Volop kansen

Gelezen in ‘Metropoolvorming: kansen en opgaven’ (2015):

 delft metropoolregio_verplaatsingen_2.jpg

Onlangs verschenen ‘reflecties uit de wetenschap’ op metropoolvorming in de Zuidvleugel van de Randstad. In navolging van Amsterdam noemt dit stedelijk netwerk zich tegenwoordig ook ‘Metropoolregio’. In werkelijkheid gaat het om twee steden: Rotterdam en Den Haag, die decennialang met de rug naar elkaar toe stonden. Op verzoek van de beide burgemeesters schreven vijf economen en economisch-geografen essays over de economie van het gebied. De interessantste is die van Walter Manshanden, onderzoeker bij TNO. Zijn uitgangspunt is het gebrek aan agglomeratiekracht in het stedennetwerk. Het Bruto Regionaal Product (BRP) per hoofd van de bevolking is in de Zuidvleugel even laag als in de rest van Nederland. Ook het aandeel hoogopgeleiden is er laag en de arbeidsparticipatie gering. Bovendien is de kwaliteit van leven niet op orde en kampt het gebied met ernstige luchtvervuiling. Zelfs de economie groeit er trager. De afstand tot Amsterdam neemt verder toe. Weliswaar is het BRP in absolute waarde iets toegenomen, maar minder dan de rest van Nederland. “De schaal van dit gebied heeft dus blijkbaar geen positieve invloed op het brp of het opleidingsniveau.” Anders gezegd, de metropoolregio Rotterdam-Den Haag functioneert niet goed, profiteert niet van agglomeratievoordelen en biedt als ‘metropool’ geen economisch voordeel.

Wat beveelt Manshanden de bestuurders aan? Ze zouden zich minder met de bestaande economische sectoren moeten identificeren en zich veel meer op publieke voorzieningen moeten richten: schone lucht, parken, rechtspraak, landschap, onderwijs. Bovendien constateert hij dat alle bestuurlijke aandacht sectoraal gericht is, reagerend op economische lobby’s van het lokale bedrijfsleven. Met zijn topsectorenbeleid verergert de rijksoverheid nog deze situatie. In de Zuidvleugel is daardoor te weinig concurrentie. Manshanden spreekt van marktfalen. Hij beveelt aan om maatschappelijke vraagstukken (welvaart, veiligheid, leefmilieu) als uitgangspunt te nemen en het regionale bedrijfsleven daarvoor te interesseren. Deze maatschappelijke opgaven zouden voldoende scope moeten hebben om effectief te kunnen zijn. Dus geen iconen meer bouwen, geen overheidsgeld meer naar bestaande sectoren, in plaats daarvan buiten de regionale lobby’s durven treden. Wat schrijven de twee burgemeesters in hun antwoord? “Deze reflectie vanuit de wetenschap overtuigt ons ervan dat er volop kansen liggen voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, en ook dat de vrijwillige krachtenbundeling van 24 gemeenten, ook met de provincie, daarbij een onderscheidende rol kan spelen.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *