Best bestuurde stad op aarde

On 4 september 2019, in benchmarks, bestuur, by Zef Hemel

Gelezen op CNN Travel op 29 augustus 2019:

Afbeeldingsresultaat voor safest cities in the world 2019 economist

Bron: Statista

U wilt gaan reizen? Naast uw favoriete top-drie van topattracties die u altijd al wilde bezoeken en de kwaliteit van de lokale keuken, speelt voor u vooral één ding: is het er wel veilig? Zo begon CNN Travel onlangs haar introductie van de nieuwste benchmark van wereldsteden, gerangschikt op mate van veiligheid. Sinds drie jaar wordt deze specifieke benchmark opgemaakt door The Economist Intelligence Unit te Londen. Zestig steden wordt doorgelicht op digitale veiligheid, gezondheidszorg en hygiëne, veiligheid van transport en persoonlijke veiligheid. Ook de veerkracht van steden wordt gemeten, dat wil zeggen hoe een stad weer opveert na een aanslag of ernstige tegenslag. In totaal worden 57 indicatoren betrokken. Veel vormen van veiligheid, schrijven de samenstellers, hangen sterk met elkaar samen. Eigenlijk gaat de index over hoe goed een stad wordt bestuurd. Al drie jaar staat megastad Tokio solide op plaats een. Japan in het algemeen doet het steevast goed. Dat verbaast niemand. De Japanse samenleving is in hoge mate geordend. Ze wordt op de voet gevolgd door Singapore. Ook dat is alleszins begrijpelijk, want iedereen weet hoe goed deze stad ruimtelijk wordt gepland. (En ja, zelfs op het weggooien van kauwgom staat daar een flinke boete). Nummer drie is Osaka, opnieuw Japan. Tot dusver is de lijst niet verbazingwekkend. Nee, de grote verrassing deze zomer betrof, naast de val van Hongkong, de nieuwkomer op plaats vier: Amsterdam. Niemand had dit ooit verwacht. Amsterdam?? Het grote nieuws ging afgelopen week als een lopend vuurtje de hele wereld over.

Amsterdam scoort beter dan Parijs of Londen, het keurige Wenen of het aangeharkte Kopenhagen. Hoe kan dat nou? Ik spitte het rapport er eens op na. Volgens de onderzoekers wordt Amsterdam inderdaad uitstekend gerund, alle instanties werken er goed samen, het gemeentebestuur doet het voortreffelijk, iedereen is alert en sterk toekomstgericht. Opmerkelijk is steeds de nadruk die in het rapport wordt gelegd op onderlinge samenwerking. Want veiligheid en veerkracht hangen sterk af van de wijze waarop instanties en bevolking met elkaar communiceren, elkaar willen begrijpen. Veiligheid organiseren noemt men een sociale activiteit, gevoed door een geëngageerde bevolking en een transparant bestuur, uitmondend in geïntegreerde gezamenlijke planning (integrated joint planning). Juist in planning munt Amsterdam uit. Amsterdam als het Europese Singapore. Een mooier compliment kan een wereldstad zich nauwelijks wensen. Is het Amsterdamse gemeentebestuur nu niet ongelooflijk trots en blij? Niets van gemerkt. Ergens las ik een reactie van een Amsterdamse burger: zo’n hoge score zal wel weer leiden tot een sterke toename van expats, migranten en, o jee, toeristen.

Tagged with:
 

Veiligheidsutopieën

On 11 mei 2016, in openbare ruimte, politiek, by Zef Hemel

Gehoord in de OBA te Amsterdam op 9 mei 2016:

 

Centrale vraagstelling van Marieke de Goede, hoogleraar Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, was: wat gebeurt er als overheden private bedrijven vragen om op te treden als quasi-politie in het bestrijden van misdaad, corruptie en terrorisme? De Goede sprak de derde Amsterdamlezing van dit jaar in het tijdelijke Paleis voor Volksvlijt aan de Oosterdokskade te Amsterdam, een serie lezingen van de Wibautleerstoel over de toekomst van Amsterdam, Europa en de wereld. Haar onderwerp: speculatieve veiligheid in Europa. Ze vertelde over 9/11, de bevindingen van de 9/11 Commission, allerlei nieuwe vormen van terrorisme en de EU-samenwerking die hierdoor een impuls heeft gekregen. In dit nieuwe veiligheidsbeleid wordt veel verantwoordelijkheid gelegd bij bedrijven: banken, vliegmaatschappijen, Twitter, Facebook. Zij moeten de overheid tijdig waarschuwen, wet- en regelgeving dwingt hen om uiterst alert te zijn. De richtlijnen buitelen zelfs over elkaar heen. Bedrijven investeren fors in zoek- en speuracties. Er ontstaat een ingewikkeld landschap, hele complexe regelgeving waarin de publieke ruimte steeds meer wordt afgebakend.

Het veiligheidsbeleid krijgt zelfs speculatieve trekken omdat overheden tegenwoordig voorbereid willen zijn op het onverwachte. Veiligheidsdiensten willen nieuwe vormen van terrorisme als het ware kunnen voorspellen. Vooral 9/11 heeft in dit opzicht veel betekend. Van preventie gaat het naar ‘preemption’, het willen ingrijpen nog voordat het kwaad is geschied. De Goede noemde dit ‘een nieuwe veiligheidsutopie’. Dit nieuwe toekomstgerichte veiligheidsdenken, vertelde ze, zet in op fantasievol omgaan met gegevens, op nieuwe vormen van scenarioplanning en zelfs oefeningen in de realiteit, daarnaast op het onderling verbinden van allerlei databestanden, waardoor alledaagse transacties ineens in de frontlinie komen te liggen. Hoe verhoudt het nastreven van deze utopie zich tot privacywetgeving en tot de vrijheid van meningsuiting van individuele burgers? De EU, vertelde De Goede, heeft op dit laatste altijd de nadruk gelegd, maar ze liet aan de hand van voorbeelden ook zien dat de Europese politici na elk incident verder opschuiven. Bedrijven en banken krijgen hierdoor steeds meer macht. In Groot-Brittannië heeft Barclays zelfs rekeningen ingetrokken van klanten omdat deze bedragen overmaakten naar Somalië. Wat moet je als burger wanneer je bankpas wordt ingetrokken? Kortom, onderzoek naar dit complexe en dynamische veiligheidslandschap is dringend geboden. Graag wilde ze weten of er ook bankiers waren in de zaal. Die waren er niet, helaas.

Tagged with:
 

Soft Bijlmer

On 12 juni 2015, in openbare ruimte, participatie, sociaal, by Zef Hemel

Heard in Amsterdam Southeast on 8 June 2015:

 

The fourth guest lecture in the urban planning studio on Paasheuvelweg, organized by the University of Amsterdam, was given by Augusto de Campos Neto. Augusto coordinates safety issues in the Southeast district of Amsterdam. His Bijlmermeer area, with a dominant Afro-Caribean population, has a bad reputation and is known as a criminal zone, because of its drugs traficking, its many day light robberies and street murders in the past. Nowadays the climate has changed, radically, though. There are no hotspots in the neighborhood anymore. The youth is using almost no drugs any longer. Nowadays you can move safely in any direction. De Campos Neto, who was born and raised in the neighborhood, stressed the importance of subjective safety feelings among the population, more than focussing on the police statistics, which do not really tell the truth. He insisted that influencing the personal safety feelings is preferable, more than getting more favorable statistics.

De Campos Neto advocated a more soft approach of fostering public participation, of listening to citizens and of supporting local initiatives, also of promoting positive news in the media. He didn’t think a ‘broken windows theory’ is key, even though cleaning public space on a continuous base might be very helpful. He stressed repetition and, more so, open communication. For sure, all the methods he promoted were communicative in a way. Nowadays, he stressed, the Bijlmermeer is one of the safest neighborhoods in Amsterdam. Can you imagine? Only some of the Bijlmer youth – which consists of a third of the population – still does some pickpocketing in shops or steals smart phones at festival grounds. Sometimes guns are used. De Campos Neto: "They are not criminals like those in Amsterdam South who do the murdering on purpose. They do it emotionally, in a rather stupid way." The students loved his speech. A soft approach like his may lead to better urban planning.

Tagged with:
 

Chiraq

On 29 januari 2014, in muziek, sociaal, by Zef Hemel

Gelezen in XXL Magazine van 22 januari 2014:

Vertelde ik trots dat ik eindelijk de recensie van ‘Planning Chicago’ (2013) van Bradford Hunt en DeVries af had, vroeg de Canadese planner Mitchell Reardon, bij me op bezoek, of ik ook over ‘Chiraq’ had geschreven. Pardon? Chiraq? Het blijkt te gaan om meest recente bijnaam van de ‘Windy City’. Chiraq, bedacht door rappers, staat over het hoge aantal moorden dat gepleegd wordt in Chicago – bijna even veel als in heel Irak: 4.265 moorden in Chicago tussen 2003 en 2011, 4.442 doden in Irak in dezelfde periode. De stad in het Middenwesten van de Verenigde Staten, voegde Mitchell eraan toe, heeft de allures van Bagdad, met zones waar het veilig is en grote delen waar het uiterst gevaarlijk en luguber kan zijn. Nee, daarvan hadden de twee wetenschappers van Roosevelt University in hun boek niet gerept. In XXL Magazine lees ik dat er sinds 7 januari twee documentaires rouleren over het fenomeen ‘Chiraq’. ‘Chiraq’ gaat over de achttienjarige Lil Jojo, een rapper die op straat werd vermoord nadat hij een video had geüpload. Een tweede documentaire, ‘’The Field’, gaat over ‘voilence, hip-hop and hope in Chicago’ . Beide moet ik zien.

Nu begrijp ik pas waarom Chicago bevolking verliest en waarom ook de Afrikaans-Amerikaanse bevolking de stad massaal de rug toekeert (achttien procent maar liefst vertrok). Terwijl het gerevitaliseerde centrum van het gesegregeerde Chicago (blanke) inwoners wint en de gebieden eromheen een proces van gentrification doormaken, lopen sommige (zwarte) buitenwijken domweg leeg. De stad telt 12.000 daklozen, en ook dat aantal groeit. Door de financiële crisis staat 40 procent van de zwarte huiseigenaren ‘onder water’. Wat concluderen Bradford Hunt en DeVries? “The gloomy data from the past decade imply that Chicago’s renaissance is incomplete and that the city’s population and job bases will continue to shift dramatically, as they have for the past 30 years. Was the global city built on sand? No, but the likelyhood remains high that a strong central area will eventually be surrounded by declining neighborhoods on the city’s fringes, creating a new set of planning problems.” De gemeente mist een ‘planning department’, dat nota bene in 2011 is wegbezuinigd.

Tagged with:
 

Freedom Man

On 22 december 2010, in openbare ruimte, politiek, by Zef Hemel

Gelezen in de Volkskrant van 18 september 2010:

De hele wereld registreerde afgelopen week de afwezigheid van de Chinese Nobelprijswinnaar voor de Vrede, Liu Xiaobo, bij de prijsuitreiking in Oslo. Het deed me denken aan een ander bericht in de krant. Hans Moleman is correspondent voor de Volkskrant in China. Zelf woont hij in Shanghai. Onlangs berichtte hij over de enorme hoeveelheid camera’s die overal in de openbare ruimte werden opgehangen. Alleen al in zijn eigen ‘brave middenstandswijkje’ aan de westkant van de Chinese metropool zijn er onlangs tientallen geïnstalleerd, “op hoge palen, voor poorten, op kruispunten, bij toegangswegen.” Het begon, schrijft hij, in de aanloop naar de Olympische Spelen in Peking. Sindsdien kunnen de autoriteiten er geen genoeg van krijgen. In Urumqi, de hoofdstad van de opstandige provincie Xinjiang in het verre westen van China, zitten de camera’s zelfs in bussen, taxi’s, voor winkelcentra, moskeeën, scholen, universiteiten, op pleinen, markten en bij de tolpoorten van snelwegen. Ook in afgelegen dorpen staan tegenwoordig op hoge palen camera’s iedereen te bespieden. Je hond uitlaten, bezoek op de thee krijgen, een boodschap in de winkel doen, het wordt vanaf nu overal geregistreerd. Peking houdt iedereen stevig in de gaten.

Moleman las in de staatsmedia dat er alleen al het afgelopen jaar 2,75 miljoen digitale camera’s in het Middenrijk zijn geplaatst. “China geeft dit jaar bijna zestig miljard euro uit aan de binnenlandse veiligheid, een kwart meer dan twee jaar geleden. De uitgaven voor de politie en haar uitrusting – zoals al die camera’s – groeien daarmee geleidelijk toe naar wat Peking kwijt is aan het leger.” Het bericht deed me denken aan The Shock Doctrine (2007) van Naomi Klein. Ze spreekt van ‘shocking times’. Erger, ze heeft het over ‘’The Rise of the Disaster Capitalism Complex.’ Die camera’s, ze passen in een wereldwijde ontwikkeling die het neoliberale gedachtegoed met straffe hand aan iedere burger opdringt: Freedom Man. Ze zag een opvallende parallel tussen het autoritaire Chinese communisme en het kapitalisme van de Chicago School: “a shared willingness to disappear opponents, to blank the slate of all resistance and begin anew.” Lang leve het Ministerie van Veiligheid.

Tagged with:
 

Green Zone

On 5 april 2010, in stedenbouw, by Zef Hemel
Gelezen in de Volkskrant van 9 maart 2010:
 
Het nieuwe Internationaal Stafhof in Den Haag wordt een van de zwaarst beveiligde gebouwen van Nederland. Dat lees ik in de Volkskrant. Zelfs de zitbanken in het omringende duinlandschap zijn door de Deense architecten ontworpen op veiligheid; ze verhinderen een aanval op het gebouw met vrachtwagens. De zes torens van het ICC komen op de plaats van de Alexanderkazerne en zullen worden omringd door een slotgracht. De entreetrappen, neerwaarts lopend, zijn pas bereikbaar na passage van de beveiliging aan de overzijde van het water. Er komen 1200 mensen te werken. De Haagse wethouder Norder vergeleek het complex met het Vredespaleis. Ook al zo’n Haags gebouw dat zijn naam eer aan doet. Het ligt verscholen achter hoog hekwerk.
 
Het ICC maakt deel uit van de zogenaamde Internationale Zone. Die Zone beslaat een groot deel van Den Haag aan Scheveningse zijde. Het Vredespaleis valt erbuiten. Je rijdt het gebied binnen na het passeren van de nieuwe Hubertustunnel. Ik reed er vorige week toevallig doorheen. Ineens doemt een gebied op dat wordt gedomineerd door hekwerk en camera’s op masten. Op de daken van de gebouwen rond het Haags Congrescentrum staan grote witte schotels. Overal zie je witte cabines met politiepersoneel. Ambassades en andere zwaar bewaakte gebouwen maken deel uit van de Internationale Zone. Elk wordt omgeven door hoog hekwerk en, alweer, beveiligingscamera’s. Ook het zwaar bewaakte Catshuis valt binnen de zone. De zogenaamde Internationale Zone van Den Haag deed me sterk denken aan Bagdad’s Green Zone. Hoe die werkt, kunnen we lezen in ‘The Shock Doctrine’ van Naomi Klein: extreem beveiligd want permanent bedreigd. Het voelt alsof Den Haag met behulp van buitenlandse contractors in een oorlogssituatie moet worden verdedigd tegen internationaal gevaar. Niet iets om je prettig bij te voelen.
Tagged with:
 

Safe

On 29 december 2009, in boeken, stedelijkheid, by Zef Hemel

Gelezen in ‘Twenty minutes in Manhattan’ (2009) van Michael Sorkin:

Sorkin’s studio lag aan Hudson Street. In 1989 was hij erin getrokken. Het betrof een loftachtige ruimte in een voormalige fabriek. Vier jaar geleden verliet hij het pand. Reden: gentrificatie. De huren stegen naar astronomische hoogten. Maar niet alleen dat. Nauwgezet beschrijft hij hoe de huisbaas geld rook en hoe hij een deel van zijn pand opknapte, tot appartementen verbouwde, vervolgens leeg liet staan in afwachting van steenrijke kopers, terwijl hij het oude deel met de kantoren eenvoudig aan zijn lot overliet. Maar er is meer dat hem dwars zit. Sorkin ergert zich bijvoorbeeld aan de vlag die de huisbaas aan de gevel hangt wanneer de Amerikaanse troepen door Manhattan marcheren na terugkomst uit de Golfoorlog. Hij bedenkt wat die troepen zouden kunnen betekenen wanneer ze doormarcheerden naar Queens of de Bronx, om daar de stad op de knappen. Of, nog beter, wanneer ze op hun bases elders in Amerika nieuwe steden zouden bouwen. Dat zou wat zijn. "As should also be clear by now, I am a firm believer in the project of building new cities, the only reasonable antidote to the Scylla and Charybdis of sprawl and mega-cities, the dysfunctional twin morphologies of contemporary urbanism." Die steden zouden zelfvoorzienend moeten kunnen zijn, denkt hij. In een politieke situatie van fragiele natiestaten en machtige multinationals zouden dergelijke steden betekenisvol kunnen zijn en in het streven naar globale duurzaamheid de beste schaal van werken. "By this calculus, cities, increasingly important frameworks for the excercise of democracy, become the logical increment for taking environmental responsibility."

Pas nu, op het eind van het boek, beschrijft Sorkin de gevolgen van 9/11. Rond Hudson Street waren die direct merkbaar. Zijn nieuwe buurt, acht blokken noordelijker, ondergaat eveneens de invloed ervan. Ze ontwikkelt zich in zijn ogen tot een "a museum of the architectures of constraint." Vooral het reusachtige Federal Building schijnt volgestouwd te zijn met geheime diensten. Overal staan camera’s en witte auto’s van de Homeland Security Police. Algemener, een korte wandeling door de buurt doet je versteld staan van het aantal camera’s die je begluren. En dan gaat het niet alleen om de straten en de pleinen, maar ook de lobbies, de liften en de corridors. Niet alleen in New York, maar ook in Chicago en Londen begint dit verschijnsel normaal te worden. De Chinese miljoenenstad Shenzen, waar iedere burger verplicht is een identiteitskaart te dragen die GPS-gevoelig is, wijst de weg naar totale controle over de bewegingen van ieder individu. "This question, at the core of every free citizen’s anxiety about the new ‘homeland security’ regime, is exactly how big Big Brother actually is."

Ook de nieuwe architectuur begint angst uit te stralen. Gepantserd glad is bijvoorbeeld populair geworden. Vreemd hoe mensen zich veilig wanen achter glas en tegelijk hun hele hebben en houden en zichzelf willen tonen, terwijl er geen raam meer open kan. "If safety is identified with panoptic transparancy, self-exposure is a medium for reducing risk. More and more of daily life is governed by the management and manipulation of fear." Het maakt Sorkin zenuwachtig. Maar erger nog vindt hij het dat alleen de rijken het zich kunnen veroorloven. Dat bleek bij Hurricane Katrina, waar Sorkin met studenten aan het werk toog om te helpen bij de wederopbouw. Als de nieuwe veiligheidseisen daar aan de Golfkust worden doorgevoerd, zullen de armen uit de kuststreken worden verdreven. Dan wordt de kust van Louisiana een stukje lower Manhattan, "defined by a lavish, overscaled, architecture of self-protection and marked by unassailable exclusivity, by habitable, hurricane-proof, high-rise work of art."

