Gelezen in ‘Autobiographies’ van Charles Darwin (Penguin classics 2002):
Laatst hadden we het in klein gezelschap over de grote betekenis van intuïtie. Iemand merkte op dat Charles Darwin zijn ‘Origin of Species’ intuïtief, dat wil zeggen in zeer korte tijd en uit het hoofd, had geschreven. Ik zocht het thuis op. De originele tekst in de Penguin Classic, getiteld ‘My several publications’ uit 1876, van de hand van de meester zelf laat er inderdaad geen twijfel over bestaan. Darwin schreef zijn meesterwerk in precies dertien maanden en tien dagen. In november 1859 verscheen de eerste druk. De theorie over natuurlijke selectie had hij overigens al in 1839 ontwikkeld. Pas op aandringen van Lyell en Hooker begon hij in 1856 aan zijn ‘Origin’. Het zat allemaal in zijn hoofd. Er was wel een kaartsysteem waarop hij in de loop der jaren alle tegenbewijs had verzameld. Daarvan maakte hij bij het schrijven dankbaar gebruik. Zo kon hij al zijn potentiële tegenstanders de wind uit de zeilen nemen. Want dat waren er vele. Niemand, maar dan ook niemand behalve Wallace geloofde in die tijd in de veranderlijkheid van soorten. En verder denkt hij achteraf dat het grote succes van ‘Origin’ vooral te danken was aan de omvang van het boek: niet te dun en niet te dik. Artikelen, schrijft hij, maken onvoldoende indruk, hele dikke boekwerken worden niet gelezen.
Dus was het intuïtief wat Darwin deed? Ja en nee. Hij had een theorie, hij dacht twintig jaar lang na, hij verzamelde alle mogelijke tegenbewijs, hij schreef het in een paar maanden allemaal op, vloeiend, zelfverzekerd. Maar om dat laatste nu intuïtief te noemen, nee. De intuïtie zat vooral in het vinden van de theorie, niet zozeer in het schrijven. Hoe vond Darwin zijn theorie? Door het lezen van Malthus’ meesterwerk, ‘On population’. "I happened to read for amusement ”’Malthus on population”, and being well prepared to appreciate the struggle for existence which everywhere goes on from long-continued observation of the habits of animals and plants, it at once struck me that under these circumstances favourable variations would tend to be preserved, and unfavourable ones to be destroyed. The result of this would be the formation of new species." Ineens begreep hij het. Dat is intuïtie.
Vanwaar deze interesse in intuïtie? De aanleiding is Spinoza, maar het oogmerk is iets anders. Een boek over de ruimtelijke ontwikkeling in de eenentwintigste eeuw moet er komen. Wie het gaat schrijven is nog onduidelijk. Zeker is dat dat schrijven van dat boek zal beginnen met een intuïtief aangevoeld idee, een theorie. Over demografie. Over economie. En over stadsontwikkeling. Twintig jaar verzamelen van bewijsmateriaal kan natuurlijk altijd nog, maar beter in ons vak is achteraf gelijk krijgen. Dus blijft over: scherpe intuïtie en een ijzersterke theorie.
Geef een reactie