Gelezen in ‘Paris Reborn’ (2013) van Stéphane Kirkland:
Hoe kwam de grote stedenbouwkundige Haussmann eigenlijk aan zijn einde? In ‘Paris Reborn. Napoléon III, Baron Haussmann, and the Quest to Build a Modern City’ van de Franse architectuurhistoricus Stéphane Kirkland kon ik het nalezen. Haussmann was bijna zestien jaar de prefect van Parijs geweest, hij was door de keizer benoemd want een burgemeester had Parijs niet. In die jaren zette hij de hele stad op zijn kop. De boulevards, passages en de parken zijn zogezegd alle van hem, al zou zijn politieke baas Napoléon III het hem allemaal op een enveloppe hebben voorgetekend. Echter, zo eenvoudig is stadsontwikkeling niet, zelfs niet in Parijs. Kirkland beschrijft nauwgezet hoe eerdere regeringen nalieten om Parijs te moderniseren en uit te breiden. De problemen waar Haussmann voortdurend op stuitte hadden zeker ook met die opgelopen achterstand te maken. Wat hij overhoop haalde was niet mals en ook de burgers van Parijs kunnen behoorlijk lastig zijn, zeker in zijn tijd. Uiteindelijk moest hij het veld ruimen vanwege enorme budgetoverschrijdingen. Weggaan wilde hij echter niet. De schulden die de stad had gemaakt kon hij goed verklaren en vond hij ook gerechtvaardigd. Latere generaties moesten gewoon aan het kostbare karwei meebetalen. Per decreet werd hij op 5 januari 1870 op een zijspoor gezet. Op19 juli verklaarde Napoléon III aan Pruisen de oorlog. Die winter al lagen de Pruisische legers voor de poorten van Parijs. Daar brak vervolgens een burgeroorlog uit, die aan duizenden Parijzenaars het leven kostte. En Haussmann?
In 1873 begon Frankrijk als Derde Republiek. Het waren moeilijke tijden. In die drie jaar na zijn aftreden had Parijs al drie prefecten versleten. Nog vijf jaar te gaan en Frankrijk zou het herstel van de oorlog met opnieuw een wereldtentoonstelling, die van 1878, vieren. Haussmann leefde al die tijd teruggetrokken in een klein appartement in rue Boissy d’Anglas, vlak achter place de la Concorde. Hij had het eerst nog geprobeerd als ondernemer, maar was daarin niet geslaagd. Nog even had hij een rentree in de politiek gewaagd, maar ook dat avontuur liep op niets uit. In 1878 was hij, aldus Kirkland, totaal uit beeld verdwenen. Niemand die nog over de grote openbare werken van Haussmann sprak. “He was now a relic, a man of a bygone era whose key protagonists were mostly dead and whose precepts seemed irrelevant.” In de bitterkoude januarimaand van 1891 stierf hij aan een longontsteking, 81 jaar oud. Laat het einde van Haussmann voor ieder die aan de stad werkt een waarschuwing zijn. Stedenbouw is een hard en ondankbaar vak. Ook Kirkland vond dat de ingrepen van Haussmann bruut waren geweest en dat er een mildere vorm van stadsontwikkeling denkbaar was geweest. Desalniettemin, het was een groots idee en een even grootse uitvoering. “It can only invite us to consider the urban vision of our society and ask ourselves what kind of world we wish to build for our own posterity.” Zeker, dat moeten we doen.
Geef een reactie