Grappenmakerij

Gelezen in Het Slot (1935) van Franz Kafka:

Gisteren kwam dan eindelijk de vergunning af voor de Vrijstaat Amsterdam. O ironie! Maandenlang overleg en geduldig wachten was er nodig van mijn medewerker Corry Dekker met Bouw- en Woningtoezicht van het stadsdeel Noord en de brandweer, de installateur van een omvangrijk brandmeldsysteem en twee account-managers van het stadsdeel. Uiteindelijk moest de stadsdeelvoorzitter, Rob Post, eraan te pas komen, anders was het niet gelukt. Dan was de Vrijstaat niet doorgegaan. En dat alles voor een tentoonstelling gedurende zes weken van een tiental maquettes in een bedrijfsrestaurant dat aansluitend geheel verbouwd zal worden.

Wat moet ik zeggen? Ik herlees Het Slot van Franz Kafka. Het gaat als volgt. Er verschijnt een vreemdeling in het dorp, de landmeter K.  Hij is gekleed als een stedeling. Hij wil er overnachten. Hij logeert in de herberg. Hij ligt al in bed als er een jongeman aan zijn voeteneind verschijnt. Deze deelt hem mee dat het dorp eigendom is van het slot. Wie er logeert of overnacht, overnacht in zekere zin in het slot. "Niemand mag dat zonder vergunning van de graaf. Maar u heeft zo’n vergunning niet of hebt die in elk geval niet laten zien." Moet je een vergunning hebben om te overnachten?," vraagt K., alsof hij zich ervan wilde overtuigen dat hij de eerdere mededelingen niet had gedroomd.

"Daar moet je een vergunning voor hebben," was het antwoord en het hield een grove bespotting van K. in toen de jongeman met gestrekte arm aan de waard en de gasten vroeg: "Of moet je soms geen vergunning hebben?"

"Dan zal ik die vergunning dus moeten halen," zei K. geeuwend en duwde de deken van zich af alsof hij wilde opstaan.

"En bij wie dan wel?" vroeg de jongeman.

"Bij de graaf," zei K., "er zal niets anders op zitten."

"Nu om middernacht een vergunning bij de graaf halen?," riep de jongeman en hij deed een stap achteruit.

"Is dat niet mogelijk?," vroeg K. bedaard. "Waarom heeft u me dan wakker gemaakt?"

Maar nu raakte de jongeman buiten zichzelf, "landlopersmanieren!’, riep hij, "ik eis respect voor het grafelijk gezag! Ik heb u wakker gemaakt om u mee te delen dat u onmiddellijk het grafelijk gebied moet verlaten."

"Nu is het uit met de grappenmakerij," zei K. opvallend zacht, ging liggen en trok de deken over zich heen, "u gaat een beetje te ver, jongeman, en ik zal morgen nog op uw gedrag terugkomen."


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *