hoe Amsterdam de Olympische Spelen kreeg

On 10 maart 2019, in sport, by Zef Hemel

Gelezen in ‘Amsterdam 1928’ (2008) van Paul Arnoldussen:

Afbeeldingsresultaat voor paul arnoldussen olympische spelen amsterdam 1928

Het begon allemaal in maart 1911 met een diner in Amsterdam. Die avond stelde het Nederlandse IOC-lid Van Tuyll voor om de hoofdstad te kandideren voor de Spelen van 1920. Aanwezig waren sportbestuurders uit heel Nederland. Aan tafel zat ook de voorzitter van het IOC, baron De Coubertin. Die vertelde dat de kansen van Amsterdam behoorlijk hoog moesten worden ingeschat. Het werd aanleiding voor de sportbestuurders om het NOC op te richten. In 1908 waren de Spelen in Londen gehouden, die van 1912 zouden plaatsvinden in Stockholm. Een jaar later later zou Berlijn de Spelen van 1916 toegewezen krijgen, maar de Eerste Wereldoorlog gooide vervolgens roet in het eten. Pas in 1919, na alle oorlogsgeweld, kwam het IOC weer bijeen. Daar kandideerde Van Tuyll Amsterdam prompt voor de Spelen van 1924. Dit alles valt te lezen in de boeiende geschiedenis van de Olympische Spelen van Amsterdam 1928, geschreven door de journalist Paul Arnoldussen. Ik kocht het boekje onlangs in de ramsj. Zo ook las ik dat De Coubertin zelf die de Spelen van 1924 aan zijn geboortestad Parijs toewees, om 30 jaar Olympische Spelen te vieren. Dat besluit viel in Lausanne, in 1921. Maar Amsterdam, liet de Franse voorzitter bij diezelfde gelegenheid weten, kon wat hem betreft die van 1928 krijgen. Dit ‘dubbelbesluit’ heette later de coup van De Coubertin. Arnoldussen beschrijft heel precies hoe de besluitvorming vervolgens in Nederland plaatsvond.

Het NOC treuzelde daarna lang, zo lang zelfs dat Chicago zich al snel opwierp als alternatief. De Amerikanen boden fors geld, terwijl in Nederland nog geen gulden was opgehaald. In 1924, dus vier jaar voor het evenement, begon het NOC zelfs een campagne voor Spelen in Den Haag, dus niet in Amsterdam. De hoofdredacteur van het NOC-orgaan bleek een grondige hekel aan Amsterdam te hebben. Het argument was: in Den Haag hebben alle sportbonden hun zetel, het Haagse bedrijfsleven wil grif betalen, wat was er mooier dan een stadion op het Malieveld. Wat stak hierachter? Hij en anderen vonden het gemeentebestuur van Amsterdam te links, te socialistisch. In 1925 weigerde ook de Tweede Kamer geld voor Spelen in Amsterdam te reserveren. In Parijs was het ‘teveel kermis’, als Nederland het deed, dan moest het ‘sober’ en ‘eenvoudig’. Minister Colijn van Financiën kreeg zijn eigen ARP-achterban niet mee. De antirevolutionairen verklaarden zich tegen ‘heidense feesten’. Alle christelijke partijen vreesden trouwens voor schending van de zondagsrust. Toen bleef er voor de sportbonden niets anders over dan om zelf geld op te halen bij hun leden. Hun ‘Comité 1928’ ging langs de deuren. En Amsterdam zelf kwam over de brug met een kwart miljoen. Net op tijd was er de benodigde anderhalf miljoen gulden ingezameld. Herkenbaar? Nou en of.

Tagged with:
 

Profiteren van Barcelona

On 5 november 2017, in politiek, sport, by Zef Hemel

Gelezen in NRC Handelsblad van 1 augustus 2017:

Afbeeldingsresultaat voor barcelona 1992

Terwijl Catalaanse ministers in de gevangenis zijn gezet en de Catalaanse president Carles Puigdemont hals over kop is gevlucht naar Brussel, herlees ik een krantenbericht van afgelopen zomer. Toen – amper drie maanden geleden nog maar – vierde de Catalaanse hoofdstad Barcelona dat zij vijfentwintig jaar geleden de Olympische Spelen organiseerde. De Spelen van 1992 staan nog altijd te boek als de succesvolste aller tijden. “De Spelen van 1992 hebben de Catalanen met trots vervuld. Die hebben voor een blijvende mentaliteitsverandering gezorgd. Alleen als je in jezelf gelooft dan kun je beste ergens in zijn,” aldus voormalig proftennisser Jordi Arrese in NRC Handelsblad van 1 augustus 2017. En volgens Puigdemont zelf kon je gerust spreken van een tijdperk vóór en ná die Zomerspelen. “Barcelona liet zien dat de stad zich kon meten met andere wereldsteden. We plukken daar nu nog de vruchten van.” Opvallend is dat er destijds sprake was van een zeer goede samenwerking tussen de centrale regering in Madrid, het regionale bestuur van Catalonië en de stad Barcelona. Door alle betrokkenen werd ingezien dat dit een historisch evenement zou kunnen zijn. Historisch werd het inderdaad. Dankzij het model-Barcelona.

Wat was het model-Barcelona? De investering van 6,5 miljard euro moest blijvende waarde opleveren voor de Catalaanse stad, dat stond bij iedereen voorop. Voor de stedenbouwkundigen was het een ideale mogelijkheid om de krakkemikkige stad grondig te moderniseren. Vliegveld, ringweg en jachthaven werden gekoppeld aan het idee van een wereldstad aan zee. De stinkende rivieren werden schoon gemaakt en langs de kust verscheen een nieuw strand. De oude structuur van dorpen binnen de stad werd versterkt door de sportaccommodaties in vier verschillende delen aan te leggen, waardoor de hele stad opveerde. Industriestad Barcelona werd omgetoverd in een mondaine badplaats aan zee. Spanje heeft enorm meegeprofiteerd van de Catalaanse Spelen. Het land is sindsdien een kampioen in topsport geworden. Maar de uitstraling van de krachtige metropool Barcelona strekte verder: tal van zwakke regio’s binnen Spanje worden op dit moment met Barcelonees geld op de been gehouden. Dus waarom deze politieke crisis? Arrese heeft gelijk. Het door de financiële crisis geplaagde Spanje gelooft niet meer in zichzelf. Ondertussen dreigt het zelfbewuste Barcelona aan zijn eigen succes ten onder te gaan.

Tagged with:
 

Under your nose

On 12 juli 2014, in kunst, sport, by Zef Hemel

Gehoord op 9 juli in het Hilton Hotel in Amsterdam:

Twee bijzondere mensen, twee geweldige, vergelijkbare initiatieven. Cyntha van Heeswijck begon Art Zuid, Abdelkader Benali initieerde de Groene van Amsterdam. Afgelopen mei werd voor de eerste keer zijn marathon gelopen, door Amsterdam Nieuw West. Benali is schrijver en hardloper. Zijn studio bevindt zich achter Osdorp. Zelf loopt hij rondjes om de Sloterplas. Benali in een interview in NRC Handelsblad: "Ik loop hier zelf hard en dacht: je zou hier vrij gemakkelijk een loop kunnen organiseren. De infrastructuur is geschikt; brede, rustige paden. Veel groen. Daarbij verdient deze buurt het ook." Zijn parcours voerde langs Sloterplas, Nieuwe Meer en door de Tuinen van West. Ruim 330 sympathisanten boden hem geld, waardoor hij de vereiste 15.000 euro voor vergunningen, dranghekken, politie-inzet en registratie van rentijden kon betalen. Alles werd gecrowdfunded. Benali: "Het past bij het utopische van Nieuw-West. Bij nul beginnen." Op 11 mei was de eerste marathon een feit. Er liepen zeker 2.000 mensen mee.

Cyntha van Heeswijck deed hetzelfde in Amsterdam Zuid. Afgelopen week sprak ze in het publieke lezingenprogramma van summer school ‘Thinking City’ in het Hilton Hotel aan de Apollolaan. Zes jaar geleden, vertelde ze, begon ze Art Zuid, een vier maanden durende beeldententoonstelling in de openlucht in plan Berlage. Met zestig vrijwilligers en een budget van 7 tot 8 ton organiseert deze juriste sindsdien om de twee jaar de grootste tijdelijke beeldententoonstelling van Nederland, telkens bestaande uit zeventig nieuwe sculpturen. De centrale assen van Apollolaan en Minervalaan vormen het hart. Afgelopen jaar trok Art Zuid 350.000 bezoekers. Ze prees het plan Berlage, de schitterende architectuur en ze vertelde hoe bezoekers door de tentoonstelling ook de architectuur en de stedenbouw van Amsterdam Zuid waren gaan zien en waarderen. Twee bijzondere initiatieven van twee bijzondere personen. Twee initiatieven die maximaal gebruik maken van de stedenbouwkundige kwaliteiten van hun stadsdeel, binnen en buiten de ring, alles tijdelijk, alles ‘slechts’ programma, maar met een enorme uitstraling. Benali heeft gelijk: "It’s under your nose."

Tagged with:
 

The next best thing

On 22 november 2013, in sport, by Zef Hemel

Gelezen in NRC Handelsblad van 10 september 2013:

Begin september maakte het IOC in Buenos Aires bekend dat Tokio de Olympische Spelen in 2020 mag organiseren. Tokio, met 37 miljoen inwoners de grootste metropool ter wereld, won gemakkelijk van kandidaat-steden Istanbul en Madrid. Wat behelzen eigenlijk de Japanse plannen? Geen grootschalige infrastructuur, zoals bij de Spelen van 1964, toen Japan het unieke en futuristische hogesnelheidstreinennet aanlegde. De voorgenomen investeringen bedragen slechts de helft van die voor ‘Londen 2012’ (namelijk 8 miljard US dollar). Ruim 40 procent van de 37 accommodaties staat er al; veel van de Olympische infrastructuur van 1964 zal opnieuw worden gebruikt. Ruim 85 procent van de olympische evenementen zal binnen een straal van 8 kilometer van het Olympische dorp plaatsvinden. Alles kan dus te voet of met de fiets worden bereikt. Het nieuwe stadion komt op de plek van het oude en zal al tijdens de Wereld Rugby Cup van 2019 in gebruik worden genomen. Alleen het Olympische dorp zal nieuw worden gebouwd in de baai van Tokio. “De sporters hebben hier een prachtig uitzicht op een landschap van water en futuristische hoogbouw,” schreef Kjeld Duits in NRC Handelsblad. En inderdaad, het geheel oogt fraai, als een IJburg eerste en tweede fase.

Toch verwacht de stad een forse impuls in de lokale economie, met tenminste 150.000 extra banen, zelfs na verplaatsing van de oude vismarkt. Er komt weliswaar geen nieuwe metro, maar de beide luchthavens – Haneda en Narita – zullen wel met elkaar worden verbonden. Wat een verschil met de bids van Beijing, Londen en Rio de Janeiro! Daarom schreef The New Yorker: “By rewarding Tokyo’s seemingly restrained plan to host a more modest Olympics, the IOC may be signalling its desire to move away from the kinds of nationalistic, gaudy and transformative Olympic Games represented by Beijing and Sochi, which, combined, have made for a trillion dollars in spending.” Het tijdschrift toonde zich voorstander van vaste locaties voor zomer- en winterspelen. Geen verspillende stedenstrijd meer. De kans daarop achtte het echter niet groot, hoewel het tijdschrift de nieuwe IOC-voorzitter Bach aanhaalt, die steden opgeroepen zou hebben na te denken over meer duurzame bids in de toekomst. “But if we can’t have the twin Olympias, then perhaps Tokyo is the next best thing: a city prepared for the challenges of hosting an international spectacle, and modest enough to shape the Olympics to fit a city rather than reshape a city to fit the Olympics.”

Tagged with:
 

Keynsiaans en Berlagiaans

On 4 september 2013, in duurzaamheid, economie, sport, stedenbouw, by Zef Hemel

Gelezen in NRC Handelsblad van 28 juli 2013:

Komkommernieuws was het. Maar wel belangwekkend komkommernieuws. De Olympische Spelen in Londen hebben, zo bleek deze zomer, de Britse hoofdstad meer opgeleverd dan gekost: 9,9 miljard pond tegen 9 miljard pond. En wat misschien nog wel belangrijker is: alle acht stadions hebben nieuwe huurders en worden bespeeld, het mediacomplex heeft een nieuw leven als data-opslaggebouw, de 2800 flats in het Olympische dorp ontvangen deze maand hun nieuwe bewoners, het winkelcentrum van Westfield blijkt een hit, het Olympische park – omgedoopt in Queen Elisabeth Olympic Park – werd deze zomer feestelijk heropend en het station voor de Eurostar-treinen functioneert goed en is elke dag druk en vol. Heel Oost-Londen is dankzij de Olympische Spelen in een paar jaar tijd herschapen in een bruisend stadsdeel, terwijl het nog niet zo lang geleden de armste buurten bevatte van heel Londen, met 2,5 vierkante kilometer industrieel vervuild land. Sebastian Coe, voorzitter van het organiserend comité van de Spelen en tegenwoordig legacy advisor, kon dan ook meer dan tevreden deze zomer de resultaten presenteren tegenover een naar vakantie hunkerende pers.

Al met al duurde de planvorming in Londen niet meer tien jaar. Het resultaat is verbluffend. Niet alleen is de oostkant van Londen qua uitstraling en voorzieningen door de Olympische infrastructuur sterk verbeterd, ook het Britse bedrijfsleven heeft van de Spelen immens geprofiteerd. Zelfs degenen in Londen die bang waren voor een yuppiesville hebben geen gelijk gekregen. Trouwens, het hele Verenigd Koninkrijk is door de Spelen bekend komen te staan als een knap organisator en een professioneel sport- en medialand. Dat de organisatie van het grootste sportevenement ter wereld altijd uitloopt op een financieel fiasco is met de Londense ervaring ook meteen gelogenstraft. Dat brengt me op het volgende. Je zou de kwakkelende economie van Nederland een enorme impuls kunnen geven door de Olympische Spelen naar de hoofdstad te halen. Eindelijk bouwen we dan een echte metropool. In 15 jaar kun je niet alleen een erfenis voorbereiden waarvan volgende generaties als geen ander zullen profiteren, maar kun je ook de zittende bevolking een grote dienst bewijzen door midden in de crisis de economie Keynsiaans en Berlagiaans te stimuleren.

Tagged with:
 

Cool Brooklyn

On 19 maart 2013, in sport, by Zef Hemel

Gelezen in de Volkskrant van 31 december 2012:

Voor kantoren en woningen geldt in makelaarskringen de winnende leuze ‘locatie, locatie, locatie’. Hetzelfde blijkt te gelden voor sport. Sportief succes wordt in hoge mate bepaald door waar een sportclub gevestigd is. Dat luistert nauw. Het bewijs levert basketbalclub de Brooklyn Nets. Zij verhuisden afgelopen jaar van het saaie New Jersey naar het hippe Brooklyn, New York. Zo’n verhuizing is in de Verenigde Staten niet ongewoon. Sindsdien zijn de Nets favoriet en mateloos populair. Rapper Jay-Z, zelf afkomstig uit Brooklyn, stak geld in de club en heeft er zijn naam – en die van zijn vrouw Beyoncé – aan verbonden. Elke wedstrijd opent sindsdien met een stevige rap. Dat trekt vooral jongeren; Brooklyn is sowieso cool. Bij elke thuiswedstrijd is het echtpaar bovendien aanwezig. Jay-Z ontwierp ook de clubshirts, in een retro-stijl zwart-wit, met ouderwetse letters. Muziek, mode, sport en locatie maken de Nets tot een felbegeerde club. Omgekeerd vaart Brooklyn zelf er wel bij.

Een artikel over Brooklyn en de Nets verscheen op oudejaarsavond 2012 in de Volkskrant. Aanvankelijk las ik eroverheen. Nu spel ik het. Het nieuwe stadion is gelegen midden in de wijk, op de hoek van Flatbush Avenue en Atlantic Avenue. Met 18 duizend zitplaatsen is het tevens geschikt voor popconcerten. Half verzonken in de grond, in een ovale vorm, oogt het ook nog eens aantrekkelijk. Het aanvankelijke protest van de rijke yuppen in de buurt tegen de komst van het stadion is op slag verstomd. Vanaf 2015 zullen ook de ijshockeyers van de Islanders hier gaan spelen. Brooklyn, met 2,5 miljoen inwoners, heeft met de Nets een absolute troef in huis gehaald. New York telt 8 miljoen inwoners en heeft nu twee professionele honkbalclubs, twee American footballteams, twee ijshockeyploegen en ook nog eens de New York Knicks. Allemaal zijn ze jaloers op het eclatante succes van de Brooklyn Nets. Alleen, begrijp ik, nu moeten de Nets nog wedstrijden winnen.

Tagged with:
 

World Cup High-Speed Rail

On 20 september 2012, in infrastructuur, sport, by Zef Hemel

Gelezen in The Moscow Times van 24 augustus 2012:

In 2018 worden de wereldkampioenschappen voetbal gespeeld in Rusland. In totaal dingen 13 Russische steden mee naar de mogelijkheid om een of meer wedstrijden van het toernooi te accommoderen. Eind september, begin oktober wordt bekend gemaakt welke steden dat zullen zijn. Toen het immense land zijn bid in 2010 beloond zag, maakte het direct haar voornemen bekend om in ieder geval een aantal hogesnelheidslijnen aan te leggen vóór 2018 tussen de steden Moskou en Sint Petersburg en tussen de hoofdstad en Yekaterinburg, uiteraard om er voetbalfans mee te vervoeren. In 2013 zou de aanleg al van start gaan. Het idee was om de reistijd op de 660 kilometer tussen de twee grootste metropolen met 400 kilometer per uur terug te brengen van 4,5 uur tot 2,5 uur. Kosten: 1,12 triljoen roebel. Sinds 2008 rijden er al snelle treinen tussen beide steden, maar hun snelheid is gelimiteerd (250 kilometer per uur). De tweede lijn naar het oosten, via Nizhny Novgorod en Kazan, zou neerkomen op ‘slechts’ 26 uur treinen tussen de hoofdstad en de Oeral. Kosten: onbekend. In totaal zou het gaan om een investering van, omgerekend, 175 miljard US dollar.

Inmiddels groeit twijfel of het spoorplan ook werkelijk doorgang zal vinden. Nog steeds menen de autoriteiten dat de uitvoering van het ambitieuze vijfjarenplan mogelijk moet zijn, maar de kosten blijken nu zo hoog dat The Moscow Times deze zomer al berichtte over een rapport dat de autoriteiten vermoedelijk zal doen zwichten. Goedkopere alternatieven zijn voorhanden. In ieder geval komt de investering niet voor in het investeringsplan van de Russische spoorwegen tot 2020. Een dezer dagen maakt de regering bekend of het Russische HSL-plan zal worden doorgezet. Ondertussen tekenden sommige deelnemende internationale teams aan de Moscow Competition een hele serie nieuwe HSL-lijnen die Moskou moeten verbinden met Azië, Europa en het Midden Oosten. Kosten: een veelvoud van wat nu al begrotelijk is.

Tagged with:
 

London delivered

On 27 augustus 2012, in sport, by Zef Hemel

Gelezen in NRC Handelsblad van 9 augustus 2012:

Ook zo genoten van de Olympische Spelen? De Britten wel. Alle restjes scepsis verdwenen tijdens de spelen uit Londen, heel Groot Brittannië vierde twee weken lang feest. Engeland eindigde op de derde plaats in de medaillespiegel, na de USA en China. Mooi om te zien hoe de Britse hoofdstad het hele land op sleeptouw nam en heeft laten delen in de feestvreugde door de Olympische Spelen te organiseren. Zelf bivakkeerde ik in Frankrijk, op het platteland. Eenmaal weer thuis las ik een ingezonden brief in NRC Handelsblad van iemand uit Veendam, die vaststelde dat alle Nederlandse medaillewinnaars tot dan van het platteland afkomstig waren: Marianne Vos uit Meeuwen, Ranomi Kromowidjojo uit Sauwerd, Epke Zonderland uit Lemmer en Dorian van Rijsselberghe uit Den Burg. Hij trok er voor zichzelf een opmerkelijke conclusie uit: “de kans dat je op het platteland in een sportieve sfeer en dus in een gezonde leefomgeving opgroeit, is veel groter dan als je wieg in de stad staat.” Zijn conclusie was voorbarig.

Volgens mij zag deze meneer uit Veendam de roeiers en hockeyers over het hoofd. Overigens, waar je wieg staat is niet zo belangrijk. Waar je traint en waar je als sporter groot gemaakt wordt lijkt mij veel relevanter als het om topsport gaat. Volgens mij hebben alle medaillewinnaars in grote steden getraind; immers, daar zijn de beste trainingsfaciliteiten, daar ook is de beste sportkennis en sportbegeleiding, daar is het grote publiek, daar zijn de sponsors. Sterker, alle grote sporters reizen over de wereld om hun krachten te meten in de beste stadions en zwembaden die zich alle in metropolen bevinden. Sport is een typisch grootstedelijk fenomeen. De gezondste leefomgeving is metropolitaan, niet dorps of landelijk. Het idee dat het platteland gezonder is dan de stad is oud en wordt in ons land gevoed door een hardnekkig minderwaardigheidsgevoel van plattelanders dat waarschijnlijk nooit helemaal zal verdwijnen. Is het elders beter? In Frankrijk werden de Franse medaillewinnaars toegezongen in hoofdstad Parijs, in Nederland gebeurde dat in Sauwerd, Lemmer en Den Bosch.

Tagged with:
 

Urban feel

On 20 juni 2012, in sport, by Zef Hemel

Gelezen in Volkskrant Magazine van 26 mei 2012:

Sportscholen opgelet, jullie krijgen concurrentie van de stad. Uit Volkskrant Magazine begrijp ik dat in steden als New York, Chicago en San Francisco de mensen op grote schaal de sportscholen verruilen voor de straat. Het is de nieuwste trend. De sporters combineren hardlopen met krachtoefeningen in de buitenlucht: door buizen kruipen, over wegversperringen springen, trappen oprennen, over auto’s klimmen. Mensen hebben inmiddels door dat je geen ingewikkelde apparaten nodig hebt om je lijf te trainen en dat de stad zelf daarvoor voldoende mogelijkheden biedt. Het blad ‘Men’s Health’ heeft daartoe de ‘Urbanathlon’ bedacht: een parcours van 12 kilometer hardlopen met veel obstakels onderweg. Het gaat om obstakels die horen bij de urban feel. “De Urbanathlon is al in meerdere wereldsteden populair.” In september wordt er een gehouden in Amsterdam.

Veelal rennen de sporters in groepjes. Het is geen duurprestatie. De oefeningen zijn ook leuk en komen meer overeen met natuurlijke bewegingen. Zoals: over banken springen, zigzaggen door een rijtje paaltjes, hangen in een fietsrek, rennen met zandzakken, over muurtjes klauteren, onder een hek doorkruipen. Met zulke oefeningen kom je uit bij de essentie van bewegen waar je ‘verbluffend fit’ van wordt. VK Magazine citeert Erica Bakker die tweemaal in de week de trainingen verricht: “We rennen dwars door Amsterdam en doen dingen waar ik zelf niet op zou komen. Op handen en voeten de tientallen trappen af kruipen bij het technologiemuseum Nemo bijvoorbeeld.” Het gaat allemaal weer een stap verder dan joggen. Mij lijkt het leukste ervan dat je met Urbanathlon de stedelijke ruimte op een totaal andere manier ervaart. Niet meer als dreiging of verstopping, maar als te nemen hindernis en geweldige uitdaging. Ongepolijst, pretentieloos, grappig, effectief. En je doet het met vrienden.

Tagged with: