Ze heten vier scenario’s voor de inrichting van Nederland in 2050 en ze zijn gemaakt door het Planbureau voor de Leefomgeving in Den Haag. Ze werden eind maart aan minister Hugo de Jonge aangeboden, die er zijn nieuwe Nota Ruimte op zal baseren. Het zijn beleidsscenario’s, dus ze zijn normatief, zeg maar gerust politiek, ze geven aan de beleidsmakers keuzemogelijkheden – ‘oplossingsrichtingen’ -, nee ze bieden “een rijk palet” aan ruimtelijke opties. Maar op exogene ontwikkelingen reageren ze nauwelijks of niet – dan beperkt de keuze zich tot iets meer of iets minder. Daarmee zijn het geen echte scenario’s van ruimtelijke ontwikkelingen die ons tussen nu en 2050 kunnen overvallen of verrassen en waarbinnen we met ons kleine landje telkens positie zullen moeten bepalen. Dat zou pas interessant zijn, want de wereld is anno 2023 buitengewoon onrustig en het ziet er niet best uit. Maar de scenario’s suggereren controle en soevereiniteit in Den Haag. Van Europa is opvallend genoeg ook geen sprake. Ze geven daarmee een mooi kijkje in de Haagse beleidskeuken. Dus de vraag is: wat wordt daar zoal bereid? Ik las over Mondiaal Ondernemend, Snelle Wereld, Groen Land en Regionaal Geworteld en probeerde me de vier verschillende koninkrijken voor te stellen. De oefening deed me denken aan Palet, Stedenland, Parklandschap en Stromenland, de vier toekomstscenario’s van de Rijksplanologische Dienst uit 1996. Destijds was aan elk ministerie een eigen beleidsscenario toebedeeld, nu zijn het de belangrijkste politieke partijen.
Wat me vooral verbaasde zijn de vier opties voor verstedelijking van Nederland. In Mondiaal Ondernemend groeit vooral een zogenoemde Middenstad, dat is een krans van steden “als renpaard van de Nederlandse economie”, met Randstad, Brabant, Gelderse en Overijsselse steden aaneengesmeed. Het andere uiterste is Regionaal Geworteld, waar de verstedelijking sterk gespreid is over het hele land en overal kleinschalige uitbreidingen zijn toegestaan. In de andere twee scenario’s wordt de verstedelijking zoveel mogelijk geconcentreerd rond vervoersknooppunten (Groen Land) of juist heel diffuus, op flinke afstand van het Westen (Snelle Wereld) want iedereen werkt hier digitaal. Dat zijn dus de verstedelijkingsopties waaruit de minister het komende jaar zal gaan kiezen. Maar waar zijn de grote steden gebleven? Nergens valt meer het woord metropolitaan. En hoe directief zal een CDA-minister zijn? Ondertussen steggelt de Kamer over haar eigen Ladder van Duurzame Verstedelijking. Als die ook nog eens wordt afgeschaft, gok ik op Mondiaal Ondernemend met een vleugje Groen Land. Dat wordt dan onze toekomst, althans tot 2050. En het Noorden? Alleen een Lelylijn in Mondiaal Ondernemend.
Geef een reactie