Gelezen in ‘Haussmann. La gloire du Second Empire’ (1979) van Jean des Cars:
Hoe verhield de prefect Hausmann, die tot taak had Parijs stedenbouwkundig radicaal te moderniseren, zich tot de keizer, Napoleon III, zijn opdrachtgever? Jean des Cars schrijft fraai over de praktische kanten van de intensieve samenwerking. De prefect ging direct na zijn aantreden in 1853 wonen aan de Place des Greves, op de begane grond. Hij verzekerde zich van de permanente aanwezigheid van een secretaris en een loopjongen, die in een twaalf-uursdienst elkaar aflosten en die zich ophielden in de ruimte naast zijn officiele werkkamer op de eerste verdieping. Elk moment, dag en nacht, konden deze een boodschap aannemen of afleveren. Haussmann sliep weinig. Het liefste werkte hij ‘s nachts, in alle rust. Er liep een geheime trap tussen zijn officiele werkkamer boven en zijn prive-werkkamer beneden. Zo was hij voortdurend bereikbaar en beschikbaar voor de keizer. "Ce dispositif de communication rapide renforcera la complicite entre Napoleon III et son prefet, a la grande joie de ce dernier qui se mefie des intermediaires."
Al na de eerste dag, na afloop van zijn kennismaking met de gemeenteraad die hem vijandig ontving omdat de keizer de geliefde prefect Berger even eerder had weggestuurd, moest Haussmann bij Napoleon III verschijnen en verslag doen. Hij vertelde alles, tot in detail. Waarop de keizer, die de raad het liefst wilde ontbinden, uitriep: "Oh! Ces parlementaires! Ils sont incorrigibles!"
Daarna had Haussmann nog elf dagen de tijd om zijn budget voor te bereiden en aan de hem onwelgezinde raad voor te leggen – "ce fameux budget qui conditionne tout."
Geef een reactie