Gelezen in ‘The Coffee Trader” (2003) van David Liss:
Rohit Aggarwala, directeur Long Term Planning and Sustainability van New York City, verwees me naar het boek. Kennelijk had hij het gelezen als voorbereiding op zijn bezoek aan Amsterdam. ”The Coffee Trader” van David Liss. Ik lees het nu, tussen de bedrijven door. Het is een historische roman die zich afspeelt in het zeventiende eeuwse Amsterdam, om precikes te zijn in 1659. Hoofdpersoon is de Portugese jood Miguel Lienzo die in de koffiehandel stapt. Tussen de bedrijven door kom je veel te weten over het dagelijks leven in de toenmalige metropool aan de Zuiderzee. Ik ben nog maar op bladzijde 58, maar de passage over de Plantage vind ik nu al de moeite waard. Liss beschrijft hier de vrijstaat zoals je hem zou wensen – een soort Cocagne: "…the Plantage, which stretched out east of the Vlooienburg, endless walks cutting through sculpted gardens. Square paths crisscrossed walkways, peopled with the high and the low alike. The burgomasters had ruled that no permanent buildings might stand on its verdant grounds, so all structures here were made of wood, ready to be taken apart should the city so decree. On pleasand evenings, the Plantage became a garden of delight for those who had the coin and the inclination. Strollers could walk among bands of fiddlers and fife players. On the well-lighted paths, entrepreneurs had set up tables and poured beer and served sausage or herring or cheese; in houses hardly more than huts, a man could buy delicacies of a more human kind."
De Plantagebuurt is totaal veranderd en lijkt in geen enkel opzicht meer op deze beschrijving van het paradijs. Maar je zou zeggen dat de Sloterplas anno 2009 vergelijkbaar zou moeten zijn: een multiculturele lusthof binnen de contouren van de grote stad. B+B hebben iets dergelijks ontworpen voor de Architectuurbiennale. Ik ben benieuwd of mensen dat een aantrekkelijk perspectief voor dit gebied zullen vinden. We zullen het eind september zien. In de Tolhuistuin.
Geef een reactie