Gelezen in’Amsterdam op de helling’ (2010) van Herman de Liagre Böhl:
Afgelopen zondag overleed in zijn woonplaats Haarlem oud-wethouder van Amsterdam en oud-Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, Roel de Wit. De Wit werd 85 jaar oud. Een paar weken geleden belde hij me nog om te vertellen dat hij de kwaliteit van het tijdschrift PlanAmsterdam zeer waardeerde. De Dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam, voegde hij eraan toe, was weer op hetzelfde niveau als de Afdeling Stadsontwikkeling van destijds, toen deze nog onder zijn politieke leiding opereerde. Voor De Wit betekende dat: zeer hoogstaand, in de voorhoede van de discipline. Roel de Wit’s maatstaven waren streng. Als bestuurder had hij het paradigma van de modernistische planning geheel verinnerlijkt. Zo verdedigde hij het overloopbeleid uit de jaren zeventig met verve en bleef dit doen toen iedereen er al afstand van had genomen. Voor hem bestond er werkelijk een Randstad en een Groene Hart. Als sociaal-democraat en latere voorzitter van de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening streed hij voor alles wat de naoorlogse planologie in Nederland aan schoons bedacht had. “Wat zou er zijn gebeurd zonder gericht overloopbeleid? Amsterdam zou zijn uitgegroeid tot een mammoetstad van 1 tot 1,5 miljoen inwoners,” zei hij in een interview in 2007. Voor natuurbeschermer De Wit was een metropolitaan toekomstbeeld altijd afschrikwekkend geweest. Nee, het was erger. “Uiteindelijk was het deel van Noord-Holland rond Amsterdam een grote autostad geworden, zoiets als Los Angeles.”
Als bestuurder is De Wit in hoge mate verantwoordelijk geweest voor het naoorlogse spreidingsbeleid. Onder zijn leiding verscheen ook de eerste stadsvernieuwingsnota, in 1969. De Kinkerbuurt zou geheel worden gesloopt. Ook de Nieuwmarktbuurt kwam volgens de wethouder voor afbraak in aanmerking. Pas op het laatst zwichtte De Wit voor de opposanten onder leiding van Geurt Brinkgreve. “Na veel heen en weer gepraat ging de wethouder door de knieën. Hij liet weliswaar de bestaande sloopopdrachten afwerken, maar beval het stopzetten van nieuwe opdrachten.” Huis De Pinto bleef daardoor op het nippertje gespaard. Door De Wit’s toedoen verlieten tussen 1975 en 1986 circa 197.000 Amsterdammers de stad. Echte keus hadden ze niet, want alleen in de groeikernen werd voor hen nog gebouwd. Het leidde uiteindelijk tot een stad in verval. Pijnlijk voor De Wit was bovendien dat achteraf bleek dat als Amsterdam wèl als mammoetstad gebouwd was, dit tot veel minder autoverkeer zou hebben geleid. Het meeste autoverkeer komt tegenwoordig namelijk uit Alkmaar, Hoorn, Lelystad, Hoofddorp en Almere. Los Angeles werd mede door zijn toedoen realiteit.
Geef een reactie