Theo Quené 1930-2011

Gelezen in ‘Een vreemde eend’ (2002) van Herman Vuijsje:

Afgelopen weekeinde overleed alweer een grote naam uit de Nederlandse ruimtelijke ordening. Theo Quené was directeur-generaal van de ruimtelijke ordening in de roemruchte jaren zestig van de twintigste eeuw. Zijn naam wordt door kenners direct in verband gebracht met de legendarische Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening in Nederland (1966). Die zou hij grotendeels zelf hebben geschreven. Ooit vertelde hij mij dat hij als jonge plaatsvervangend directeur-generaal direct na aantreden belast werd met het regelen van een nieuwe nota ruimtelijke ordening. Daartoe kon hij vrijelijk mensen aannemen en de organisatie aanpassen aan het ene doel. Herman Vuijsje schrijft in het gedenkboek bij de opheffing van de Rijksplanologische Dienst in 2002 hierover: “Hij (Quené, ZH) had de leiding over de hele operatie en schreef zelf grote delen van de nota. Dat was trouwens nodig ook, want de echte ‘scheppers’ ervan, Eo Wijers en Götz Nassuth, konden wel denken maar niet schrijven.” Quené: “Die kwamen bij me en dan lieten ze me kaarten zien en schetsen, en dan praatten ze. Maar opschrijven, en daarbij ook nog rekening houden met maatschappelijke punten, dat konden ze niet. Daar waren ze ongelukkig van. Ik heb heel lang geluisterd en dagen geschreven, en dan terug: is dit wat we bedoelen? Ik kreeg vaak de reactie: ja, of zelfs: goh, wat leuk dat we dat bedoeld hebben! Zo heb ik naar heel veel mensen uit de dienst in eindeloze gesprekken geluisterd.”

Voor de cultuurtechnicus Quené was de ruimtelijke ordening een nieuw vak. Hij betrad het terrein toen het op nationaal niveau nog moest worden uitgevonden. Zijn Tweede Nota was een regelrechte triomf. Maar de tragiek ervan school in de afloop. Amper een maand na vaststelling van de nota vervoegde Shell Chemie zich bij het Ministerie van Economische Zaken met het verzoek een raffinaderij te mogen bouwen buiten Rotterdam, aan het Hollands Diep, nabij Moerdijk. Reden: het rumoerige Rotterdam, waar stakingen de pertochemie aan de lopende band platlegden, moest worden vermeden. Het verzoek was een regelrechte inbreuk op het amper vastgestelde ruimtelijke beleid, dat de centrale open ruimte inclusief het natuurgebied De Biesbosch wilde beschermen. Twee jaar later besloot het kabinet de vergunning te verlenen. Een journalist smeet die avond op TV een exemplaar van de Tweede Nota in het Hollands Diep. Quené: “De Moerdijk was onze eerste nederlaag. Voor mij persoonlijk was het een geweldig verlies, waarbij ik me nooit echt heb kunnen neerleggen. De Moerdijk is een scherf in mijn hart geweest.” Op diezelfde Moerdijk brandde afgelopen winter, net als in mei 2009, nog een geweldige brand in een chemiecomplex. Wat zal Theo Quené toen hebben gedacht? We kunnen het hem niet meer vragen.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *