Afgelopen maandag nam ik de trein naar Assen. Daar stapte ik over op de bus naar Drachten. Die zette me een half uur later af langs het Veenhuizerkanaal. Van daaruit liep ik naar het gevangenismuseum. Het lag een kleine twee kilometer verderop verscholen achter de bomen. Het jaarlijkse Gezondheidsfestival, dat tot doel heeft de slag van zorg naar gezondheid te maken, had platform HiNoord dit keer in Veenhuizen georganiseerd. Het parkeerterrein bleek afgeladen vol, op de aanvoerwegen stonden overal wild geparkeerde auto’s in de berm. Fietsen zag ik niet. Alle duizend deelnemers leken met de auto te zijn gekomen. Ik dacht, ik wil niet in een zaaltje spreken waar het publiek op stoelen zit te luisteren. Laat ik gaan bewegen. Mijn onderdeel in het programma bestond daarom uit wandelen. Welgeteld één deelnemer meldde zich bij mij, van de 1000 aanwezigen. Met haar liep ik traag het dorpje uit, richting Fochteloërveen, en onderweg maakten we kennis. Toen we het kanaal overstaken brak zowaar de zon door, het werd nog heerlijk warm. We betraden een rustig bos, dat overging in varens en berkenbomen. Na een half uur praten en wandelen kwamen we aan de rand van het uitgestrekte hoogveengebied, waar door Natuurmonumenten gestreden werd tegen de verdroging, waarna we via een lange omweg weer in Veenhuizen terugkeerden. Een kleine tien kilometer lopen, meer was het niet. Onderweg hadden we een prachtig tweegesprek over gezondheid, wonen, werken en afstanden, nabijheid van natuur, dagelijks bewegen, vakanties, ontspanning, rust, maar ook over ziek worden door Corona.
Terug in de drukte van het festival kreeg ik een folder in handen gedrukt die speciaal ter gelegenheid van het evenement was gemaakt. Die ging over de transitie van zorg naar gezondheid, een transitie die in Noord-Nederland ‘versneld’ moet worden uitgevoerd. “Noord-Nederland versnelt voor gezondheid”, luidde de kop. En: “Het kan zo niet langer”” En ook: “Wat kunnen we nu al doen?”, waarna “voorbeelden van noordelijke versnellingen” volgden. Alles in de folder bleek snel te moeten en het moest ook allemaal heel anders. De voortdurende herhaling van moeten veranderen en versnellen maakte me bij het lezen neerslachtig. Waar was ik in verzeild geraakt? Ik haakte definitief af bij “versnellen met een festival”. Want zo’n festival, luidde het, geeft het gevoel voor een gezamenlijk doel, en dat doel is: “het versnellen van de transitie”. Festivals moeten ontspannen, aan het denken zetten, inspireren. Ik vroeg me af waarom ik er volgend jaar weer bij zou zijn. Het gaat niet om versnellen. Als het om onze gezondheid gaat, dan moeten we juist vertragen. Het tempo in Noord-Nederland ligt gelukkig nog altijd lager dan in de Randstad, maar als je de folder leest gaat het noorden de jachtige Randstad achterna. Toen ik terug naar de bus liep, schoten de auto’s me toeterend voorbij, want iedereen moest weer snel naar huis, naar de kinderopvang, boodschappen doen, de was draaien. In Noord-Nederland gaat iedereen met de auto, de woon-werkafstanden zijn relatief groot. Dus gaan we jagen. Van dat jachtige bestaan worden we dus ziek.
Geef een reactie