De neoliberale Jane Jacobs

Gelezen in Rooilijn jaargang 51 nr.1 van 2018:

Een heel nummer van het Amsterdamse planologenvakblad Rooilijn is zowaar gewijd aan Jane Jacobs. Hulde! Tegelijk met het verschijnen werd in Delft een congres gehouden over haar relevantie in de eenentwintigste eeuw. De figuur van Jacobs, honderd jaar geleden geboren, verdient al die aandacht zeker. Haar boeken over steden zijn nog steeds relevant. Het congres heb ik helaas gemist, maar het nummer las ik met meer dan gewone belangstelling. Meest opvallende vond ik dat alle bijdragen opnieuw over slechts één boek van Jacobs gaan, te weten ‘The Death and Life of Great American Cities’ uit 1961. Bij de Nederlandse vertaling verscheen in 2009 ook al een bundel essays. Nu krijgen we nóg meer oud nieuws over haar eerstgeborene te verstouwen. En de toon is nog steeds die van verafgoding, met uitzondering natuurlijk van de immer betweterige columnist Naphta. Martin van der Maas noemt gelukkig nog ‘Dark Age Ahead’ uit 2004, en Marleen Buizer refereert kort aan een artikel uit 2000; Manuel Aalbers en Jannes van Loon hebben ten slotte de moeite genomen om ook ‘The Economy of Cities’ (1969) te raadplegen. Maar verder niets over ‘Cities and the Wealth of Nations’ of over ‘The Nature of Economies’, laat staan haar misschien wel meest relevante boek: ‘Systems of Survival’ uit 1992. Nee, het werd opnieuw ‘Death and Life’.

Hoe een mythe rond een persoon wordt opgetrokken valt mooi terug te lezen in het gesprek tussen Thomas Vanoutrive, Glenn Lyppens en Lara Schrijver, alle drie afkomstig uit Antwerpen. Jacobs zou de bulldozers in de Village op Lower Manhattan bijna persoonlijk hebben gestopt. Daarmee was ze volgens een van hen zelfs succesvoller dan de aanstichters van de Parijse Commune. Toe maar. In burgerprotest in de eerste plaats zou haar relevantie anno 2018 klaarblijkelijk schuilen. Maar dat protest wordt dit keer in de sfeer getrokken van de strijd tegen gentrificatie (sic!), niet tegen sloop en verkeersdoorbraken. Hoe vreemd kan het lopen. Pas op het eind van het ‘tweegesprek’ wordt haar economische werk door de gespreksleider onder de aandacht gebracht. Jacobs stelde dat steden aan de basis liggen van economische ontwikkeling. Voor een juist begrip: het ging bij haar om economische diversiteit, niet om agglomeratievoordelen door functionele specialisatie. Leidt dat niet tot grotere ruimtelijke ongelijkheid, vragen de Antwerpenaren zich af? De periferie wordt immers ‘verwaarloosd’. Ook zou Jacobs wel erg vaak de natuurmetafoor hebben gehanteerd. Even valt de term ‘neoliberalisme’. Natuurmetafoor? Neoliberaal? Ik denk dat Jacobs teleurgesteld zou zijn als ze dit las. Planologen begrijpen het nog steeds niet. Bekijk het interview dat ze gaf op het eind van haar leven: https://www.youtube.com/watch?v=UPNPpdBCqzU


Posted

in

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *