Totale vrijheid

Besproken op vrijdag 27 februari 2009:

De eerste grote bespreking van de ontwerpen van de negen teams voor de Rotterdamse architectuurbiënnale vond vrijdag plaats aan het IJ. Schitterend uitzicht vanaf zes hoog over de bocht van de rivier. s’Middags trok het dicht; er verscheen een vette mist over het water, die het oog onttrok aan de gebouwen. Af en toe dook er een schip op, meest gevuld met zwarte steenkool, op weg naar het Ruhrgebied. We lieten ons niet afleiden. Op het Rotterdamse bureau ZUS na, was iedereen er. Nu goed, Matthis Güller liet zich vervangen, omdat hij naar Frankfurt moest. Ronald Rietveld begon. Hij was boos. Op de stad. We bespraken zijn woede. Zeker, woede heeft een scheppende kracht, maar het uiten van woede schrikt mensen af. Je vervreemdt ze van je. Natuurlijk, je hebt de vrijheid om boos te zijn. Maar het leidt tot niets. De ander voelt juist geen vrijheid. Mag je dat doen?

Onduidelijk was MUST. Wat willen ze? Een onderzeeboot in de Amstel? Is dat vrijheid? (een onderzeeboot! sic!) En tegelijk het Rotterdamse Schouwburgplein aan de Amsteloever, ter hoogte van de Zuidelijke Wandelweg? Lijkt me nogal tegenstrijdig. Wadlopen in de Amstelscheg? Tsja. Schitterende beelden waren het, zeker. Maar het doel was niet scherp. Typische voorbeelden van snel ontwerperswerk dat alles uit de beschikbare technologie haalt, maar dat arm is aan inhoud. Een conceptueel gebaar, een grap, zoals je zoveel zag in de jaren negentig. Toen kwam Arjan Klok. Hij zette me volkomen op het verkeerde been. Ik dacht eerst dat hij cynisch was. Hij deed voorkomen alsof hij leverde wat de opdrachtgever hem vroeg. En als dat rommel was, dan kreeg je rommel. Postmoderne rommel wel te verstaan, want hij mixte alles door elkaar. Maar allengs begreep ik beter dat hij volkomen integer bezig was geweest en op geheel eigen wijze inhoud gaf aan het begrip vrijheid. Alle verzoeken probeerde hij serieus in te willigen en hij liet zien waar dat toe leidde: geen rommel, maar een fascinerend landschap. In de strook van Amstel I, II en III was ongelooflijk veel mogelijk. Wat een vrijheidsgraden! Ik werd helemaal blij.

Schitterend was ook de voordracht van B+B. Hun sprookjesbos aan de Sloterplas op zichzelf was al hilarisch, maar het hele idee van sprookjes en dromen als uitingen van vrijheid trof me. Dat was niet hilarisch meer, dat was heel ernstig. Ontroering die ik voelde opborrelen, lachte ik weg. Zo gaat dat meestal. En toen Karres en Brands over de Oostelijke Eilanden. Dat hele idee dat Ayaan Hirshi Ali, vanwege de bedreigingen, lange tijd in het marinecomplex in het hart van Amsterdam zat opgesloten, het is een magistrale inzet voor de Vrijstaat als thema. Kloosters en andere ommuurde complexen zijn dubbelzinnig. Ze zijn niet open, maar ze kunnen gebruikt worden om mensen te beschermen tegen een boze buitenwereld. Dan zijn ze toch weer waardevol voor de Vrijstaat.

Ten slotte de oppositie van vrijwel alle ontwerpers tegen hun opdrachtgever. Ze wilden niet gedwongen worden om maquettes te leveren op een schaal 1:1.000. De een wilde een film maken, de ander weer iets anders. Hier was volgens hen sprake van een opdrachtgever die de vrijheid van de ontwerper beknot. Ik verweerde me. Het is de enige eis die we stellen, zei ik. Voor de rest zijn jullie helemaal vrij. Het volk bleef morren. Toen vroeg ik: "Willen jullie de totale vrijheid?" Eerst toen bedaarde het.  Er bestaat geen vrijheid zonder grenzen. Tenzij je een autonoom kunstenaar wilt zijn. Maar als je iets voor de samenleving wilt doen en je wilt dat samen met anderen doen, dan moet je enige inperking van de vrijheid accepteren. Ik dacht dat stedenbouwkundigen dat wel wisten. Maar ik had me vergist.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *