Gelezen in ‘White City, Black City’ (2015) van Sharon Rotbard:
Tel Aviv is booming. Haar groeicijfers zijn indrukwekkend. Niet alleen langs de kust, maar ook landinwaarts worden in hoog tempo nieuwe torens gebouwd. De stad werkt als een magneet op hippe techies, de benaming van Israël als een ‘Start-Up Nation’ heeft ook alles met de geavanceerde economie van Tel Aviv te maken, na Jeruzalem de grootste stad van het land. En geef toe, de condities zijn er gunstig: een metropool van drie miljoen inwoners in een laagvlakte aan zee, in een warm en droog klimaat, op het grensvlak tussen Europa, Afrika en Azië, met de beste technische universiteiten en een hoogopgeleide bevolking die goed Engels spreekt, culinair van hoogstaand niveau, waar in het algemeen een kosmopolitische leefstijl domineert, en alles is op de wereldeconomie georiënteerd. Tegelijk ligt de stad in een geïsoleerde positie. Rond Israël zijn overal muren gebouwd, grensposten moeten voortdurend worden gepasseerd. Op vliegveld Ben Gurion is de bewaking zelfs extreem. Boven het gebied beschermt een ‘Iron Dome’ defensiesysteem de stedelijke regio tegen aanvallen van buiten. De rest van het land kijkt met argusogen naar Tel Aviv, dat het zowel benijdt als decadentie verwijt. Het draagt allemaal bij aan het idee dat de bewoners van Tel Aviv in een soort ‘bubbel’ leven. Symbool van deze artificiële toestand is de Witte Stad, een conglomeraat van 4000 modernistische villa’s die in de jaren ‘30 door Israelische architecten in de duinen (nu ja) ten noorden van Jaffa werden gebouwd en die onlangs werden ‘herontdekt’ en gerestaureerd.
Mooi vond ik de beschrijving van de situatie in Tel Aviv in een recent boek van de Israelische architect Sharon Rotbard. Ik kocht het in het Bauhaus Center aan de Dizengoff Street. In ‘White City, Black City’ (2015) verlegt Rotbard de aandacht van de succesvolle techies in hun witte villa’s, inmiddels door UNESCO op de Werelderfgoedlijst geplaatst, naar de vergeten ‘Zwarte Stad’ in het zuiden van Tel Aviv, op de grens met het Arabische Jaffa: ook daar vindt men witte villa’s, maar deze worden niet tot het monument gerekend, want hier leven heel andere mensen. Arabieren en ‘zwarte joden’ hebben hier plaats gemaakt voor gevluchte Afrikanen van niet-Joodse afkomst, die te voet door de Sinaï woestijn getrokken, hun leven gewaagd, op zoek zijn naar werk en een beter bestaan. Ik trof ze op een avond tijdens een lange wandeling in de buurt van het centrale busstation. Ineens liep ik door een slecht verlichte buurt waar de stad zijn handen van leek te hebben afgetrokken; stadsvernieuwingsprojecten waren hier op de klippen gelopen. Terwijl Tel Aviv onder de voet wordt gelopen door de vastgoedindustrie en de woningprijzen almaar blijven stijgen, trekt hier de arme bevolking zonder status samen. Niemand lijkt in hen geïnteresseerd. In de zomer van 2011 gingen de inwoners van Tel Aviv de straat op om te protesteren tegen de hoge woonlasten. Het heeft niet geholpen. Unieke conditie? Rotbard denkt van niet: “Those struggles over territories and narratives and over geographies and histories have been shaping every city. Any city in the world could be a predator city or a prey city.” Lezen dat boek.
Geef een reactie