Tagged with:
 

Zombies

On 22 december 2009, in boeken, openbare ruimte, by Zef Hemel

Gelezen in ‘Twenty minutes in Manhattan’ (2009) van Michael Sorkin:

Washington Square is een drukbezocht park. Dat is niet zo gek, want Lower Manhattan is niet gezegend met veel groen, per inwoner zelfs minder dan de helft van Queens, de Bronx en Booklyn en een achtste van Staten Island. Gek wordt Sorkin dan ook van het feit dat het park regelmatig wordt afgesloten vanwege filmopnamen. En gefilmd wordt er! Vergunningen worden moeiteloos verstrekt omdat de filmindustrie goed zou zijn voor de economie van de stad. Tijdens de opnamen van ‘I am Legend’ was het park zelfs het toneel van aanvallen van zombies op het huis van hoofdpersoon Smith dat grensde aan het park. De opnamen namen weken in beslag. Zeker, het was een attractie. "People came from all over town to photograph zombie bodies hanging from trees and the phalanx of burnt-out cars surrounding the park." Maar in een stad die amper 9/11 en AIDS-aanvallen achter de rug heeft, was het een smakeloze vertoning, vond Sorkin. Het ergste was dat het park wekenlang afgesloten was.

Hetgeen Sorkin brengt op het onderwerp van de publieke ruimte: hoe publiek is publiek? En wie gaat daarover? Het voorbeeld van de discussie over een kunstwerk van Richard Serra elders in Lower Manhattan, genaamd ‘Tilted Arc’, midden jaren ’80, doet hem concluderen dat discussies over de openbare ruimte in New York zelden gaan over het gebruik van die ruimte, laat staan over de kwaliteit van de stedenbouw, maar zich meestal beperken tot het enge domein van persoonlijke smaakvoorkeuren. Dat de Serra uiteindelijk verwijderd werd kan Sorkin wel begrijpen – "public space must be judged by the way in which it advances the idea of public use by a public that is increasingly multiple" -, maar het afsluiten van Washington Square pertinent niet.

In deze context plaatst hij de verhitte discussies over de herinrichting van het park. Dat er iets moet gebeuren begrijpt hij wel. Maar wat er de afgelopen jaren feitelijk is gebeurd bevalt hem absoluut niet. Hij plaatst de geneurtenissen in een historische context. Dan wordt duidelijk dat Wahington Square permanent is heringericht en dat er voortdurend heftige discussies over dit kleine stukje groen in de Village zijn gevoerd, bijvoorbeeld over het doortrekken van een weg dwars door het park, over het plaatsen van hekwerk rond het park, over het weghalen van de fontein. En op dit moment? "For some years now, the park has been surrounded by police video cameras and the well-established panoptic regime is certain to remain, empowered by its demonstrable success in curbing drug traffic as well as by the general post 9/11 willingness of citizens to be everywhere surveilled."

Het brengt hem tot de overpeinzing dat uitzonderingen op de regel, zoals Washington Square, de stad pas maken tot wat hij is. In hoeverre laat de stedelijke overheid uitzonderingen op haar strenge regels toe? In dat licht plaatst hij het huidige laissez-faire beleid van Michael Bloomberg cs. dat ogenschijnlijk variatie toelaat, maar het tegendeel doet. Ze brengt volgens Sorkin slechts uniformiteit van de meest banale soort: nòg meer wolkenkrabbers.

Tagged with: