Terugkeer in de wereld

Afgelopen week heb ik Li An Phoa ontmoet. We spraken af in het café onder de Berlagebrug, met zicht op de Amstel. Li An wandelt ook, en al veel langer dan ik. Door te lopen vestigt ze als ecoloog de aandacht op drinkbare rivieren. Daarom loopt ze telkens door het stroomdal van een rivier, vanaf de bron tot aan de monding. Iedereen die ze op haar voettocht tegenkomt beschouwt ze als lid van de rivierfamilie. Tijdens haar trektocht langs de Maas kwam ze erachter: mensen langs de rivier die haar volgden en haar berichtjes stuurden om haar te waarschuwen of te helpen, ze leken wel een familie. Haar wandeltochten als methode, vertelde ze me, heeft ze intuïtief, stap voor stap, ontwikkeld. In 2021 schreven zij en Maarten van der Schaaf er een boek over: Drinkbare rivieren. Ik kreeg van haar een exemplaar. Ik las het. Onderweg ontmoet ze mensen, ervaart ze de rivier, meet ze de waterkwaliteit en leert ze. Wat ze de rivier teruggeeft is mensen aansporen tot actie. Haar doel is heel concreet: rivierwater weer drinkbaar maken. Met haar wandelingen trekt ze veel publiciteit. Het is ook allemaal zeer begrijpelijk wat ze doet, niet technisch, eerder avontuurlijk. Vooral de lokale pers volgt haar, waardoor ze veel mensen in het gebied bereikt. Over haar Maasavontuur maakte Thom Verheul trouwens een documentaire. Ook dat bleek een spontane reactie op wat Li An met haar wandelen deed. Daarna volgde de IJssel. Nu vraagt men haar ook te wandelen langs de Drentsche Aa.

Wordt ze niet moedeloos na alles wat ze op haar tochten heeft gezien en gehoord? Ja even. Want helemaal op het eind van haar boek, als ze Noord-Frankrijk en België heeft doorkruist, verzucht ze als ze hoort over het afvalwater van Chemelot en hoe minister Schulz van Haegen doodleuk normen terzijde schoof: “Alles lijkt verdomme te draaien om groei en winst, zelfs als het onze gezondheid schaadt en het voortbestaan van al het leven in en om de rivier bedreigt. Waarom staat ons maatschappelijk kompas toch zo hardnekkig afgesteld op economische groei?” Maar de volgende bladzijde steekt ze alweer de loftrompet over het initiatief van de Limburgse Voedselbosbrigade om overal kleine voedselbossen te planten. Eetbare bossen en drinkbare rivieren, stelt ze nu, horen bij elkaar. Opgewekt probeert ze het maatschappelijke kompas in de juiste richting te bewegen – want dat is wat ze met haar wandelen doet. Ten slotte is ze bijna aanbeland in de dichtbevolkte delta waar ze overigens zelf vandaan komt. Met een kano vaart ze door de laatste wildernis van de Randstad: de Biesbosch. Als ze onder een viaduct doorvaart waarop een lange file vrachtwagens moeizaam voortbeweegt, ziet ze de Haringvlietsluizen in de verte en zucht ze nog één keer diep: “het voelt alsof ik vanuit het paradijs terugkeer in de wereld.”


Posted

in

, ,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *