Gehoord op Roeterseiland Campus, UvA, op 12 februari 2018:
De mode-industrie in Istanbul, aldus Jan Rath, is een miljarden-business. Maar de Turkse bouwindustrie is zo mogelijk nog groter. En wat te denken van toerisme en winkelen? Rath is hoogleraar Urban Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn specialisatie is etnisch ondernemerschap. Al meer dan 40 jaar frequenteert hij Istanbul. Zijn gastcollege over de Turkse megalopolis was onderdeel van het programma Cities in Transition voor bachelor studenten Urban Studies aan de UvA. Wij in het Westen denken nog altijd dat Turkije pre-modern is, maar dat is niet correct. Turkije, aldus Rath, is een zeer ondernemend land. De snelle groei van de metropool in het uiterste westen van het land begon rond 1950 en versnelde na 1980. Op dit moment leven er circa 15 miljoen mensen in Istanbul, maar de werkelijke omvang weten we niet. Waarschijnlijk is de stad veel groter. Rath probeerde de exponentiële groei van Istanbul te verklaren. De modernisatie van de landbouw die begon met Marshallgelden vanaf 1950, leidde tot de uitstoot van arbeidskrachten, waarvan er velen naar de stad aan de Bosporus trokken. Vanaf 1980 ontstond onder president Özal een nieuw soort economie. Die was open en export-gedreven. Globalisering van de Turkse economie trok opnieuw mensen uit het hele land; informele sloppenwijken werden gelegaliseerd, ondernemerschap werd gestilmuleerd. De laatste jaren raakt de stad overspoeld met vluchtelingen als gevolg van etnische conflicten in het oosten. Alleen al uit Syrië kwamen er meer dan drie miljoen. Hoe gaat dit verder?
Het tweede uur van het college ging over politiek. Over het succes van de AKP na 2003, de opkomst van de Turkse bouwindustrie, TOKI en de bouw van vele nieuwe gated communities, de aanleg van het nieuwe vliegveld in het noorden, de derde brug over de Bosporus, het nieuwe kanaal in het westen, Rath vertelde aanstekelijk over hoe de AKP door de groeiende Turkse middenklasse èn onderklasse wordt geassocieerd met sterke economische groei. En het is waar, “Erdogan really delivered!” In 2010 was Istanbul zowaar Culturele Hoofdstad van Europa. Maar daarna gaat het mis. In 2013 waren er rellen op het Taksimplein, waarop de president extreem gewelddadig reageerde. In 2016 volgde de verijdelde coup van vermeende Gülen-aanhangers. In 2017 won de president, zij het nipt, een referendum dat hem grote macht gaf. In 2019 zijn er nieuwe lokale verkiezingen. Erdogan, vermoedt Rath, wil het liefst aan de macht blijven tot en met 2023, het jaar waarin de Turkse republiek 100 jaar bestaat. Zijn droom, vermoedt Rath, is om onsterfelijk te worden en na zijn dood, net als Atatürk, bezongen worden vanwege al zijn grote openbare werken. Op dit moment is de inflatie opgelopen tot boven de 10 procent. Nog steeds is in Turkije de staat van beleg van kracht. Hoe lang zal Istanbul nog doorgroeien?
Gehoord van Hans Luiten op de Universiteit van Amsterdam op 13 februari:
Met name de geschiedenis van het twintigste eeuwse Istanbul, zoals verwoord door historicus Hans Luiten afgelopen maandag op de Universiteit van Amsterdam, bleek verhelderend. Na de vrijheidsstrijd die losbarstte na afloop van de Eerste Wereldoorlog transformeerde dictator, tevens vader des vaderlands Atatürk het moderne Turkije in een agrarisch land van overwegend dorpen. Boeren waren de Turken met het hoogste aanzien, niet stedelingen. Mensen werd zelfs verboden om naar het verre Istanbul te migreren; ze moesten op het platteland blijven wonen. Eind jaren dertig was Istanbul door de regering vrijwel opgegeven. Anders dan wat de Franse architect Le Corbusier de dictator midden jaren dertig suggereerde – het oude Istanbul als een museum bewaren en de rest afbreken en opnieuw in moderne stijl opbouwen –, koos Atatürk voor het plan van een andere Fransman, Henri Prost, die een aantal grote boulevards wilde aanleggen en daartoe delen van de binnenstad wilde afbreken. Echter, nog voordat zijn plan gereedkwam stierf Atatürk, in 1938.
Zijn naoorlogse opvolger Menderes koos in de Koude Oorlog voor de kant van de Verenigde Staten en wendde de Marshallgelden voor Turkije aan voor de modernisering van de landbouw, opnieuw niet voor de grote stad. De contouren van het plan-Prost werden alsnog gevolgd: brute doorbraken door de oude binnenstad. Ditmaal mochten de overbodig geworden landarbeiders wel naar Istanbul migreren. Vanaf de jaren ‘70 neemt deze toeloop van een straatarme plattelandsbevolking uit het oosten naar de verarmde en slecht onderhouden stad aan de Bosporus omvangrijke vormen aan. In de randen vormen zich uitgestrekte sloppenwijken, de zogenoemde gecekondu’s. Istanbul, dat op die toeloop totaal niet was berekend, groeit in korte tijd uit tot een metropool van liefst zes miljoen inwoners. Dertig jaar later is dit al gegroeid tot twintig miljoen, ze is een van de snelst groeiende steden op aarde. Deze beknopte geschiedenis toont opmerkelijke overeenkomsten met wat elders in de wereld in de twintigste eeuw gebeurde: platteland dat eerst door regeringen werd ontwikkeld ten koste van de stad. Dit gebeurde in de Sovjet Unie, in de Verenigde Staten en in alle Europese landen, Nederland niet uitgezonderd. Uiteindelijk won toch de metropool, ook al was er in de grote stad decennialang niet of nauwelijks geïnvesteerd. Nog altijd worstelen de grootste steden met een achterstand in infrastructurele investeringen. De afkeer van de metropool zit diep.
Gelezen in ‘Istanbul – Living in Voluntary and Involuntary Exclusion (2009):
De Turken leggen hun eigen hogesnelheidstreinennetwerk aan. Daar hebben ze Europa niet voor nodig. Tussen Ankara en Istanbul – een afstand van 533 kilometer – komt er een nieuw snelspoor; daar wordt nu aan gebouwd. Er zijn op dit moment liefst drie lijnen in aanleg. In 2013 ligt er 1500 kilometer snelspoor en in 2023 niet minder dan 4000 kilometer. Bob van der Zande en ik bezochten vorige week nog het centraal station van Istanbul. Het is negentiende eeuws en stamt nog uit de tijd van de Oriënt Expres. Veel stelt het niet voor. Even eerder stonden we op de Galata Toren in Beyoglu. Het uitzicht over de veertien miljoen inwoners tellende metropool in het felle ochtendlicht was verbluffend. Overal zagen we stad, vermengd met water: de Bosporus, de Zee van Marmara; achter ons de Zwarte Zee, voor ons de Middellandse Zee. Istanbul ligt aan een samenloop van vaarwegen tussen Europa en Azië. Overal varen schepen. Echter, een zeehaven zochten we tevergeefs. Vreemd vonden we dat.
In ‘Istanbul – Living in Voluntary and Involuntary Exclusion’ lees ik een interview met Hüseyin Kaptan, de oud-directeur van het Istanbul Metropolitan Planning Centre (IMP). Vorige week nog zat ik met hem aan tafel. Toen vergat ik hem de vraag te stellen: waarom heeft Istanbul eigenlijk geen zeehaven? In het interview geeft hij ongevraagd antwoord: “The only port city in the world without a railway is Istanbul. Ports in cities like Barcelona and Genua are 6/7 times bigger than Istanbul’s, and they’re all integrated with railways.” Vandaar. Kennelijk kun je een miljoenenstad aan zee bouwen zonder zeehaven. Voorwaarde is dan wel dat je geen spoorwegen aanlegt. Het nieuwe snelspoor zal geen goederen vervoeren. Dat heeft Istanbul ook helemaal niet nodig. De Turkse treinen vervoeren straks kennis.
reacties