Komend weekeinde op televisie: ‘Het smalle pad’, een fraaie documentaire van Fryslan DOK over een nieuw pelgrimspad tussen eeuwenoude kerkjes in Groningen en Friesland, genaamd Het Ziltepad. Het Ziltepad werd dit najaar ontwikkeld door Oude Groninger Kerken en Alde Fryske Tsjerken. Zoals ik al eerder schreef wandel ik niet alleen in Friesland en Groningen, maar ook over het platteland van China. Dat doet Harry den Hartog, postdoc op de Technische Universiteit in Delft. Harry woont al twintig jaar in Shanghai. Deze week loopt hij een gedeelte van de oude weg van Shaoxing, de waterstad ten oosten van Hangzhou. Meer dan tweeduizend jaar fungeerde deze route als belangrijke postroute tussen Shaoxing en de Kuaji bergen. Tang Dynasty Road slingert door het oosten van Zhejiang, de provincie waar de huidige president en partijleider Xi Jinping van 2002 tot 2007 gouverneur was en waar deze in 2003 het Green Rural Revival Program startte. Dit betrof provinciaal beleid om het leeglopende platteland van China nieuwe impulsen te geven. Dat gebeurde niet alleen door 10.000 dorpen grondig te renoveren en nog eens 1000 centrale dorpen tot voorbeelden te maken van wat Xi aanduidde als ‘modern prosperity in all respects’, maar ook door historische wandelpaden nieuw leven in te blazen. We zijn nu twintig jaar verder, dus vanuit de Abe Bonnemaleerstoel alle aanleiding om de resultaten te bekijken.

Tang Dynasty Road, vernoemd naar het koninkrijk van Yue dat 2500 jaar geleden de streek beheerste, is in China vooral beroemd vanwege de dichters uit de Tang dynastie die haar uitvoerig bezongen. Over het pad werden ooit bamboe, thee en brandhout vervoerd; tegenwoordig leidt het de wandelaar door een schitterend historisch landschap. Maar in de jaren ’60 raakte het in verval vanwege de aanleg van een autoweg en een tunnel. Restanten werden ontdekt in 2012 door een groep vrijwilligers die het vervolgens restaureerden. Ook een oud theehuis, brug, tempel en paviljoen werden in ere hersteld. Het pad, in 2014 geopend, maakt nu onderdeel uit van een heel netwerk van wandelpaden (Taoyanling Ancient Road, Wanshoushan Ancient Road, Shunjiashan Ancient Road, Pingwangxian and Huanpo wandelpaden) dat talrijke dorpen in de streek opnieuw met elkaar verbindt. Wandelpaden zijn een belangrijk middel in de Chinese aanpak die overigens ook de woningbouw in de dorpen betreft: lelijke nieuwbouw wordt daar tegengegaan, terwijl oude leegstaande huizen worden gerestaureerd. Alles staat hier in het teken van het verfraaien van het historische landschap. En wandelen is de basis. Het lijkt mij opnieuw een Nederlandse documentaire waard.

 

Klimaatrisico’s

On 30 november 2023, in wonen, by Zef Hemel

Je zou het in alle commotie over de verkiezingen en een CDA-minister die ‘overal een straatje erbij’ belooft bijna over het hoofd hebben gezien. ABN Amro bracht afgelopen week de klimaatrisico’s van de Nederlandse woningmarkt in kaart. Het heldere rapport van Sandra Phlippen e.a. verscheen op 28 november jongstleden. Het inventariseert zowel financiële kwetsbaarheid, funderingsrisico’s, overstromingsrisico’s als verduurzamingsrisico’s van alle Nederlandse woonwijken. Let op, het gaat om een stapeling van gevaren die met de recente klimaatscenario’s van het KNMI in de hand zeer ernstig moeten worden genomen. Maar bij overstromingsrisico’s willen de opstellers de lezer niet nodeloos ongerust maken. Anders dan het recente alarmerende rapport van Calcasa, die waarschuwde voor een potentieel woningwaardeverlies van 179 miljard euro door overstromingsrisico, matigt de bank zijn inschattingen op dit front. Wel wijst het op de situatie in de Verenigde Staten, waar panden die volgens schattingen in 2100 onder water zullen staan nu al 7 procent minder waard zijn. Bij ons echter, stelt men, kan de woningeigenaar zich hiertegen verzekeren. De premie wordt dan wel iets hoger. Om hoeveel kwetsbare wijken het gaat? In liefst 900 wijken zullen de bewoners de lasten niet kunnen dragen, in 90 wijken spelen twee of meer risico’s tegelijk.

Wie de kaart van ABN Amro bestudeert ziet in één oogopslag dat Groningen, Friesland en Zuidoost-Drenthe ronduit slecht scoren. Dan gaat het vooral over verduurzamingsrisico’s. De energielabels zijn hier gemiddeld een stuk lager dan in de rest van het land. Hier treft men ook de meeste wijken met minimaal twee risico’s. Overstromingsrisico’s zijn er vooral langs de rivier de Maas, dus daarover hoeft men in het Noorden zich (nog) geen zorgen te maken. Wel zijn er funderingsrisico’s, maar dat zal niemand in Groningen verbazen. Anders dan in de grote steden van de Randstad is het eigenwoningbezit op het platteland van Noord-Nederland erg groot. En dat terwijl de WOZ-waarde er relatief laag is. Om ‘klimaatongelijkheid’ te voorkomen zou voor het Noorden (en ook Zeeland en Zuid-Limburg) een pakket maatregelen moeten worden ontwikkeld en een doeltreffend beleid. De bank zelf denkt aan een risico-vereveningsinstituut. Ik zou zeggen, stop dat geld voor de Lelylijn in de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad in Groningen, Friesland en Zuidoost-Drenthe. En vergeet even al ‘die straatjes erbij’.

 

1984

On 30 november 2023, in boeken, by Zef Hemel

Die Slochter Vrijstaat lijkt verdraaid veel op de Randstad. Alles is er lelijk samengeklonterd: Slochteren, Schildwolde, Hellum, Siddeburen. Gelukkig bleef er in het midden nog het Nationaal Park Het Ruige Land gespaard. Als journaliste Jutta Koolhof de Vrijstaat in 1984 bezoekt reist ze gemakkelijk met de metro. Vanuit Veendam is het maar een paar minuten naar Siddeburen-City, waar ook Hindrik Jongman Airport zich bevindt. Koolhof, die een ‘neutraal beeld’ schetst van een afgescheiden Groningen dat door Nederland niet wordt erkend, blijkt in werkelijkheid Auke Hulst te zijn. Hulst (1975), geboren in Slochteren, heeft in zijn jeugd gezien hoe “een vermogen uit de grond (werd) gepompt, maar de regio bleef achterstandsgebied.” Zijn In de Slochter Vrijstaat (1984, nee 2023) is een reisverslag door het verstedelijkte landschap van Noordoost-Groningen nadat het zich in 1963 had losgemaakt en met de opbrengsten van het aardgas in amper twintig jaar tijd een heuse metropool had gebouwd, een ‘Koeweit in de klei’. Het boek verscheen bij Noorderlicht in een samenwerking met BPD Cultuurfonds. Met In de Slochter Vrijstaat keert de auteur, die eerder Kinderen van het Ruige Land (2012) schreef, naar zijn geboortegrond terug, of nee, hij laat de Groningers zien “dat er veel mogelijk is met verbeeldingskracht en macht over het eigen lot.”

Na het lezen van de vermakelijke en intrigerende roman bleef ik met een gevoel van onbehagen zitten. Ik meende dat het misschien maar beter is dat die Vrijstaat er nooit is gekomen en dat al die miljarden níet in de grond van Groningen zijn gepompt. Hulst wil geen Thomas More zijn en zijn Vrijstaat is beslist geen Utopia. Er heerst nog altijd somberte in de streek, de mensen zijn niet gelukkig, er zijn asielzoekers en de Groningse metropool kampt evengoed met aardschokken. Al in 1984 werd Overschild geconfronteerd met een beving van 1,1 op de schaal van Richter. “Er hangt doem over dit land,” verklaart de schrijver Aslander. “Maar eigenlijk is het nooit anders geweest. We leven op kwade grond. We hebben alleen een tijdje kunnen doen alsof dat niet zo is.” Die Theo Aslander, levend aan de boorden van een waterpartij in de Broeklanden in een huis ontworpen door het Amerikaanse avant-gardebureau Ant Farm, levert commentaar op zijn eigen tijd “door er vreemde werelden uit te boetseren”. Hij is vast en zeker de Groningse George Orwell. Binnenkort ga ik er wandelen, en ik begin bij de Knijpsbrug in Veendam waar de Groningers zich met veel geweld in 1963 hebben afgescheiden.

 

Einde verhaal

On 28 november 2023, in duurzaamheid, economie, by Zef Hemel

Stel dat de filosofie van Spinoza en niet die van Descartes leidend was geweest, dan waren nu de problemen met het klimaat lang niet zo groot geweest. Dat stelt de Zuid-Afrikaanse antropoloog Jason Hickel in Less is More. How Degrowth will save the World (2020). Empirisch was er voor de stellingen van Descartes namelijk geen bewijs, maar ze kwamen de Europese elites en ook de kerk in de zeventiende eeuw goed van pas. Ze rechtvaardigden de kolonisatie van Amerika, Azië en Afrika en de brute exploitatie van arbeid en natuur. Scheiding tussen lichaam en geest zoals Descartes stelde heeft ons allemaal op het verkeerde spoor gezet. Natuur werd een object dat je als ding mocht exploiteren. Het heeft geleid tot een meedogenloos kapitalisme. Spinoza daarentegen beweerde precies het tegenovergestelde: natuur, geest en mens zijn één. “In fact, it means that everything is matter, everything is mind, and everything is God.” Waren we maar Spinoza trouw gebleven, nee we gooiden hem de stad uit. Hickel gaat er niet verder op in, maar uiteindelijk geeft hij Spinoza groot gelijk. Is het te laat? Hickel wil ons doen geloven van niet. De wetenschap van de ecologie en de filosofie van de fenomenologie zullen ons voortaan moeten leiden, dan komt alles alsnog goed. We moeten gewoon anders denken. Denkt hij. Dat is zijn hoop.

Hickel schrijft vlot en toegankelijk, het onderwerp is uiterst belangrijk, de hoofdstukken en paragrafen zijn niet te lang, het boek lees je in een dag uit. Maar ergens gaat het mis. Dat het kapitalisme ons naar de ondergang zal voeren maakt hij voldoende duidelijk. Daarover geen misverstand. Ook overtuigt hij met zijn stelling dat technologie ons niet zal redden en dat groene groei geen vluchtweg biedt. Maar over het alternatief doet hij veel te geruststellend, althans ik geloof niet dat de politiek daarvoor zal kiezen. De wereldwijde ongelijkheid bestrijden, te beginnen met die tussen Noord en Zuid? De rijken veel zwaarder belasten? Stoppen met reclame maken? Eigendom afschaffen? Industrie afschalen? De overheid veel sterker maken? De commons uitbreiden? Het mist iets en ik denk niet dat het zover komt. Veel tijd is er ook niet. Want klimaatverandering en verlies van biodiversiteit gaan snel, veel sneller dan mensen in de gaten hebben. Dat krijg je met exponentiële groei. Degrowth – zeg maar krimp – doet heus geen pijn, stelt Hickel. Maar dat doet ze juist wel. Het lukt ons niet eens om Schiphol te laten krimpen. En de periferie van Nederland wil absoluut niet achterblijven. Niemand wil minder, niemand wil terug. Fraai schetst de antropoloog Hickel de zegeningen van het animisme. Jager-verzamelaars die in evenwicht met de natuur leefden. Konden we daar maar naar terug. “As growthism accelerates the sixth mass extinction event in our planet’s history, the contrast between animist values and capitalist values could hardly be more pronounced.” Daar stopt het. Stop maar, dacht ik. De betovering is over. Ik ga lopen. Einde verhaal.

 

In plaats van de Lelylijn

On 28 november 2023, in infrastructuur, by Zef Hemel

Waarom werd er door het Rijk indertijd gekozen voor de Hanzelijn en niet de Lelylijn? Antwoord: hij was twee tot drie keer goedkoper. Bovendien zou niet alleen Zwolle profiteren, maar ook Almere en Lelystad. Die hadden meer baat bij de Hanzelijn dan bij de Lelylijn. Inno-V maakte in 2016 de balans op toen de gemeente Noordoostpolder nog zijn wonden likte. Emmeloord was immers overgeslagen. Wat moest de gemeente nu doen? In zijn ‘Quick-scan HOV-verbindingen Noordoostpolder’ blikte het bureau niet alleen terug, maar keek het ook vooruit. Het stelde dat openbaar vervoer in de Noordoostpolder weliswaar niet heel frequent was, maar wel erg snel. “Weinig andere kernen hebben snelbussen volledig over de snelweg naar bestemmingen op 30 tot 90 km afstand.” Ook was de klantwaardering hoog. Zelf heb ik de kwaliteit ook vastgesteld toen ik afgelopen week moest spreken in Emmeloord. Vanuit Groningen reed een Qliner (315) rechtstreeks naar Emmeloord. En vanaf Emmeloord vond ik een snelle bus (140) naar station Lelystad, waar ik comfortabel op de trein overstapte. Inderdaad, alle bussen reden over de snelweg.

Met welke aanbeveling kwam Inno-V aan het adres van het gemeentebestuur? Die vraag is relevant omdat van een nieuwe lobby voor de Lelylijn op dat moment nog geen sprake was. Die begon pas weer toen het Rijk in 2018 met opnieuw een miljardenbedrag op de proppen kwam, nu om de oververhitte economie nog verder aan te blazen in de vorm van een Nationaal Groeifonds. Vanaf dat moment werden de motieven weer geld-gedreven. Allereerst stelde het bureau nuchter vast dat er ‘te weinig markt’ is voor een spoorlijn (sic!). Men beval daarom een doorkoppeling van de Qliner aan naar Lelystad en/of een halte aan de A6. Dan zouden reizigers stevige tijdwinst boeken. De afstand tot het centrum is dan weliswaar groter, maar een NS-station aan een toekomstige Lelylijn zou ook in de oksel van de A6 belanden. Geweldig advies, dacht ik, spotgoedkoop, gewoon doen en vergeet dan niet de frequentie te verhogen. En het geldt nog steeds, zeker nu de Hanzelijn is voltooid: een Qliner tussen Lelystad en Groningen zou veel mensen – studenten, scholieren – enorme tijdwinst en comfort opleveren en een veel lagere prijs dan met een dure trein.

 

Verbinding, geen voorziening

On 26 november 2023, in infrastructuur, by Zef Hemel

Iemand in de zaal wilde weten of Dronten meer voorzieningen had gekregen dankzij de aanleg van de Hanzelijn. Eind 2012 was immers de Hanzelijn in gebruik genomen, een nieuwe spoorverbinding tussen Lelystad en Zwolle. Dronten kreeg toen een station. Als Dronten na ruim tien jaar had geprofiteerd, dan zou Emmeloord ook van de toekomstige Lelylijn profiteren. Emmeloord (26.000 inwoners) vond hij vergelijkbaar met Dronten (40.000 inwoners). De vragensteller was een van de ruim honderd burgers die zich hadden verzameld in Het Voorhuys te Emmeloord om zich te buigen over de komst van de Lelylijn. Onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving naar de effecten van de Hanzelijn is nog gaande, maar Windesheim in Zwolle doet al jaren onderzoek. De Hanzelijnmonitor die de Zwolse hogeschool sinds 2013 publiceert laat zien dat de zegeningen voor Dronten beperkt zijn. Helaas werd in 2016 voor de laatste keer gemeten. Het aantal reizigers dat in Dronten in- en uitstapt was toen bijna 5.500 per dag. Ondertussen bouwt Dronten langs de spoorlijn een nieuwe woonwijk op een verouderd bedrijventerrein: Hanzekwartier telt 1300 woningen, 6.000 m2 kantoren, scholen en zeer ruime parkeergelegenheid. Horeca, een hotel en maatschappelijke dienstverlening aan de Havenkade maken onderdeel uit van het plan. Voor vastgoed blijkt de spoorlijn gunstig. Zoiets kan Emmeloord ook verwachten. Gebiedsontwikkeling in de oksel van de A6.

Veel meer voordelen voor Dronten vond ik niet, of het moest al zijn dat de studenten van de Christelijke Agrarische Hogeschool hun school in Dronten gemakkelijker kunnen bereiken. Nee, dan Zwolle. De onderzoekers van Windesheim stelden vooral voordelen voor Zwolle vast. Daar hadden de winkels en voorzieningen door de komst van de spoorlijn een stevige impuls gekregen. Bovenal profiteert het hoger onderwijs in de Overijsselse hoofdstad van de nieuwe treinverbinding, die vooral scholieren en studenten binnen de eigen regio vervoert. Voor scholieren blijkt de spoorlijn overigens veel duurder dan de bus: hun reiskosten verdubbelden terwijl de tijdwinst minimaal is. Nee, een knooppunt met een vergelijkbare centrumfunctie kent de Lelylijn niet, of het moet al Heerenveen zijn. Maar daarover ging de vraag in de zaal niet. Die ging over voorzieningen voor Dronten. Voorzieningen kwamen er niet. En bedenk dat Dronten altijd nog groter is dan Emmeloord en dat de kern ook groei-ambities heeft want Dronten wil doorbouwen naar 60.000 inwoners in 2050. “Uiteindelijk is verbinding het toverwoord. Verbinding van Dronten met Lelystad en Zwolle en daarmee met de rest van het land. Een verbinding die goed is voor de inwoners van Dronten.”

 

De Lelylijn

On 24 november 2023, in economie, infrastructuur, by Zef Hemel

Op het eind van de avond noemde een meneer mij een tegenstander van de Lelylijn. Kennelijk ging het hem om kleur bekennen: ben je voor of ben je tegen. Ik sprak in Emmeloord, waar in Het Voorhuys ruim honderd burgers waren samengekomen om met elkaar van gedachten te wisselen over de aanleg van de Lelylijn, een nieuwe spoorverbinding tussen Groningen en Amsterdam. Door Rutte IV is daarvoor drie miljard euro gereserveerd. De werkelijke kosten bedragen echter een veelvoud. Mijn bijdrage bestond uit een overzicht van de bestuurlijke verwikkelingen rond de aanleg van de Zuiderzeelijn (1994-2006), de vele rapporten die daarover waren verschenen en het besluit destijds van het kabinet om de lijn niet aan te leggen. Daar kun je veel van leren. Die hele discussie was sterk geld-gedreven (Langman-gelden), een zoektocht naar een groot project. Het moest zelfs een magneetzweefbaan worden, een razendsnelle verbinding met Noord-Europa, het denken was destijds sterk internationaal. Nee, van halteren bij Emmeloord was geen sprake. Tussen Amsterdam en Heerenveen ging het gewoon non-stop. Noord-Nederland wilde zich met China meten. Wat de Chinezen konden, dat kon Nederland ook. In één klap zou de economie van het Noorden de achterstand ten opzichte van de Randstad inhalen. Dat was het denken eind jaren negentig.

De recente discussie rond de Lelylijn, zo betoogde ik, is nog even geld-gedreven en ook nu weer staat de economie voorop. Brede welvaart heet het dit keer, maar breedte verraadt een zoektocht naar ándere motieven omdat de economische te mager zijn. Immers, bij de Zuiderzeelijn was al duidelijk dat het verkeer tussen het Noorden en de Randstad niet overhoudt (29.000 passagiers per dag) en dat de verwachte banengroei in Noord-Nederland als gevolg van de aanleg niet meer dan 4.000 zou bedragen. De aanleiding voor de hernieuwde discussie is dit keer het Nationaal Groeifonds van Rutte III en IV, dat met 20 miljard euro in kas de economie opnieuw wil stimuleren. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, dus Noord-Nederland haalde de Zuiderzeelijn weer van stal. Toch is er een verschil. Dit keer is het denken eng-nationaal: in haar ‘Deltaplan’ belooft het Noorden veel woningen voor Nederlanders langs de spoorlijn te bouwen, en om Drenthe en Twente te bedienen wil men nu óók nog een Nedersaksenlijn. Mijn gebrek aan enthousiasme probeerde ik niet te laten blijken. In plaats daarvan schetste ik de werkelijke ruimtelijke problemen van Noord-Nederland: bodemdaling, daling van de bodemvruchtbaarheid, ernstig verlies van biodiversiteit, slechte waterkwaliteit, verzilting, zeespiegelstijging. Bovendien komt er al een snelle spoorverbinding tussen Breda en Groningen via de bestaande Hanzelijn (na 2027). Toen wist die meneer in het publiek het zeker. Ik was tegen.

 

Toekomstbestendig bos

On 20 november 2023, in duurzaamheid, landschap, by Zef Hemel

We liepen over het landgoed Lauswolt bij Olterterp, Friesland, en staken door naar Hemrik. Ter hoogte van een stroompje dat Alddjip heet, passeerden we een bosje dat blijkens een bordje wordt omgetoverd tot een ‘toekomstbestendig bos’. We keken elkaar glazig aan. Wat is een toekomstbestendig bos? Bossen moeten veerkrachtiger en klimaatbestendig worden, las ik op een website. Een grootschalig experiment op de Veluwe en Brabant waarbij de landbouwuniversiteit Wageningen is betrokken, moet uitsluitsel geven. Het gaat om koolstofvastlegging die de klimaatverandering kan matigen. Pardon? Moet je daarvoor meer of juist minder bomen kappen? Houtkap is voor de houtbouw. Houtbouw heet duurzaam. Dan gaat het vooral om het gebruik van grove den, douglasspar en beuk in de bouwindustrie. Boomtoppen en takken worden tegenwoordig trouwens ook weggehaald en verstookt in energiecentrales. Maar veel bos hebben we niet in ons land. “En we willen er van alles mee.” Een bos met iets minder bomen kan meer voedingsstoffen opvangen. Maar een bos met te weinig bomen kan ertoe leiden dat de voedingsstoffen uitspoelen. Biodiversiteit, bodemleven, effecten op de waterhuishouding, naar alles moet worden gekeken.

Iets anders is de klimaatverandering. Kan een bos tegen lange droge zomers en/of hele natte winters? Dan gaat het ook over ziektes en plagen. Ik las dat Staatsbosbeheer al proeven neemt met nieuwe uitheemse boomsoorten: elsbes, ceder, tamme kastanje, kustmammoetboom (sequoia), soorten die misschien beter tegen de veranderingen zijn opgewassen. Het deed me denken aan een andere wandeling, toen voorbij Norg, met een bomenkenner die me wees op de vele Japanse boomsoorten die nota bene in de Drentse bossen groeien: lariks, ceder, sitkaspar, Chinese watercipres. Ze werden ooit aangeplant door houtvesters als Johannes Jansen. Mooiste voorbeeld is wel het Evertsbos in Anloo, met vierhonderd naaldbomen uit de hele wereld op 160 hectare een bezoek meer dan waard. Maar dat was aanplant door houthandelaar Everts uit Oost-Groningen. Die ligt daar ergens in zijn eigen bos begraven. Iedereen lijkt erover eens dat een divers bos het beste is, en kleinschalige ingrepen de voorkeur verdienen. “Als we willen dat de biodiversiteit zo groot mogelijk is, als we hout willen blijven gebruiken en als we in de natuur willen blijven recreëren, moeten we ervoor zorgen dat onze bossen beter tegen een veranderend klimaat zijn opgewassen.” Dat heet toekomstbestendig. Wen er maar aan.

 

Een begeesterend verhaal

On 15 november 2023, in politiek, ruimtelijke ordening, by Zef Hemel

Met grote interesse het nieuwste nummer van Noorderbreedte gelezen. Dit keer gaat het over ‘verdeeld land’. Dat is natuurlijk een actueel thema met het oog op de komende verkiezingen die immers in het teken staan van de regio versus de grote stad. Hoe roerig of opstandig is Noord-Nederland? Eerst las ik Martijn van der Heide, bijzonder hoogleraar Natuurinclusieve Plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eigen meetlatten moeten we volgens hem thuislaten. Het platteland wordt nu eenmaal steeds diverser, complexer en inclusiever. Door je eigen maatstaven te hanteren zaai je eerder verdeeldheid. Hij pleit voor functionele synergie of nee, hij pleit voor een begeesterend toekomstverhaal dat de grenzen verkent, nieuwe horizonten tekent en dat best mag schuren. Waar gaat het platteland heen? Dan bedoelt hij niet een planologische afbeelding van het toekomstige platteland, maar eerder een verhaal van kunstenaars of schrijvers – een bijzonder verhaal dat de mensen echt raakt. Met zijn pleidooi lijkt hij deels te reageren op de twee sprekers die eerder dit jaar de Abrahamselezing in Groningen gaven, want die spraken in technische termen over zoneren dan wel mengen. Martha Bakker, hoogleraar Grondgebruiksplanning in Wageningen, stond voor functiescheiding, Daan Zantbelt van bureau De Zwarte Hond voor functiemenging op het platteland. Hun betogen worden door David Inden en Mans Schepers in het tijdschrift keurig naast elkaar gezet. Interessant, daar niet van, maar niet begeesterend.

De overige bijdragen in het nummer illustreren vooral het ongemak, de wrijving en de toenemende spanning. Het platteland van Friesland en Groningen blijkt inderdaad intern sterk verdeeld. Een artikel van Cornelis Hoogterp over 132.000 zonnepanelen in het prachtige veenweidegebied van Oosterwolde stemt ronduit droevig. Hoe kunnen ze dat nou zo klunzig doen? Maar ook het verslag van Freya Zandstra over de gespannen situatie in haar eigen dorp (welk dorp?) in Zuidwest-Friesland kan lezers niet bepaald vrolijk stemmen. Vakantiebungalows werden vervangen door dure villa’s; de nieuwe bewoners koesteren de plattelandsidylle, maar schermen alles af; het dorp neemt het initiatief tot aquathermie, maar dat is een project van de nieuwkomers. Het schuurt en het kraakt. Zandstra: “Het voelt alsof alle lasten – van de energietransitie, de woningcrisis, de voedselinflatie tot aan stikstof – wel op jouw bordje belanden, maar de lusten – wonen met uitzicht, toegang tot het water en genoeg inkomen voor een bewuste leefstijl – aan je voorbijgaan.” Het deed me denken aan die wrange roman van Tommy Wieringa, De heilige Rita, over dat ene dorp op het Twentse platteland. Ik weet niet of Van der Heide zoiets bedoelde, maar ik denk het haast niet. Echt begeesterend schrijven over de toekomst is in deze gespannen situatie bijna niet mogelijk. Eerst maar de verkiezingen afwachten…

 

Bevers in overtreding

On 10 november 2023, in natuur, by Zef Hemel

De wandeling voerde ons van Vries in de richting van Schipborg, Drenthe, toen mijn wandelgenoot enthousiast over bevers begon. Bij haar in de Drentsche Aa hadden die beestjes laatst een kolossale boom met groot gemak weten te vellen. Hoe is het mogelijk? Toen we het Schipborgse Diep overstaken tuurde ik vergeefs langs het watertje in de verwachting een glimp van de natte vacht van zo’n vraatzuchtig knaagdier op te vangen. De bever is trouwens het grootste knaagdier van Europa en kan wel 70 tot 100 centimeter lang worden. Berichtte RTV Noord niet zeer recent dat “in de natte natuurgebieden in Noord-Nederland er bijna geen bever mee bij past?” Maar dat bleek onzin. Het ging trouwens over het Ruiten Aa-gebied, dat oostelijker – in Westerwolde – ligt. Dit stroomdal werd in de jaren negentig kronkelig, nat en gevarieerd gemaakt, en tegenwoordig is er zelfs een natuurverbinding met de Wadden. Vervolgens dook de bever, die ergens in de 19e eeuw uit dit Groningse landschap verdween, daar weer op. Die bleek spontaan de Duitse grens te zijn overgestoken. Er leven er er nu acht. Op dit moment zijn er circa vierhonderd bevers verspreid over Noord-Nederland. Volgens het nieuwsbericht is er nog ruimte voor twee in het Ruiten Aa-gebied, maar ook dat blijkt onzin. Sommige zoeken nieuwe territoria, dat is waar, maar op sommige plaatsen zijn ze gewoon ongewenst. Ze kunnen schade toebrengen aan dijken en waterkeringen. In de Drentsche Aa zijn er nu circa 85 bevers, nadat vier exemplaren in 2008 daar opnieuw werden uitgezet.

Daarna las ik een Groningse scriptie over de impact van de bevers op de ecologie van het Drentsche Aa-stroomgebied. Dat was leerzaam. De bever is een ecosystem engineer, dat wil zeggen hij zet zijn omgeving naar zijn hand. Maar daarbij houdt hij zich vaak niet aan wetgeving op natuurgebied (Habitatrichtlijn, Kaderrichtlijn Water, Natuurherstelwet, Verdrag van Bern) en wetgeving rond cultuurhistorische en landschappelijke waarden (zoals archeologische, aardkundige waarden). Waar de bever met de beleidsdoelen conflicteert, is naar verluidt nader onderzoek nodig. Dat zal medebepalen waar hij wel en niet kan worden toegestaan. Wat betekenen bijvoorbeeld al die dammen in het Schipborgse Diep voor vissen? Kunnen die nog wel migreren? Als de vissen in de problemen komen, overtreedt de bever de natuurherstelwet. Op een kaartje stonden liefst 16 dammen aangegeven. Bij elke dam is de situatie weer anders. Strafmaatregelen zijn verlaging of verwijdering van de dam, plaatsing van een beaver deceiver, verdieping van de watergang, aanleg van nieuwe stroomgebieden. Mocht de bever zich dan nog niet gedragen, dan moet een ecologisch werkprotocol worden opgesteld. In het uiterste geval zal hij worden afgeschoten. Mijn voettocht door Schipborg kreeg ineens een heel andere lading.