Gelezen in S&RO nr. 6 van jaargang 2010:
Verwarring alom, in deze donkere, kille dagen. Het omslag van het kerstnummer van S&RO toont een sterrennevel. Het blijkt een manipulatie van de verstedelijkingskaart van de megaregio AmBrusTwerp tegen een nachtzwarte achtergrond. Het nummer gaat over de toekomst van de ruimtelijke ordening. Vele auteurs, daartoe door de redactie aangezocht, delen daarover hun diepste inzichten. Wat blijkt? Niemand kan het zeggen, verwarring alom. Een enkeling beschouwt het heden, de actualiteit, maar de meesten blikken vooral achterom, een paar jaar terug in de tijd. Wat nou ‘toekomst RO’? De aanleiding om bij de toekomst van de ruimtelijke ordening stil te staan is, naast het jaareinde, de opheffing van het Ministerie van VROM. Iemand duidt het aan als het einde van een tijdperk. Wat is daar nu zo eindtijdachtig aan? Van Den Haag hadden we toch al jaren niets meer te verwachten. Het hele nummer illustreert trouwens treffend wat er aan de hand is met het vak. Niet alleen Den Haag is uitgeteld, de hele discipline bestaat feitelijk niet meer. Ze ligt aan gruzelementen.
Dertig jaar vermarkting van onze samenleving heeft elke idee van ruimtelijke samenhang onderuit gehaald. Abram de Swaan noemde dat laatst in NRC Handelsblad “marktisme: het vrijemarktfundamentalisme dat alle overheidsbemoeienis en alle regulatie afwijst en dat ook elke maatschappelijke samenhang negeert.” Aan de basis ligt een verleidende gedachte: “die van de zelfzuchtige enkeling die ondanks zichzelf op de vrije markt aan een optimale orde bijdraagt.” Alle beperking van het vrije economische verkeer moet in die visie worden ontmanteld. Zo ook de ruimtelijke ordening. Het ging en gaat, zoals alles in dit kleine landje aan de zee, bijna indisch, geruisloos. Tot op een gegeven moment niemand zich meer iets kan herinneren van wat er ooit aanwezig was en er een hele nieuwe generatie blijkt aangetreden die geen goed verhaal over het vak meer vertellen kan. En er zijn voldoende vakgenoten die maar al te graag met het ‘marktisme’ heulen. Zij spreken overwegend managementtaal: het gaat over netwerksteden, governancemodellen, publiek-private samenwerking, ontwikkelingsplanologie, een actorgerelateerde benadering, gebiedsgerichte blabla. Eenmaal verlost van hun publieke verantwoordelijkheid hebben ze zich gevangen gezet in de neoliberale kooi van vrijemarktdenken; ze kunnen niet meer vanuit de publieke zaak denken. In amper twintig jaar heeft het trotse Nederland zichzelf gedegradeerd tot ontwikkelingsland. Hoofdredacteur Jaap Modder houdt de moed erin. Hij vertrouwt op de nuchterheid van de nieuwe minister. Zijzelf spreekt in hetzelfde nummer van ‘de handen uit de mouwen!’ Hieruit begrijp ik dat het echte sloopwerk nu pas zal beginnen. Het heet: deregulering.
Geef een reactie