Gooi maar in m’n pet

Gelezen in ‘De toekomst van de stad’ (2014) van de RLI:

Nee, enthousiast over het recente advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur kan ik niet zijn. Eindelijk een advies aan de regering over de Nederlandse stad, dat wel. Maar wat een gemiste kans, de stad wordt door de raad als fenomeen opgemerkt, het belang van agglomeratiekracht heeft ze erkend, maar nergens een pleidooi voor metropoolvorming. Nee, het is weer ‘borrowed size’ wat de klok slaat: de steden moeten bij elkaar leentjebuur spelen, want echte grote steden bouwen, dat doen we in dit land niet. Steden worden ook niet bij naam genoemd, daar brandt de adviesraad zijn vingers niet aan. Iedereen in dit land moet te vriend worden gehouden; kool en geit moeten worden gespaard. Braaf sluit de ministeriële adviesraad zich aan bij haar grote broer, de WRR, die ‘borrowed size’ eerder als vluchtweg etaleerde. ‘Borrowed size’, het klinkt ook zo sexy. Maar duurzaam is het niet. Nog meer mobiliteit tussen regio’s opwekken te behoeve van wat? Over dat gewichtige ‘borrowed size’ gaan we elkaar weer jaren napraten. Dat het zo goed is om met elkaar samen te werken. Wat we vervolgens niet doen.

Nergens ook weet de adviesraad een brug te slaan tussen theorie en praktijk. De theoretische passages klinken daardoor potsierlijk, de praktijk wordt hoogstens met ‘best practices’ in kadertekstjes geëtaleerd. En dat terwijl de steden in dit land een gunstiger positie proberen te verwerven in het internationale stedenpatroon. Maar niets over die moordende internationale concurrentiestrijd tussen grote steden. En niets over het gegeven dat elke stad compleet wil zeggen en dat gezonde steden diversificeren. Nee, laten we het vooral gezellig houden. Weet u wat? Het rapport straalt iets provinciaals uit. Wat vindt u bijvoorbeeld van deze passage? "Het ligt niet in de rede om te veronderstellen dat bedrijven in Noord-Brabant en het noorden van Nederland in sterke mate en op eenvoudige wijze van de agglomeratievoordelen kunnen profiteren van bijvoorbeeld de grootstedelijke regio Amsterdam. Hoewel wel bekend is dat de potentie aan interactie leidend is voor het bepalen van het beste schaalniveau, is het kennisniveau echter nog onvoldoende om hierover specifiekere uitspraken te kunnen doen. Het is de vraag welke regio’s excellente verbindingen met andere regio’s zouden moeten onderhouden om te kunnen profiteren van agglomeratievoordelen." Kunt u hier iets mee? Ik zou zeggen: Gooi maar in mijn pet!


Posted

in

,

by

Comments

One response to “Gooi maar in m’n pet”

  1. Ad van Oosten Avatar

    “Borrowed size”… Engelse aanduidingen zijn meestal een veeg teken. Dan wordt er iets vervaagd.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *