Van de binnenstadsvisie die ik in 2019 voor het gemeentebestuur van Amsterdam maakte is tot nog toe weinig gerealiseerd. De meest aansprekende actie betreft de aanleg van drijvende tuinen. Waar het toerismebeleid faalde en het verkeersbeleid nog moet beginnen, daar slaagden de gemeentelijke ecologen en ingenieurs van het Programma Bruggen en Kademuren. Onlangs schreef Kester Freriks in de Amsterdambijlage van NRC Handelsblad (24 september 2022) er een boeiend stuk over. Al vier jaar is duidelijk dat veel kademuren in de Amsterdamse binnenstad er slecht aan toe zijn en dat reparatie noodzakelijk is. De meeste dateren van eind negentiende eeuw en zijn niet berekend op het zware autoverkeer over de grachten. Voeg daarbij het achterstallige onderhoud en stel vast dat de kades op steeds meer plekken gevaarlijke mankementen vertonen. Herstel is duur en zal nog jaren op zich laten wachten. Daarop kwamen de stadsecologen met voorstellen voor ‘tijdelijke natuur’: opvulling met zand van de ruimte achter de tijdelijke wanden die voor de kades werden geheid, niet alleen als ondersteuning maar ook als paaiplaats voor vissen. Klimop, blauwe regen en braam groeien hier nu langs roosters op de wanden, maar ook lisdodde, riet en wilgen. Aan de viskorven aan de wanden hechten zich oesters. “Hierdoor wordt niet alleen de biodiversiteit bevorderd, ook filteren en zuiveren de planten het grachtenwater zodat het schoner wordt.” Inmiddels is er twee kilometer tijdelijke natuur gerealiseerd met een oppervlakte van 7.000 vierkante meter.
Als metafoor voor de toekomstige inrichting van de historische binnenstad gebruikte ik in de visie het beeld van de tuin en noemde ik Artis als voorbeeld. Daar wordt door de directie al vele jaren systematisch gewerkt aan herstel van de historische tuin, waarbij het welzijn van de dieren vooropstaat en de bezoekers te gast zijn en zich gedragen. Geen platte consumptie en winstmaximalisatie, maar cultuur, ecologie, welzijn, rust en groen. Hetzelfde effect zou een systematische, langjarige vergroening van de Amsterdamse binnenstad kunnen hebben. En logisch is het ook, want het zou in lijn zijn met ambities van het gemeentebestuur ten aanzien van erfgoed, leefbaarheid, terugdringen van de auto en herstel van bruggen en kademuren. Nu zit de geschiedenis vol ironie. Dat de kades er slecht aan toe waren, dat was ook in 2019 al bekend, maar dat het herstelwerk tot vergroening zou kunnen leiden had ik niet voorzien. Na publicatie maakte mijn visie sowieso niet veel indruk, en al helemaal niet het idee van tuinieren als maatregel tegen de drukte en het massatoerisme. Het is ook niet zaligmakend, maar het helpt wel, zeker op de lange termijn. Kom op, lieve ecologen, laat zien dat de Amsterdamse binnenstad weer gezond kan worden. Jullie werk is belangrijk! Blijf tuinieren. Het past in de visie en het betaalt zich uit op de lange termijn.
Geef een reactie