Gelezen in ‘Red Plenty’ (2010) van Francis Spufford:
Afgelopen zaterdag schreef Joke Hermsen een belangwekkende ingezonden brief in de Volkskrant. In ‘We willen een Hannah Ahrendschool’ verzette de schrijfster en filosofe zich tegen onderwijs dat zich eenzijdig richt op technologie. Vooral zogenaamde ‘Ipad-scholen’ moesten het bij haar ontgelden. Daarbij citeerde ze veelvuldig filosofe Hannah Ahrend. “De nieuwe generatie behoort door onderwijs niet te worden opgeleid tot ‘gamers’, maar tot kenners van de cultuur.” Docenten, aldus Hermsen, kunnen niet volstaan met het leren van vaardigheden en technieken, maar moeten ook met verhalen, mythen, poëzie, sagen, essays en romans de kinderen inspireren. Blijft het onderwijs tot vaardigheden en techniek beperkt, dan is het gevaar niet denkbeeldig dat mensen hetzelfde gaan denken, waardoor het principe van pluraliteit onder druk komt te staan. Op het eind van haar artikel stelt ze: “Zowel binnen als buiten het onderwijs moeten we een juiste maat en houding tegenover de nieuwe technologie zien te vinden, opdat deze niet met ons aan de haal gaat of, erger nog, ons de baas wordt.” Haar pleidooi deed me denken aan de beschrijving door de Britse historicus Francis Spufford van het geavanceerde onderwijssysteem dat de Sovjets introduceerden in de jaren zestig van de twintigste eeuw.
In de Sovjet Unie ontwikkelden de machthebbers in de jaren zestig een uniek onderwijssysteem dat het rurale Russische volk op slag moest veranderen in een geletterde stedelijke samenleving. De Sovjets schaften daartoe alle universiteiten af. In de plaats daarvan introduceerden ze technologische instituten die zich uitsluitend richtten op onderwijs voor brede lagen van de bevolking. Onderzoek gebeurde elders, in afzondering, in science towns. Alleen wiskunde en techniek werden nog onderwezen, geen sociale wetenschappen of geesteswetenschappen. Alle wetenschappelijke onderwijs was van meet af aan praktijkgericht; vanaf 1961 moesten studenten zelfs twee jaar lang praktijkstage lopen. Wie kritiek had, werd door de autoriteiten te kijk gezet. Het gevolg was dat alle wetenschappers naïef werden, vol zelfvertrouwen, maar argeloos. “Above all, they had very little access to pessimism. Stories of good intentions turning out badly were in short supply where they lived – published, written-down stories, at any rate.” Waarheid en macht werden door de machthebbers op één lijn gesteld. Intellectuele kritiek werd uitgebannen. Het gevolg was dat innovatie uitbleef en de economie ten slotte instortte. Conclusie: wie technologie en economie eenzijdig centraal stelt in het onderwijs en de samenleving, graaft uiteindelijk zijn eigen graf. Het belang van de geestes- en de maatschappijwetenschappen is evident. Zonder kun je niet.
Geef een reactie