Wibaut-jaar

On 3 december 2008, in geschiedenis, by Zef Hemel

Gelezen in Geschiedenis van Amsterdam. Tweestrijd om de hoofdstad 1900-2000 (2007):

In 1923 vierde Nederland het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina. Dat vond plaats in Amsterdam. Ter gelegenheid daarvan verscheen een publicatie over de "enorme ontwikkeling van Amsterdam in de laatste kwarteeuw in vrijwel elk opzicht." Twee jaar later, in 1925, vierde de hoofdstad haar 650-jarig bestaan met twee grote tentoonstellingen: in het Rijksmuseum over de geschiedenis van de stad tot 1795, in het Stedelijk Museum over de periode 1795-1914. Daartussenin, in 1924, organiseerde het Nederlands Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw het Internationale Stedenbouw Congres in Amsterdam. Dat congres, gehouden in het Stedelijk Museum, ging over de toekomst van de toenmalige metropolen in de wereld: New York, Chicago, Londen, Keulen, het Ruhrgebied. Sprekers waren Martin Wagner uit Berlijn, Raymond Unwin en Patrick Ackercrombie uit Londen, Thomas Adams uit New York, Fritz Schumacher uit Keulen, Jacques Gréber uit Parijs, Henry Hubbard uit Chicago. Het werd een enorm succes. Heel bestuurlijk Nederland toog naar dit congres. De uitleg van Amsterdam werd er ten tonele gevoerd als de belangrijkste stedenbouwkundige opgave van dat moment in ons land.

In alle drie de gevallen was Floor Wibaut aanstichter en centrale figuur. Wibaut was op dat moment al meer dan tien jaar wethouder. Het ging goed met Amsterdam, de stad groeide onstuimig in de delen die door Berlage waren ontworpen, in elk opzicht ontwikkelde de stad zich voorspoedig. In die jaren werden de voorbereidingen getroffen voor de oprichting van de Stedenbouwkundige Dienst bij Publieke Werken van Amsterdam. Amper drie jaar na de viering van het 650-jarig bestaan was deze een feit: de Afdeling Stadsontwikkeling, tegenwoordig Dienst Ruimtelijke Ordening, met aan het hoofd L.S.P. Scheffer, betrok de zolder van het stadhuis. Inmiddels is deze dienst precies 80 jaar oud. Met dank aan Wibaut.

Volgend jaar, in 2009, is het honderdvijftig jaar geleden dat Wibaut werd geboren. Tijd voor een eerbetoon. Tijd voor weer een Internationaal Stedenbouw Congres. Over metropolen.

Tagged with:
 

Wibaut, Keppler, Berlage, De Klerk

On 2 januari 2008, in geschiedenis, stedenbouw, by Zef Hemel

Gelezen in Nederland 1913. Een reconstructie van het culturele leven (1988) van J. de Vries (red.):

Na de vroegtijdige dood van Samuel Sarphati werd Amsterdam eindelijk wakker uit een lange winderslaap. Het zou echter nog vijftig jaar duren voordat dit leidde tot grootse stadsontwikkeling: dat gebeurde eerst vanaf 1914, het begin van de Great War. Toen trad Wibaut aan als wethouder. Maar het was niet alleen deze geweldige visionaire politicus die ertoe deed. Het was de gouden combinatie, de unieke ‘window of oppurtunity’, het Grote Samenvallen in de Tijd van Wibaut als wethouder Volkshuisvesting, Arie Keppler als directeur van de gemeentelijke Woningdienst, Hendrik Berlage als stedenbouwer en Michel de Klerk als buitengewoon getalenteerde jonge architect. Door het samenvallen van al deze werkzame personen in de periode die begint in 1914 en die een kleine tien jaar later alweer eindigt wanneer De Klerk vroegtijdig komt te overlijden, gebeuren er grootse dingen in Amsterdam: de planmatige uitleg van Amsterdam-Zuid en de Spaarndammerbuurt.

In een van zijn allerbeste artikelen beschrijft historicus Vincent van Rossem dit onwaarschijnlijke samenvallen van persoonlijk talent, macht en inzicht in de bundel opstellen die eind jaren tachtig van de twintigste eeuw werd uitgegeven ter gelegenheid van het vijfenzeventigjarig bestaan van het Haarlemse Frans Halsmuseum. In ‘Architectuur en stad in 1913: de overstap van bouwkunst naar stedebouw’ valt heel nauwkeurig te lezen hoe dit al talent wordt opgebouwd en hoe dit in de tijd, bijna toevallig, ineens samenvalt. Wat een wonder! Wat een spannend filmscript! Wat een bijzonder treffen!

Inmiddels zijn we alweer tachtig jaar verder. Hoe vergaat het Amsterdam? Is er een nieuwe Wibaut opgestaan? Waar is de nieuwe Berlage? Is er al een visionaire directeur Stadsontwikkeling? En wie is het grote architectonische talent? Of moeten we nog wachten op de volgende ‘window of opportunity’? Zo maar wat vragen aan het begin van het nieuwe jaar.

Tagged with: