Gelezen in ‘Vierwindenhuis Amsterdam’ (1985):
Gisteravond een hele discussie gevoerd over zelfbouw. Ook ging het over collectieve (zelf)bouw. Vooral van institutionele kant werd er flink gehoond. De sfeer was er een van: ""Die zelfbouwers kunnen helemaal niet zelf bouwen. Uiteindelijk komen ze toch weer bij ons terug, voor professionele hulp." En ook: "Het bouwproces is veel te ingewikkeld voor hen." Of: "De gemeente legt ze in de watten." Desondanks wordt op dit moment alweer 8% van de woningbouw in dit land in zelfbouw gerealiseerd. Dat is helemaal niet weinig. Ook al helpen de marktpartijen of de overheid een handje. Het is een groeimarkt.
Ik noemde het voorbeeld van het Vierwindenhuis op Wittenburg in Amsterdam, maar dat bleek te lang geleden. Het is een van de vroegste voorbeelden van zelfbouw, althans in de twintigste eeuw, binnenstedelijk. Nu lees ik in de publicatie die destijds bij de oplevering verscheen het volgende. Het is opgetekend door Rainer Bullhorst. "In het voorbereidingsproces komt een bouwplan in aanraking met verschillende spelers in het spel. In een vroeg stadium moet er met de buurt worden gepraat. Bij eventueel verzet is de kans op slagen in de oorspronkelijke opzet gering omdat vrijwel geen enkel college van Burgemeester en Wethouders buurtbelangen durft te negeren. Komt een project wel verder ‘in de molen’, dan buigen ambtenaren op verschillende niveaus zich over de plannen. Hun optiek wordt bepaald door de belangen van de afdeling die zij vertegenwoordigen, zoals grondbedrijf, stadsontwikkeling, brandweer, bouwtoezicht enz. Als verschillende aspecten in elkaar schuiven stuit een plan soms op bepaalde persoonlijke grenzen of beperkingen. Dan ligt het lot of noodlot in handen van directeuren van afdelingen of diensten en van wethouders. Afgezien van vermeende of aantoonbare kwaliteiten van een concept heeft elke toetsende of beoordelende instantie één voor één de capaciteit om een project tegen te houden, te vertragen of mee te werken of juist te versnellen. Op elk niveau is men afhankelijk van personen die willen mee- of tegenwerken."
Voor het Vierwindenhuis pakte het uiteindelijk gunstig uit. Er werd vrijstelling verleend van de Voorschriften en Wenken. Zo ging dat twintig jaar geleden. Zo gaat het nog steeds. Maar wat als deze groeimarkt dominant wordt en ze de bouwcultuur in ons land ècht gaat beïnvloeden?
Geef een reactie